Metadossier Schuldhelpverlening

Uitkomsten

Exporteer als CSV

Almelo, Borne, Enschede, Hengelo en Oldenzaal (2016)

Wet- en regelgeving

-

Beleid(sdoelen)

  • Het ontbreekt de gemeenten aan integraal sociaal beleid. Het gemeentelijk beleid op het gebied van schulddienstverlening is in het algemeen op lokaal niveau niet verbonden met andere beleidsterreinen in het sociaal domein. Met de komst van de drie decentralisaties en met het oog op preventie is deze verbinding van groot belang. Omdat schulddienstverlening de participatie en zelfredzaamheid van inwoners moet vergroten, is het terrein nauw verbonden met de decentralisaties op het gebied van de jeugdzorg, werk en inkomen en zorg aan langdurig zieken en ouderen.

Budget

-

Begroting/Jaarverslag

-

Uitgaven

-

Sturende rol college

-

Kaderstellende rol

  • Een aantal gemeenteraden toont weinig belangstelling voor schulddienstverlening. De betrokkenheid van een aantal van de onderzochte gemeenteraden bij de Stadsbank Oost Nederland blijft achter bij het toenemende maatschappelijke belang van schulddienstverlening. In het algemeen nemen de gemeenteraden de door de Stadsbank Oost Nederland aangeboden stukken voor kennisgeving aan. Dat geldt voor de gemeenten Almelo, Borne en Oldenzaal. De gemeenteraden van Enschede en Hengelo hebben bij de Stadsbank Oost Nederland-ontwerpbegroting 2015 een motie respectievelijk zienswijze ingediend. De sturing door de gemeenteraad op het Stadsbank Oost Nederland-beleid is vrij zwak te noemen. Hiermee geven gemeenteraden in beperkte mate invulling aan hun wettelijke verantwoordelijkheid voor integrale schuldhulpverlening (art 2.1 Wgs). Zoals eerder is aangegeven, zijn de raden daarvoor door de Stadsbank Oost Nederland en de betrokken portefeuillehouders onvoldoende in de gelegenheid gesteld.

Controlerende rol

-

Monitoring

-

Evaluatie/onderzoek

-

Informatievoorziening sturing

-

Informatievoorziening kaderstelling

  • De gemeenteraden worden niet in staat gesteld hun kaderstellende en controlerende rol waar te maken. Zowel de Stadsbank Oost Nederland als de colleges van B&W voldoen aan de formele verplichtingen omtrent informatievoorziening aan de gemeenteraden. De verstrekte informatie beperkt zich echter tot bedrijfsvoeringsinformatie: schulddienstverleningsproducten en de mate waarin die in de gerapporteerde periode zijn aangeboden. De verstrekte stukken bevatten geen informatie over de mate waarin de Stadsbank Oost Nederland heeft bijgedragen aan de realisatie van gemeentelijke beleidsdoelen op het gebied van schulddienstverlening. Omdat beleidsinformatie over bereikte resultaten achterwege blijft, wordt de raad niet in staat gesteld om zich een oordeel te vormen over doelbereiking door de Stadsbank Oost Nederland . Bovendien krijgen de gemeenteraden van de colleges geen heldere beleidskeuzes over het schulddienstverleningsbeleid voorgelegd.

Informatievoorziening controle

  • De gemeenteraden worden niet in staat gesteld hun kaderstellende en controlerende rol waar te maken. Zowel de Stadsbank Oost Nederland als de colleges van B&W voldoen aan de formele verplichtingen omtrent informatievoorziening aan de gemeenteraden. De verstrekte informatie beperkt zich echter tot bedrijfsvoeringsinformatie: schulddienstverleningsproducten en de mate waarin die in de gerapporteerde periode zijn aangeboden. De verstrekte stukken bevatten geen informatie over de mate waarin de Stadsbank Oost Nederland heeft bijgedragen aan de realisatie van gemeentelijke beleidsdoelen op het gebied van schulddienstverlening. Omdat beleidsinformatie over bereikte resultaten achterwege blijft, wordt de raad niet in staat gesteld om zich een oordeel te vormen over doelbereiking door de Stadsbank Oost Nederland . Bovendien krijgen de gemeenteraden van de colleges geen heldere beleidskeuzes over het schulddienstverleningsbeleid voorgelegd.
  • Volgens het gewijzigde Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) moeten verbonden partijen de gemeenteraad informatie geven over de mate waarin zij bijdragen aan de doelstellingen van het gemeentebestuur en welke kosten daarmee gemoeid zijn. Aan die eis is door de Stadsbank Oost Nederland nu nog niet voldaan. De informatie die de onderzochte colleges presenteren in de paragraaf verbonden partijen in jaarrekeningen en begrotingen is niet voldoende voor raadsleden om een oordeel te geven over de effectiviteit van de uitvoering van de schulddienstverlening.

Organisatie uitvoering schuldhulpverlening

  • Door bezuinigingen op taken die gericht zijn op het bevorderen van de financiële redzaamheid en weerbaarheid, zoals budgetcoaching en het sociaal raadsliedenwerk, is de kans aanwezig dat mensen tussen wal en schip vallen.
  • Bij recidive stellen alle gemeenten hun voorwaarden, waarbij structurele schulddienstverlening op kosten van de gemeente niet tot de mogelijkheden behoort.
  • ZZP'ers zijn niet toelaatbaar tot schulddienstverlening door de Stadsbank Oost Nederland. De Stadsbank Oost Nederland heeft onvoldoende financiële mogelijkheden om budgetcoaching blijvend aan te bieden.
  • Bestuursleden van de Stadsbank Oost Nederland zijn tevens portefeuillehouders in het college, wat strijdige verantwoordelijkheden met zich mee kan brengen. De wethouders van de gemeenten Almelo, Enschede, Hengelo en Oldenzaal hebben zitting in het algemeen en in het dagelijks Bestuur van de Stadsbank Oost Nederland. De wethouder van Borne heeft alleen zitting in het algemeen bestuur van de Stadsbank Oost Nederland. Als deelnemer in de gemeenschappelijke regeling vertegenwoordigt de wethouder die schulddienstverlening in zijn/haar portefeuille in het college van B&W heeft het opdrachtgeverschap (namens de gemeenteraad) van de gemeente. Tegelijkertijd is de wethouder die bestuurslid van de Stadsbank Oost Nederland is, opdrachtnemer voor de uitvoering van de schulddienstverlening. In de meeste gevallen zijn beide functies (portefeuille schulddienstverlening en bestuurslid SON) binnen het college bij één en dezelfde wethouder belegd die dus tegelijkertijd opdrachtgever en opdrachtnemer is. In sommige gevallen staan het gemeentelijke en het Stadsbank Oost Nederland-belang op gespannen voet. In die gevallen kan deze 'dubbele petten-problematiek' de gemeentelijke controle op de Stadsbank Oost Nederland in de weg staan.

Uitvoering schuldhulpverlening

  • De Stadsbank Oost Nederland brengt de kwaliteit van de dienstverlening niet in kaart. Er zijn geen signalen dat de kwaliteit van de dienstverlening aan inwoners met schuldenproblemen door de Stadsbank Oost Nederland onder de maat is. Tegelijkertijd constateren we op basis van door de onderzoekers gevoerde gesprekken dat de kwaliteit door bezuinigingen onder druk staat. Dit geldt met name voor de persoonlijke begeleiding van cliënten en contact met ketenpartners. Aangezien de Stadsbank Oost Nederland, naast de 3-jaarlijks audit van de NWK, zelf de kwaliteit van de dienstverlening niet in kaart brengt, kunnen we deze signalen niet staven.
  • Strikte beleidsregels en financiële kaders laten de Stadsbank Oost Nederland weinig ruimte voor maatwerk en samenwerking binnen de keten van schulddienstverlening, terwijl die juist noodzakelijk is voorvroegsignalering, preventie, nazorg en integrale schulddienstverlening.
  • Schulddienstverlening moet leiden tot maatschappelijke participatie en financiële zelfredzaamheid. De ondersteuning en begeleiding van de gedragsverandering om te komen tot financiële weerbaarheid kan de Stadsbank Oost Nederland niet alleen. De inzet van ketenpartners, die veelal werken met vrijwilligers, is daarbij essentieel. De begeleiding en ondersteuning van ketenpartners, met name die partners waar vrijwilligers worden ingezet, vergt extra (financiële) ruimte, meer inhoudelijke regie en/of aandacht van de gemeenten.

Betrokken partijen

-

Samenwerking

  • Strikte beleidsregels en financiële kaders laten de Stadsbank Oost Nederland weinig ruimte voor maatwerk en samenwerking binnen de keten van schulddienstverlening, terwijl die juist noodzakelijk is voorvroegsignalering, preventie, nazorg en integrale schulddienstverlening.
  • Schulddienstverlening moet leiden tot maatschappelijke participatie en financiële zelfredzaamheid. De ondersteuning en begeleiding van de gedragsverandering om te komen tot financiële weerbaarheid kan de Stadsbank Oost Nederland niet alleen. De inzet van ketenpartners, die veelal werken met vrijwilligers, is daarbij essentieel. De begeleiding en ondersteuning van ketenpartners, met name die partners waar vrijwilligers worden ingezet, vergt extra (financiële) ruimte, meer inhoudelijke regie en/of aandacht van de gemeenten.

Gegevens- en informatieuitwisseling

-

Toegang tot/bereik schuldhulpverlening

  • ZZP'ers zijn niet toelaatbaar tot schulddienstverlening door de Stadsbank Oost Nederland. De Stadsbank Oost Nederland heeft onvoldoende financiële mogelijkheden om budgetcoaching blijvend aan te bieden.

Aansluiting vraag en aanbod

-

Doelgroepen

  • ZZP'ers zijn niet toelaatbaar tot schulddienstverlening door de Stadsbank Oost Nederland. De Stadsbank Oost Nederland heeft onvoldoende financiële mogelijkheden om budgetcoaching blijvend aan te bieden.

Informatievoorziening inwoners/doelgroepen

-

Communicatie met cliënten

-

Specifieke hulpprogramma's

-

Preventie

  • Strikte beleidsregels en financiële kaders laten de Stadsbank Oost Nederland weinig ruimte voor maatwerk en samenwerking binnen de keten van schulddienstverlening, terwijl die juist noodzakelijk is voorvroegsignalering, preventie, nazorg en integrale schulddienstverlening.

(Vroeg)signalering

  • Strikte beleidsregels en financiële kaders laten de Stadsbank Oost Nederland weinig ruimte voor maatwerk en samenwerking binnen de keten van schulddienstverlening, terwijl die juist noodzakelijk is voorvroegsignalering, preventie, nazorg en integrale schulddienstverlening.

Nazorg

  • Strikte beleidsregels en financiële kaders laten de Stadsbank Oost Nederland weinig ruimte voor maatwerk en samenwerking binnen de keten van schulddienstverlening, terwijl die juist noodzakelijk is voorvroegsignalering, preventie, nazorg en integrale schulddienstverlening.

Prestaties schuldhulpverlening

-

Resultaat schuldhulpverlening

-

Effectiviteit schuldhulpverlening

  • Een aantal categorieën mensen zit blijvend in een schuldsituatie. Te denken valt aan mensen die het niet lukt om financieel zelfredzaam te worden en structureel geholpen moeten worden.
  • Door bezuinigingen op taken die gericht zijn op het bevorderen van de financiële redzaamheid en weerbaarheid, zoals budgetcoaching en het sociaal raadsliedenwerk, is de kans aanwezig dat mensen tussen wal en schip vallen.
  • Bij recidive stellen alle gemeenten hun voorwaarden, waarbij structurele schulddienstverlening op kosten van de gemeente niet tot de mogelijkheden behoort.
  • ZZP'ers zijn niet toelaatbaar tot schulddienstverlening door de Stadsbank Oost Nederland. De Stadsbank Oost Nederland heeft onvoldoende financiële mogelijkheden om budgetcoaching blijvend aan te bieden.

Efficiëntie schuldhulpverlening

-

Alphen aan den Rijn (2021)

Wet- en regelgeving

  • De financiële sturing ligt op programmaniveau en niet op het niveau van afzonderlijke regelingen. Hierdoor is de gemeente in staat om snel te anticiperen of te reageren op de gevolgen van de coronacrisis en toekomstige wetswijzigingen. Dat maakt Financieel Fit tot een bruikbaar instrument in handen van het college.

Beleid(sdoelen)

  • Voor het armoede- en het schuldhulpverleningsbeleid in Alphen aan den Rijn zijn geen beleidsdoelen op strategisch-tactisch niveau geformuleerd. De doeltreffendheid ervan is daarom niet goed vast te stellen. Op het overkoepelende niveau van het sociaal domein zijn wel heel algemene kaders gesteld, maar deze zijn niet concreet genoeg om te kunnen meten.
  • Op operationeel niveau wordt de uitvoering van armoedebestrijding en schuldhulpverlening vooral gebaseerd op de actie-agenda Financieel Fit. Die doelen zijn concreet geformuleerd, maar niet goed meetbaar omdat er geen referentiejaar is vastgesteld en een aantal termen nog niet is gespecificeerd.

Budget

-

Begroting/Jaarverslag

-

Uitgaven

  • De financiële sturing ligt op programmaniveau en niet op het niveau van afzonderlijke regelingen. Hierdoor is de gemeente in staat om snel te anticiperen of te reageren op de gevolgen van de coronacrisis en toekomstige wetswijzigingen. Dat maakt Financieel Fit tot een bruikbaar instrument in handen van het college.

Sturende rol college

  • De actie-agenda wordt vastgesteld en bijgesteld door het college.
  • De financiële sturing ligt op programmaniveau en niet op het niveau van afzonderlijke regelingen. Hierdoor is de gemeente in staat om snel te anticiperen of te reageren op de gevolgen van de coronacrisis en toekomstige wetswijzigingen. Dat maakt Financieel Fit tot een bruikbaar instrument in handen van het college.

Kaderstellende rol

  • De raad staat op (te) grote afstand voor sturing op belangrijke dossiers.

Controlerende rol

  • Door de raad is niet goed vast te stellen of de uitvoering volgens plan verloopt, omdat de rapportage daarover niet aansluit bij de planning- en controlcyclus.
  • De raad staat op (te) grote afstand voor sturing op belangrijke dossiers.

Monitoring

-

Evaluatie/onderzoek

-

Informatievoorziening sturing

-

Informatievoorziening kaderstelling

-

Informatievoorziening controle

-

Organisatie uitvoering schuldhulpverlening

-

Uitvoering schuldhulpverlening

  • Op operationeel niveau wordt de uitvoering van armoedebestrijding en schuldhulpverlening vooral gebaseerd op de actie-agenda Financieel Fit. Die doelen zijn concreet geformuleerd, maar niet goed meetbaar omdat er geen referentiejaar is vastgesteld en een aantal termen nog niet is gespecificeerd.
  • Door de raad niet goed vast te stellen of de uitvoering volgens plan verloopt, omdat de rapportage daarover niet aansluit bij de planning- en controlcyclus.
  • Het opgavegericht werken maakt het mogelijk maakt om flexibel en snel in te spelen op actuele ontwikkelingen. Dat komt in het algemeen de effectiviteit van de instrumenten ten goede.

Betrokken partijen

-

Samenwerking

-

Gegevens- en informatieuitwisseling

-

Toegang tot/bereik schuldhulpverlening

-

Aansluiting vraag en aanbod

-

Doelgroepen

-

Informatievoorziening inwoners/doelgroepen

-

Communicatie met cliënten

-

Specifieke hulpprogramma's

  • Op operationeel niveau wordt de uitvoering van armoedebestrijding en schuldhulpverlening vooral gebaseerd op de actie-agenda Financieel Fit. Die doelen zijn concreet geformuleerd, maar niet goed meetbaar omdat er geen referentiejaar is vastgesteld en een aantal termen nog niet is gespecificeerd.
  • Financieel Fit kent twee sporen:
  • Spoor 1, Schuldenzorgvrij, is gericht op de schuldhulpverlening en heeft als overkoepelend doel
    het voorkomen van (ernstige gevolgen van) problematische schulden.
  • Spoor 2, Ruimte om mee te doen, is gericht op armoedebestrijding en heeft als overkoepelend
    doel het voorkomen dat mensen maatschappelijk niet meer participeren vanwege een laag inkomen.
    Beide sporen zijn uitgewerkt in projecten en operationele doelen.

Preventie

-

(Vroeg)signalering

-

Nazorg

-

Prestaties schuldhulpverlening

-

Resultaat schuldhulpverlening

-

Effectiviteit schuldhulpverlening

  • Voor het armoede- en het schuldhulpverleningsbeleid in Alphen aan den Rijn zijn geen beleidsdoelen op strategisch-tactisch niveau geformuleerd. De doeltreffendheid ervan is daarom niet goed vast te stellen. Op het overkoepelende niveau van het sociaal domein zijn wel heel algemene kaders gesteld, maar deze zijn niet concreet genoeg om te kunnen meten.
  • Op operationeel niveau wordt de uitvoering van armoedebestrijding en schuldhulpverlening vooral gebaseerd op de actie-agenda Financieel Fit. Die doelen zijn concreet geformuleerd, maar niet goed meetbaar omdat er geen referentiejaar is vastgesteld en een aantal termen nog niet is gespecificeerd.
  • Het opgavegericht werken maakt het mogelijk maakt om flexibel en snel in te spelen op actuele ontwikkelingen. Dat komt in het algemeen de effectiviteit van de instrumenten ten goede.

Efficiëntie schuldhulpverlening

-

Amstelveen (2019)

Wet- en regelgeving

-

Beleid(sdoelen)

-

Budget

-

Begroting/Jaarverslag

-

Uitgaven

-

Sturende rol college

  • Door te lang gebruik te maken van een verouderd registratiesysteem bij de schuldhulpverlening is er geen inzicht in de in- en uitstroom van klanten. Zo kan de gemeente bijvoorbeeld niet zien wat het slagingspercentage is van de schuldhulpverleningstrajecten en in hoeverre er sprake is van recidive. Zonder deze data is het vrijwel onmogelijk om goed sturing te geven aan het proces.

Kaderstellende rol

  • Door te lang gebruik te maken van een verouderd registratiesysteem bij de schuldhulpverlening is er geen inzicht in de in- en uitstroom van klanten. Zo kan de gemeente bijvoorbeeld niet zien wat het slagingspercentage is van de schuldhulpverleningstrajecten en in hoeverre er sprake is van recidive. Zonder deze data is het vrijwel onmogelijk om goed sturing te geven aan het proces.

Controlerende rol

-

Monitoring

  • Door te lang gebruik te maken van een verouderd registratiesysteem bij de schuldhulpverlening is er geen inzicht in de in- en uitstroom van klanten. Zo kan de gemeente bijvoorbeeld niet zien wat het slagingspercentage is van de schuldhulpverleningstrajecten en in hoeverre er sprake is van recidive. Zonder deze data is het vrijwel onmogelijk om goed sturing te geven aan het proces.

Evaluatie/onderzoek

  • Het meest recente klantervaringsonderzoek is uit 2015.

Informatievoorziening sturing

-

Informatievoorziening kaderstelling

-

Informatievoorziening controle

-

Organisatie uitvoering schuldhulpverlening

-

Uitvoering schuldhulpverlening

  • De gemeente Amstelveen maakt weinig gebruik van het saneringskrediet dat door de Gemeentelijke Kredietbank Amsterdam kan worden verstrekt.

Betrokken partijen

-

Samenwerking

  • Uit de gesprekken met ketenpartners als Participe en Humanitas is naar voren gekomen dat er behoefte is aan meer verbinding tussen bestaande initiatieven.
  • Er is al een goede samenwerking tussen het Sociaal Team en Participe waarbij er op het moment van een complexe casus afstemming plaatsvindt tussen de wijkcoach van Participe en een medewerker van het Sociaal Team. Toch blijkt dat in de praktijk niet iedereen van elk initiatief op de hoogte is. Zo wist Participe niet af van het initiatief de Kledingbank.

Gegevens- en informatieuitwisseling

-

Toegang tot/bereik schuldhulpverlening

-

Aansluiting vraag en aanbod

-

Doelgroepen

  • Er is onvoldoende aandacht voor doelgroepen die nu vaak buiten de boot vallen voor een schuldregeling. Hieronder vallen onder andere zzp’ers en studenten. Bij zzp'ers kan dit komen doordat ze volgens schuldhulpverleners een bedrijf zijn en geen privépersoon. Pas als ze hun eenmansbedrijf opzeggen, zouden ze in aanmerking kunnen komen voor schuldhulp. Daarnaast kan het zijn dat ze schulden hebben bij boekhouders waardoor er geen inzicht kan worden geboden in de schulden en er dus geen afspraken gemaakt kunnen worden met schuldeisers. Studenten met schulden worden doorgaans niet geholpen omdat ze een inkomen hebben dat bestaat uit studiefinanciering, wat door de gemeente niet gezien wordt als inkomen. In deze situaties is maatwerk ongelofelijk belangrijk.

Informatievoorziening inwoners/doelgroepen

-

Communicatie met cliënten

-

Specifieke hulpprogramma's

-

Preventie

-

(Vroeg)signalering

-

Nazorg

-

Prestaties schuldhulpverlening

  • Door te lang gebruik te maken van een verouderd registratiesysteem bij de schuldhulpverlening is er geen inzicht in de in- en uitstroom van klanten. Zo kan de gemeente bijvoorbeeld niet zien wat het slagingspercentage is van de schuldhulpverleningstrajecten en in hoeverre er sprake is van recidive. Zonder deze data is het vrijwel onmogelijk om goed sturing te geven aan het proces.

Resultaat schuldhulpverlening

  • Door te lang gebruik te maken van een verouderd registratiesysteem bij de schuldhulpverlening is er geen inzicht in de in- en uitstroom van klanten. Zo kan de gemeente bijvoorbeeld niet zien wat het slagingspercentage is van de schuldhulpverleningstrajecten en in hoeverre er sprake is van recidive. Zonder deze data is het vrijwel onmogelijk om goed sturing te geven aan het proces.

Effectiviteit schuldhulpverlening

  • Door te lang gebruik te maken van een verouderd registratiesysteem bij de schuldhulpverlening is er geen inzicht in de in- en uitstroom van klanten. Zo kan de gemeente bijvoorbeeld niet zien wat het slagingspercentage is van de schuldhulpverleningstrajecten en in hoeverre er sprake is van recidive. Zonder deze data is het vrijwel onmogelijk om goed sturing te geven aan het proces.

Efficiëntie schuldhulpverlening

-

Amsterdam (2021)

Wet- en regelgeving

-

Beleid(sdoelen)

  • Ambities schuldhulpverlening en armoede beperkt op weg.
  • Ambities vooral voortzetting bestaand beleid, merendeel maatregelen is nieuw en resultaatgericht.
  • Maatregelenpakket passend voor alle elf ambities.
  • Begrippen beperkt geoperationaliseerd.

Budget

-

Begroting/Jaarverslag

-

Uitgaven

-

Sturende rol college

-

Kaderstellende rol

-

Controlerende rol

-

Monitoring

-

Evaluatie/onderzoek

  • Ontbrekend nader zicht op de doelgroep.

Informatievoorziening sturing

  • Ontbrekend nader zicht op de doelgroep.

Informatievoorziening kaderstelling

  • Ontbrekend nader zicht op de doelgroep.

Informatievoorziening controle

  • Ontbrekend nader zicht op de doelgroep.

Organisatie uitvoering schuldhulpverlening

-

Uitvoering schuldhulpverlening

  • Ambities schuldhulpverlening en armoede beperkt op weg.
  • Drie bijstellingen in de uitvoering als gevolg van corona.
  • Maatregelenpakket passend voor alle elf ambities.
  • Ontbrekend zicht op bestaande uitvoering.
  • Gezette stappen door corona-intensiveringen deels teruggedraaid.

Betrokken partijen

-

Samenwerking

-

Gegevens- en informatieuitwisseling

-

Toegang tot/bereik schuldhulpverlening

-

Aansluiting vraag en aanbod

-

Doelgroepen

  • Ontbrekend nader zicht op de doelgroep.

Informatievoorziening inwoners/doelgroepen

-

Communicatie met cliënten

-

Specifieke hulpprogramma's

-

Preventie

-

(Vroeg)signalering

-

Nazorg

-

Prestaties schuldhulpverlening

-

Resultaat schuldhulpverlening

-

Effectiviteit schuldhulpverlening

-

Efficiëntie schuldhulpverlening

-

Arnhem (2019)

Wet- en regelgeving

  • Het beleid geeft een goede invulling aan de Wgs.

Beleid(sdoelen)

  • Aan het beleid t.a.v. schulddienstverlening ligt een onderbouwde probleemanalyse ten grondslag.
  • Er zijn concrete maatregelen geformuleerd om de gestelde doelen te realiseren.
  • De doelen en maatregelen zijn in lijn met de probleemanalyse.
  • Het beleid geeft een goede invulling aan de Wgs.
  • Er zijn voor Rijnstad en Plangroep meetbare doelen opgesteld. Periodiek is er met de gemeente overleg over de realisatie van deze doelen.
  • Er zijn geen meetbare doelen t.a.v. schulddienstverlening geformuleerd voor de Sociale Wijkteams. De Wijkteams hebben hun registratie inmiddels wel enigermate uitgebreid.

Budget

-

Begroting/Jaarverslag

-

Uitgaven

  • Arnhem geeft meer geld uit aan schulddienstverlening dan het landelijk gemiddelde. Arnhem besteedt 1.574 euro per 100 inwoners, landelijk is dat 1.190 euro per 100 inwoners.
  • Er is overigens geen inzicht in de kosten die wijkteams maken ten aanzien van schulddienstverlening.

Sturende rol college

  • Er zijn voor Rijnstad en Plangroep meetbare doelen opgesteld. Periodiek is er met de gemeente overleg over de realisatie van deze doelen.
  • Er zijn geen meetbare doelen t.a.v. schulddienstverlening geformuleerd voor de Sociale Wijkteams. De Wijkteams hebben hun registratie inmiddels wel enigermate uitgebreid.
  • De gemeente voert actief regie op de taakuitvoering en samenwerking.

Kaderstellende rol

-

Controlerende rol

-

Monitoring

  • Er zijn geen meetbare doelen t.a.v. schulddienstverlening geformuleerd voor de Sociale Wijkteams. De Wijkteams hebben hun registratie inmiddels wel enigermate uitgebreid.
  • Inzicht ontbreekt in de omvang en samenstelling van de doelgroep inwoners met problematische schulden en welk gedeelte hiervan wordt bereikt.
  • Inzicht ontbreekt in hoeveel mensen worden geholpen met de hulp van het wijkteam.Inmiddels is de registratie hierop uitgebreid. De komende tijd moet blijken of deze het gewenste inzicht oplevert.

Evaluatie/onderzoek

  • Aan het beleid t.a.v. schulddienstverlening ligt een onderbouwde probleemanalyse ten grondslag.
  • De doelen en maatregelen zijn in lijn met de probleemanalyse.

Informatievoorziening sturing

  • Er zijn voor Rijnstad en Plangroep meetbare doelen opgesteld. Periodiek is er met de gemeente overleg over de realisatie van deze doelen.
  • Er zijn geen meetbare doelen t.a.v. schulddienstverlening geformuleerd voor de Sociale Wijkteams. De Wijkteams hebben hun registratie inmiddels wel enigermate uitgebreid.
  • Inzicht ontbreekt in de omvang en samenstelling van de doelgroep inwoners met problematische schulden en welk gedeelte hiervan wordt bereikt.
  • Inzicht ontbreekt in hoeveel mensen worden geholpen met de hulp van het wijkteam.Inmiddels is de registratie hierop uitgebreid. De komende tijd moet blijken of deze het gewenste inzicht oplevert.

Informatievoorziening kaderstelling

  • Inzicht ontbreekt in de omvang en samenstelling van de doelgroep inwoners met problematische schulden en welk gedeelte hiervan wordt bereikt.
  • Inzicht ontbreekt in hoeveel mensen worden geholpen met de hulp van het wijkteam.Inmiddels is de registratie hierop uitgebreid. De komende tijd moet blijken of deze het gewenste inzicht oplevert.

Informatievoorziening controle

  • Inzicht ontbreekt in de omvang en samenstelling van de doelgroep inwoners met problematische schulden en welk gedeelte hiervan wordt bereikt.
  • Inzicht ontbreekt in hoeveel mensen worden geholpen met de hulp van het wijkteam.Inmiddels is de registratie hierop uitgebreid. De komende tijd moet blijken of deze het gewenste inzicht oplevert.

Organisatie uitvoering schuldhulpverlening

  • Er zijn voor Rijnstad en Plangroep meetbare doelen opgesteld. Periodiek is er met de gemeente overleg over de realisatie van deze doelen.
  • Er zijn geen meetbare doelen t.a.v. schulddienstverlening geformuleerd voor de Sociale Wijkteams. De Wijkteams hebben hun registratie inmiddels wel enigermate uitgebreid.
  • De regierol van de wijkcoach na overdracht aan Rijnstad en PLANgroep moet beter worden geborgd. Als de wijkcoach uit positie raakt kan deze ook geen regie voeren.
  • De nazorg moet explicieter worden belegd. Onder andere: binnen een jaar na het beëindigen van de dienstverlening contact opnemen om te informeren of inkomsten en uitgaven nog steeds in evenwicht zijn.
  • De hulp aan ondernemers met schulden moet worden verbeterd. Duidelijk moet worden hoe het Bureau bijstandverlening zelfstandigen het best kan worden betrokken bij de Arnhemse route.

Uitvoering schuldhulpverlening

  • Indien een persoon zich tot de gemeente wendt voor schulddienstverlening, vindt binnen vier weken het eerste gesprek plaats waarin de hulpvraag wordt vastgesteld.
  • Indien er sprake is van een bedreigende situatie vindt binnen drie werkdagen het eerste gesprek plaats, waarin de hulpvraag wordt vastgesteld.
  • Het effect van wat wijkteams doen is thans onduidelijk. Er is geen helder beeld over het aantal cliënten, de bestede tijd en geld en het bereikte effect, noch over de doorlooptijd. De registratie is niet op orde.
  • De taakopvatting en kennis van wijkcoaches ten aanzien van schulddienstverlening verdient blijvende aandacht. De doortastendheid waarmee inwoners met problematische schulden nu worden geholpen verschilt per coach.
  • De regierol van de wijkcoach na overdracht aan Rijnstad en PLANgroep moet beter worden geborgd. Als de wijkcoach uit positie raakt kan deze ook geen regie voeren.
  • Gedurende de ondersteuning moet meer aandacht besteed worden aan het verhogen van de financiële zelfredzaamheid, om te voorkomen dat inwoners na het beëindigen van de dienstverlening opnieuw in de problemen komen.
  • De ervaringen met wijkcoaches zijn positief. Mensen voelen zich gehoord door hun coach. Zij hebben het gevoel dat de coach aan hun kant staat en voor hun belang opkomt. Dat betekent niet per sé dat daarmee iets bereikt wordt.
  • Het kan lang duren voordat schulddienstverlening echt op gang komt.
  • Het duurt regelmatig lang voordat er duidelijkheid is over inkomen, uitgaven en schulden. Het duurt ook regelmatig lang voordat duidelijk is wel traject het meest passend is. Stabilisatietrajecten verlopen zelden in een rechte lijn. De meeste trajecten kennen hick ups. Alledaagse zaken kunnen leiden tot onduidelijkheid en tot vertraging.
  • De hulp aan ondernemers met schulden moet worden verbeterd. Duidelijk moet worden hoe het Bureau bijstandverlening zelfstandigen het best kan worden betrokken bij de Arnhemse route.

Betrokken partijen

-

Samenwerking

  • De overdracht van inwoners van Rijnstad naar PLANgroep verloopt over het algemeen goed.
  • De overdracht van wijkteam naar Rijnstad verdient aandacht. Met name de financiële gegevens vragen extra aandacht. Zo zijn de ervaringen met de berekening van het vrij te laten bedrag wisselend.

Gegevens- en informatieuitwisseling

  • De overdracht van inwoners van Rijnstad naar PLANgroep verloopt over het algemeen goed.
  • De overdracht van wijkteam naar Rijnstad verdient aandacht. Met name de financiële gegevens vragen extra aandacht. Zo zijn de ervaringen met de berekening van het vrij te laten bedrag wisselend.

Toegang tot/bereik schuldhulpverlening

  • Indien een persoon zich tot de gemeente wendt voor schulddienstverlening, vindt binnen vier weken het eerste gesprek plaats waarin de hulpvraag wordt vastgesteld.
  • Naar schatting maakte in 2017 per 10.000 Arnhemmers er tussen de 130 en 194 gebruik van schulddienstverlening. Dit is hoger dan in gemeenten van vergelijkbare omvang in dat jaar (110) en dan het landelijk gemiddelde (92). Een verklaring hiervoor is dat Arnhem ten opzichte van gemeenten met een vergelijkbare omvang, meer huishoudens heeft die moeten rondkomen van een laag inkomen.
  • De gemeente heeft maatregelen genomen op belangrijke factoren die de toegankelijkheid van de schulddienstverlening kunnen belemmeren.
  • Inwoners weten hun weg naar het wijkteam snel te vinden.

Aansluiting vraag en aanbod

-

Doelgroepen

  • De hulp aan ondernemers met schulden moet worden verbeterd. Duidelijk moet worden hoe het Bureau bijstandverlening zelfstandigen het best kan worden betrokken bij de Arnhemse route.

Informatievoorziening inwoners/doelgroepen

-

Communicatie met cliënten

-

Specifieke hulpprogramma's

-

Preventie

  • Gedurende de ondersteuning moet meer aandacht besteed worden aan het verhogen van de financiële zelfredzaamheid, om te voorkomen dat inwoners na het beëindigen van de dienstverlening opnieuw in de problemen komen.

(Vroeg)signalering

-

Nazorg

  • De nazorg moet explicieter worden belegd. Onder andere: binnen een jaar na het beëindigen van de dienstverlening contact opnemen om te informeren of inkomsten en uitgaven nog steeds in evenwicht zijn.

Prestaties schuldhulpverlening

  • Het effect van wat wijkteams doen is thans onduidelijk. Er is geen helder beeld over het aantal cliënten, de bestede tijd en geld en het bereikte effect, noch over de doorlooptijd. De registratie is niet op orde.

Resultaat schuldhulpverlening

  • Het effect van wat wijkteams doen is thans onduidelijk. Er is geen helder beeld over het aantal cliënten, de bestede tijd en geld en het bereikte effect, noch over de doorlooptijd. De registratie is niet op orde.

Effectiviteit schuldhulpverlening

  • Het effect van wat wijkteams doen is thans onduidelijk. Er is geen helder beeld over het aantal cliënten, de bestede tijd en geld en het bereikte effect, noch over de doorlooptijd. De registratie is niet op orde.

Efficiëntie schuldhulpverlening

  • Het effect van wat wijkteams doen is thans onduidelijk. Er is geen helder beeld over het aantal cliënten, de bestede tijd en geld en het bereikte effect, noch over de doorlooptijd. De registratie is niet op orde.
  • Arnhem geeft meer geld uit aan schulddienstverlening dan het landelijk gemiddelde. Arnhem besteedt 1.574 euro per 100 inwoners, landelijk is dat 1.190 euro per 100 inwoners.
  • Er is overigens geen inzicht in de kosten die wijkteams maken ten aanzien van schulddienstverlening.

Beverwijk (2021)

Wet- en regelgeving

  • De gemeente voldoet aan haar wettelijke taak.

Beleid(sdoelen)

-

Budget

-

Begroting/Jaarverslag

-

Uitgaven

-

Sturende rol college

-

Kaderstellende rol

-

Controlerende rol

-

Monitoring

-

Evaluatie/onderzoek

-

Informatievoorziening sturing

-

Informatievoorziening kaderstelling

-

Informatievoorziening controle

-

Organisatie uitvoering schuldhulpverlening

  • Instrumenten en uitvoering schuldhulpverlening zijn op orde.

Uitvoering schuldhulpverlening

  • Instrumenten en uitvoering schuldhulpverlening zijn op orde.
  • De gemeente voldoet aan haar wettelijke taak.
  • De cliënt speelt een belangrijke rol of schuldhulpverlening succesvol is.

Betrokken partijen

-

Samenwerking

-

Gegevens- en informatieuitwisseling

-

Toegang tot/bereik schuldhulpverlening

  • Bij de mensen die de gemeente bereikt, kan geconcludeerd worden dat de gemeente haar werk goed doet.
  • Het bereik van inwoners met (problematische) schulden is ingewikkeld.

Aansluiting vraag en aanbod

-

Doelgroepen

-

Informatievoorziening inwoners/doelgroepen

-

Communicatie met cliënten

-

Specifieke hulpprogramma's

-

Preventie

-

(Vroeg)signalering

  • Vroegsignalering wordt al langere tijd ingezet.

Nazorg

-

Prestaties schuldhulpverlening

-

Resultaat schuldhulpverlening

  • Bij de mensen die de gemeente bereikt, kan geconcludeerd worden dat de gemeente haar werk goed doet.

Effectiviteit schuldhulpverlening

  • De cliënt speelt een belangrijke rol of schuldhulpverlening succesvol is.

Efficiëntie schuldhulpverlening

-

Borger-Odoorn (2021)

Wet- en regelgeving

-

Beleid(sdoelen)

  • Wij constateren dat de doelstellingen deels gehaald worden. Een deel van mensen met schulden die hulp krijgen via de gemeente wordt nooit zelfredzaam of komen na verloop van tijd weer terug (bijvoorbeeld vanwege veranderde persoonlijke omstandigheden of de economische situatie).
  • Uit de gesprekken met de hulpvragers, met de gemeente, met Gemeentelijke Kredietbank en Andes blijkt dat er ruwweg drie groepen bestaan; De zelfredzame inwoner, de kwetsbare inwoner en de inwoner met altijd een vorm van ondersteuning. In het beleid zijn geen instrumenten opgenomen om met name de laatste doelgroep verder te helpen.
  • Het beleid is in 2013 vastgesteld en sindsdien hebben de verschillende organisaties een samenwerking gevonden. Het beleid is tot eind 2020 niet aangepast.
  • Verder maken inwoners gebruik van de Voedselbank. Humanitas en Vluchtelingenwerk. Deze organisaties zijn wel actief in Borger-Odoorn, maar niet onder regie van de gemeente, als ketenpartner. Deze organisaties zijn daardoor nauwelijks betrokken bij het beleid.

Budget

-

Begroting/Jaarverslag

-

Uitgaven

-

Sturende rol college

  • De gemeente kan winnen aan regie op de ketenpartners. De Gemeentelijke Kredietbank wordt vooral budget gestuurd. Verder zijn andere organisa8es actief bezig met het thema schuldhulpverlening. Deze organisaties zijn nauwelijks betrokken bij het beleid.

Kaderstellende rol

-

Controlerende rol

-

Monitoring

-

Evaluatie/onderzoek

-

Informatievoorziening sturing

-

Informatievoorziening kaderstelling

-

Informatievoorziening controle

  • Rapportage over de resultaten van schuldhulp vindt plaats als onderdeel van beleid en uitvoering in het sociale domein. Via bijpraat sessies met het sociaal team wordt de raad ook op de hoogte gehouden. De raad heeft, voor zover wij hebben kunnen constateren, zelf ook niet gevraagd om een specifieke rapportage, terwijl zij wel aangeven daar behoefte aan te hebben.

Organisatie uitvoering schuldhulpverlening

  • Ondanks een gebrek aan (afstemming van) beleid weten ketenpartners elkaar in de prakijk wel te vinden.

Uitvoering schuldhulpverlening

  • Er is maatwerk mogelijk. Wij constateren op basis van gesprekken met de inwoners dat in de uitvoering van het beleid wordt ingespeeld op de behoefte van de hulpvrager. De ketenpartners hebben een vrij grote mate van vrijheid om hun instrumenten in te zetten. Het regenboogmodel gaat uit van maatwerk. Een indicatie van maatwerk is het aantal keren dat er een beroep is gedaan op de hardheidsclausule. Echter er is niet geconstateerd dat er een beroep wordt gedaan op de hardheidsclausule.
  • Wij hebben geen signalen ontvangen over extra aandacht voor gezinnen met kinderen, bijstandsontvangers, ZZP’ers of dubbele inkomens.
  • Ook hebben hulpverleners nog geen signalen ontvangen dat er meer problemen zijn door de coronacrisis, al verwachten zij wel dat er meer financiële vragen zullen komen.
  • Waar hulpverleners wel een verandering zien, is in een toename van de complexiteit van de problematiek en te weinig kennis en tijd om goed te kunnen helpen bij statushouders.
  • Verder maken inwoners gebruik van de Voedselbank. Humanitas en Vluchtelingenwerk. Deze organisaties zijn wel actief in Borger-Odoorn, maar niet onder regie van de gemeente, als ketenpartner. Deze organisaties zijn daardoor nauwelijks betrokken bij het beleid.
  • Wij constateren dat de uitvoering steeds meer bij de Stichting Sociale Teams is komen te liggen en minder bij de Gemeentelijke Kredietbank . Uit de gesprekken met gemeente en de Gemeentelijke Kredietbank blijkt dat dit komt door een combinatie van budgekaire en sturingsargumenten. Het is goedkoper om schuldhulpverlening – de minnelijke trajecten die in Borger-Odoorn onder schulddienstverlening vallen– door de Stichting Sociale Teams te laten uitvoeren. Daarnaast is dat dichterbij de gemeente, waardoor een meer integrale aanpak van de schuldenproblematiek mogelijk is. Wij hebben dat laatste niet kunnen constateren

Betrokken partijen

  • Op uitvoeringsniveau weten de Stichting Sociale Teams Borger-Odoorn, welzijnsorganisatie Andes en de Gemeentelijke Kredietbank elkaar wel te vinden. Contacten met de gemeente worden daarbij door alle organisaties omschreven als goed.
  • Verder maken inwoners gebruik van de Voedselbank. Humanitas en Vluchtelingenwerk. Deze organisaties zijn wel actief in Borger-Odoorn, maar niet onder regie van de gemeente, als ketenpartner. Deze organisaties zijn daardoor nauwelijks betrokken bij het beleid.

Samenwerking

  • Er is weinig beleidsmatig contact tussen de Gemeentelijke Kredietbank en de overige ketenpartners.
  • Er zijn afspraken gemaakt met energiecorporaties en woningcorporaties, deze zijn niet in alle gevallen formeel vastgelegd.
  • De gemeente heeft een goede samenwerking met de Stichting Sociale Teams Borger-Odoorn, welzijnsorganisatie Andes en de Gemeentelijke Kredietbank. Op beleidsniveau hebben deze organisaties in mindere mate contact met elkaar en vertolken zij hun eigen interpretatie van de visie die de gemeente heeft.
  • Op uitvoeringsniveau weten deze organisaties elkaar wel te vinden. Contacten met de gemeente worden daarbij door alle organisaties omschreven als goed.
  • Verder maken inwoners gebruik van de Voedselbank. Humanitas en Vluchtelingenwerk. Deze organisaties zijn wel actief in Borger-Odoorn, maar niet onder regie van de gemeente, als ketenpartner. Deze organisaties zijn daardoor nauwelijks betrokken bij het beleid.

Gegevens- en informatieuitwisseling

-

Toegang tot/bereik schuldhulpverlening

  • Waar hulpverleners wel een verandering zien, is in een toename van de complexiteit van de problematiek en te weinig kennis en tijd om goed te kunnen helpen bij statushouders.

Aansluiting vraag en aanbod

-

Doelgroepen

  • Wij hebben geen signalen ontvangen over extra aandacht voor gezinnen met kinderen, bijstandsontvangers, ZZP’ers of dubbele inkomens.
  • Ook hebben hulpverleners nog geen signalen ontvangen dat er meer problemen zijn door de coronacrisis, al verwachten zij wel dat er meer financiële vragen zullen komen.
  • Waar hulpverleners wel een verandering zien, is in een toename van de complexiteit van de problematiek en te weinig kennis en tijd om goed te kunnen helpen bij statushouders.

Informatievoorziening inwoners/doelgroepen

-

Communicatie met cliënten

-

Specifieke hulpprogramma's

-

Preventie

-

(Vroeg)signalering

-

Nazorg

  • Er is wel een vorm van nazorg, maar die is informeel (bv. een berichtje naar een medewerker van het sociaal team met een korte vraag die te klein is om opnieuw het dossier te openen, maar wel wordt beantwoord). Andes probeert dit wel op te lossen met budgetmaatjes, maar dit is niet in beleid opgenomen.

Prestaties schuldhulpverlening

-

Resultaat schuldhulpverlening

  • Wij constateren dat de doelstellingen deels gehaald worden. Een deel van mensen met schulden die hulp krijgen via de gemeente wordt nooit zelfredzaam of komen na verloop van tijd weer terug (bijvoorbeeld vanwege veranderde persoonlijke omstandigheden of de economische situatie).
  • Er is wel een vorm van nazorg, maar die is informeel (bv. een berichtje naar een medewerker van het sociaal team met een korte vraag die te klein is om opnieuw het dossier te openen, maar wel wordt beantwoord). Andes probeert dit wel op te lossen met budgetmaatjes, maar dit is niet in beleid opgenomen.

Effectiviteit schuldhulpverlening

  • De effectiviteit is lastig vast te stellen, niet iedereen wordt duurzaam financieel zelfredzaam. Het beleid geeft wel een nuance aan, namelijk “het behalen van het hoogst haalbare niveau van zelfredzaamheid”. In werkelijkheid is het ook zo dat niet iedereen zonder hulp kan, de afronding van, of uitstroom uit een traject is daardoor niet altijd het einde van het probleem.
  • Uit de gesprekken met de hulpvragers, met de gemeente, met Gemeentelijke Kredietbank en Andes blijkt dat er ruwweg drie groepen bestaan; De zelfredzame inwoner, de kwetsbare inwoner en de inwoner met altijd een vorm van ondersteuning. In het beleid zijn geen instrumenten opgenomen om met name de laatste doelgroep verder te helpen.

Efficiëntie schuldhulpverlening

-

Brummen (2018)

Wet- en regelgeving

-

Beleid(sdoelen)

-

Budget

-

Begroting/Jaarverslag

-

Uitgaven

-

Sturende rol college

-

Kaderstellende rol

-

Controlerende rol

-

Monitoring

-

Evaluatie/onderzoek

-

Informatievoorziening sturing

-

Informatievoorziening kaderstelling

-

Informatievoorziening controle

-

Organisatie uitvoering schuldhulpverlening

-

Uitvoering schuldhulpverlening

-

Betrokken partijen

-

Samenwerking

-

Gegevens- en informatieuitwisseling

-

Toegang tot/bereik schuldhulpverlening

-

Aansluiting vraag en aanbod

-

Doelgroepen

-

Informatievoorziening inwoners/doelgroepen

-

Communicatie met cliënten

-

Specifieke hulpprogramma's

-

Preventie

-

(Vroeg)signalering

-

Nazorg

-

Prestaties schuldhulpverlening

-

Resultaat schuldhulpverlening

-

Effectiviteit schuldhulpverlening

-

Efficiëntie schuldhulpverlening

-

Buch-gemeenten (Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo) (2021)

Wet- en regelgeving

-

Beleid(sdoelen)

  • De operationele doelen van het actieplan minimabeleid en financiële zelfredzaamheid zijn in algemene termen opgesteld en niet SMART geformuleerd.
  • De doelen van het beleidsplan schuldhulpverlening zijn deels SMART geformuleerd.
  • De actie-agenda ‘Op weg naar een schuldenvrij Bergen’ (2020) bevat wel concrete doelen die SMART zijn geformuleerd.
  • Het beleid rond armoede en schulden is door de harmonisatie van het beleid in de vier BUCH- gemeenten op hoofdlijnen hetzelfde.
  • De vier BUCH-gemeenten hebben bij de harmonisatie hun individuele beleidsbevoegdheden behouden.
  • De gemeenten Bergen en Castricum hebben aanvullende beleidsactiviteiten ondernomen, zoals het opstellen van een eigen actie-agenda op het gebied van schulden (Bergen) en het laten onderzoeken van de armoedeval in de eigen gemeente (Castricum).
  • De vier gemeenten kunnen hun individuele beleidsbevoegdheden gebruiken om aandacht te besteden aan specifieke groepen zoals jongeren, vergunninghouders, alleenstaande ouders, (ex-)zelfstandig ondernemers, ouderen (in Bergen) en werkende armen (in Castricum).
  • Raadsleden kunnen zich beter focussen op het ‘wat’ dan op het ‘hoe’. De raden moeten formuleren welke doelstellingen het beleid moet hebben, op welke groepen ze zich richten en welke concrete en controleerbare doelen/uitkomsten in een bepaalde periode behaald dienen te worden. Dat is straks ook van belang bij de vorming van het regionale Participatiebedrijf.

Budget

  • Geïnterviewden ervaren soms onvoldoende duidelijkheid over de specifieke wensen en prioriteiten van de gemeenteraden, qua informatievoorziening of over de kosten die (extra) inzet met zich mee mag brengen binnen de financiële kaders.

Begroting/Jaarverslag

  • De Colleges rapporteren aan de gemeenteraden op hoofdlijnen via programmabegrotingen en jaarstukken die geen gedetailleerde informatie over armoede en schuldhulpverlening geven.

Uitgaven

-

Sturende rol college

-

Kaderstellende rol

  • De vier BUCH-gemeenten hebben bij de harmonisatie hun individuele beleidsbevoegdheden behouden.
  • De gemeenten Bergen en Castricum hebben aanvullende beleidsactiviteiten ondernomen, zoals het opstellen van een eigen actie-agenda op het gebied van schulden (Bergen) en het laten onderzoeken van de armoedeval in de eigen gemeente (Castricum).
  • Daarnaast kunnen de gemeenten hun individuele beleidsbevoegdheden gebruiken om aandacht te besteden aan specifieke groepen zoals jongeren, vergunninghouders, alleenstaande ouders, (ex-)zelfstandig ondernemers, ouderen (in Bergen) en werkende armen (in Castricum).
  • Raadsleden kunnen zich beter focussen op het ‘wat’ dan op het ‘hoe’. De raden moeten formuleren welke doelstellingen het beleid moet hebben, op welke groepen ze zich richten en welke concrete en controleerbare doelen/uitkomsten in een bepaalde periode behaald dienen te worden. Dat is straks ook van belang bij de vorming van het regionale Participatiebedrijf.
  • De gemeenteraden bepalen uiteindelijk zelf welke taken zij ‘weggeven’ aan de regio. Door uitvoeringstaken regionaal te beleggen en daar als raad de kaders voor te stellen, is er niet per se sprake van een gebrek aan democratische legitimatie. Dit vraagt wel om duidelijke kaders en dat de colleges aan de raden verantwoording afleggen over de vraag hoe het in regionaal verband met de lokale eisen van de eigen gemeenteraad is gegaan.
  • Geïnterviewden ervaren soms onvoldoende duidelijkheid over de specifieke wensen en prioriteiten van de gemeenteraden, qua informatievoorziening of over de kosten die (extra) inzet met zich mee mag brengen binnen de financiële kaders.

Controlerende rol

-

Monitoring

  • Op basis van ons onderzoek kunnen we vaststellen dat de informatievoorziening aan de raden met betrekking tot armoede en schulden onvoldoende is. Er ontbreekt een standaard manier van monitoring en informatievoorziening aan de raden over armoede en schulden en de inzet van de BUCH-werkorganisatie op dat vlak.

Evaluatie/onderzoek

-

Informatievoorziening sturing

-

Informatievoorziening kaderstelling

  • Op basis van ons onderzoek kunnen we vaststellen dat de informatievoorziening aan de raden met betrekking tot armoede en schulden onvoldoende is. Er ontbreekt een standaard manier van monitoring en informatievoorziening aan de raden over armoede en schulden en de inzet van de BUCH-werkorganisatie op dat vlak.

Informatievoorziening controle

  • Als de uitvoerende organisatie op afstand staat, zoals met de BUCH-werkorganisatie is gebeurd, is het voor raadsleden moeilijk om de ins en outs van de uitvoeringsorganisatie te volgen. Zij ervaren dat ze over het algemeen te weinig zicht hebben op wat er op regionaal niveau gebeurt.
  • De Colleges rapporteren aan de gemeenteraden op hoofdlijnen via programmabegrotingen en jaarstukken die geen gedetailleerde informatie over armoede en schuldhulpverlening geven.
  • De gemeenteraadsleden die daar meer over willen weten, moeten daar echt induiken. Het is voor de raden ondoenlijk zich te bemoeien met de precieze uitvoering door de werkorganisatie en concrete invulling van de Sociale Teams. Het is bovendien ook niet hun taak.
  • Geïnterviewden ervaren soms onvoldoende duidelijkheid over de specifieke wensen en prioriteiten van de gemeenteraden, qua informatievoorziening of over de kosten die (extra) inzet met zich mee mag brengen binnen de financiële kaders.
  • Op basis van ons onderzoek kunnen we vaststellen dat de informatievoorziening aan de raden met betrekking tot armoede en schulden onvoldoende is. Er ontbreekt een standaard manier van monitoring en informatievoorziening aan de raden over armoede en schulden en de inzet van de BUCH-werkorganisatie op dat vlak.

Organisatie uitvoering schuldhulpverlening

  • Het werken met één werkorganisatie voor vier BUCH-gemeenten heeft geleid tot meer harmonisatie in de dienstverlening. Door de gemeentelijke samenwerking is ruimte ontstaan om bij elkaar te kijken: hoe pakt een andere gemeente iets op? De ervaring is dat de gemeenten steeds dichter naar elkaar zijn toegegroeid qua dienstverlening. Daarnaast maakt het werken met één werkorganisatie het gemakkelijker om nieuwe werkwijzen in één gemeente uit te rollen naar de overige gemeenten binnen de BUCH. In de afgelopen jaren is er veel geïnvesteerd in de kennis en deskundigheid van medewerkers, wat de kwaliteit en de efficiëntie van de uitvoering verder heeft verbeterd.
  • Tegelijkertijd hebben zowel bestuurders als uitvoerende professionals ervaren dat het sinds de ambtelijke fusie moeilijker is geworden om beleidsmedewerkers van de werkorganisatie te benaderen. De afstand tussen het beleid en de praktijk is groter geworden en dit wordt door bestuurders en uitvoerenden als een belangrijk aandachtspunt genoemd. Bij uitvoerende professionals is de ervaring dat, met de ambtelijke fusie, een grote organisatie is ontstaan waarbij het overzicht in wie je waarvoor kunt bereiken is verdwenen.

Uitvoering schuldhulpverlening

  • Uit de interviews blijkt dat professionals voldoende inzicht hebben in de inkomensondersteunende maatregelen en in de mogelijkheden voor hulp aan inwoners bij financiën en schulden.
  • Door het brede gesprek te voeren met de inwoners en, bij meer complexe casussen, binnen het Sociaal Team met collega’s te bespreken, worden (signalen van) armoede en schulden sneller herkend.
  • Over het algemeen hebben professionals voldoende inzicht in de mogelijkheden voor hulp bij armoede en schulden. Ze verwijzen inwoners op de afgesproken manier door
  • De professionals zijn in staat om signalen van armoede en schulden bij inwoners te herkennen.
  • In de praktijk kan nog meer worden ingezet op het financieel zelfredzaam maken van inwoners die in een schuldregeling zitten.
  • De schuldhulpverlening blijft in de praktijk een moeizaam proces. Het duurt vaak lange tijd voordat alle documenten zijn aangeleverd, en dan moet het feitelijke schuldregelingstraject (het minnelijk of het Wsnp-traject) nog van start gaan. Ook is het lastig om (alle) schuldeisers, deurwaarders en banken bereid te krijgen om mee te werken met een casus. Professionals opperen het idee dat de BUCH-gemeenten zouden kunnen inzetten op het ‘afkopen’ van schulden, zodat er sneller een minnelijke regeling kan worden getroffen.
  • De coronacrisis maakt het lastiger om mensen ‘vast te houden’, en om inwoners te helpen met het invullen van formulieren voor een aanvraag voor schuldhulpverlening of bijzondere bijstand.

Betrokken partijen

  • Door afspraken met de woningcorporatie Kennemer Wonen en de zorgverzekeraar over het doorgeven van betalingsachterstanden, wordt voorkomen dat schulden verder oplopen of een woninguitzetting dreigt.
  • De nutsbedrijven melden betalingsachterstanden aan Sociaal.nl.
  • Sommige professionals zijn bezorgd dat organisaties als Socius en MEE & De Wering minder klantgericht en meer resultaatgericht zijn gaan werken. Dit houdt in dat organisaties ‘te formeel of professioneel’ zouden werken, waarbij er minder met ‘kleine contactmomenten’ wordt gewerkt, en wat de rol van ‘naast de inwoner’ staan als ‘professional friend’ bemoeilijkt.

Samenwerking

  • Door het brede gesprek te voeren met de inwoners en, bij meer complexe casussen, binnen het Sociaal Team met collega’s te bespreken, worden (signalen van) armoede en schulden sneller herkend.
  • Dankzij de samenwerking tussen betrokken partijen, en ook met de inloopspreekuren geldzaken, zijn er korte lijnen, waardoor inwoners sneller en beter geholpen worden.
  • Door afspraken met de woningcorporatie Kennemer Wonen en de zorgverzekeraar over het doorgeven van betalingsachterstanden, wordt voorkomen dat schulden verder oplopen of een woninguitzetting dreigt.
  • De nutsbedrijven melden betalingsachterstanden aan Sociaal.nl.
  • De professionals zijn over het algemeen positief over de samenwerking binnen de Sociaal Teams en de samenwerking met Sociaal.nl, de Stichting Welzijn en overige betrokken partijen. Het algemene beeld uit de interviews is dat de samenwerking tussen partijen is verbeterd. Professionals weten elkaar beter te vinden en leren elkaar beter kennen, waarmee korte lijnen ontstaan. Wel denken en werken de verschillende functiegroepen binnen de Sociaal Teams (Jeugd, Wmo en Participatiewet) soms nog teveel vanuit hun eigen functiegroepen.
  • Waar professionals over het algemeen positief zijn over de samenwerking tussen organisaties, heeft dit volgens hen echter ook een keerzijde. Voor (zorgmijdende) inwoners kan het overkomen alsof de verschillende organisaties één front vormen. Het is belangrijk dat inwoners ervaren dat een professional en/of vrijwilliger ook ‘naast hen’ kan staan.
  • Volgens sommige professionals heeft de coronacrisis gevolgen gehad voor de samenwerking tussen organisaties en afdelingen binnen de BUCH-werkorganisatie. Doordat medewerkers elkaar niet meer fysiek troffen, was het lastiger om snel ‘te schakelen’ en de korte lijnen te behouden. Desalniettemin noemen professionals dat zij uiteindelijk hun draai hebben gevonden in het werken op afstand, ook in de samenwerking met anderen. De professionals vinden het belangrijk om, voor zover mogelijk, zoveel mogelijk op locatie te werken.

Gegevens- en informatieuitwisseling

  • Met ingang van 1 januari 2021 is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) gewijzigd en kunnen schuldhulpverleners zelf digitale informatiebronnen raadplegen, zoals bijvoorbeeld gegevens over schulden, salaris en andere inkomsten. Tussen de BUCH-gemeenten en nutsbedrijven waren ten tijde van het onderzoek nog geen formele afspraken (convenanten) gemaakt over het uitwisselen van informatie over betalingsachterstanden (deze zijn wel met de zorgverzekeraar en de woningcorporatie gemaakt). Die zijn er inmiddels wel.
  • Binnen de Sociaal Teams ervaren consulenten geen namen te mogen noemen wanneer ze een casus bespreken, en ze ervaren de informatie ook niet te mogen delen met consulenten uit andere functiegroepen. Professionals ervaren dit als een belemmering, ook doordat inwoners als gevolg hiervan meerdere keren hun verhaal moeten vertellen. Dit beeld komt niet overeen met het uitgangspunt over dienstverlening en de AVG, dat inhoudt dat privacyregels de dienstverlening niet hoeven te belemmeren.

Toegang tot/bereik schuldhulpverlening

  • De ondersteuning bij armoede en schulden is laagdrempelig en toegankelijk. Voor vragen en informatie over ondersteuning bij financiën en schulden kunnen inwoners op verschillende plekken terecht: fysiek, telefonisch en per mail. In vrijwel elk dorp of kern is er een locatie van het Sociaal Team en/of het inloopspreekuur geldzaken.
  • Inwoners zijn moeilijker te bereiken als ze geen hulp willen zoeken (de zogenoemde ‘zorgmijders’) of de weg naar ondersteuning niet weten te vinden.
  • Met name jongeren en mensen die een migratieachtergrond hebben en/of laaggeletterd zijn, worden volgens professionals nog onvoldoende bereikt.
  • De gemeenten zijn over het algemeen goed bereikbaar en toegankelijk. De gemeenten en de Sociaal Teams zijn op diverse locaties in de wijken, telefonisch en via de mail te bereiken. Vóór de coronacrisis konden inwoners zonder voorwaarden langskomen bij de inloopuren van de Sociaal Teams of de inloopspreekuren geldzaken in de wijken om hun ondersteuningsvragen toe te lichten en om informatie te krijgen. Over het algemeen zijn professionals en inwoners positief over de bereikbaarheid en toegankelijkheid van de gemeenten en de Sociaal Teams.
  • De BUCH-gemeenten spannen zich in om mensen met (ernstige) financiële problemen toe te leiden naar (schuld)hulpverlening en ‘aangehaakt’ te houden. Wel zien professionals ruimte voor verbetering waar het gaat om het (beter) bereiken van inwoners, en specifiek (groepen) inwoners die zelf minder goed in staat zijn om de ondersteuning te bereiken of die zorgmijdend zijn. Mogelijk positieve ontwikkeling is de start van het hierboven genoemde preventieteam per 1 oktober 2021.
  • De coronacrisis heeft grote gevolgen gehad voor de fysieke toegankelijkheid van de gemeentehuizen, de Sociaal Teams en ketenpartners. Er zijn, met name in 2020, bij de partijen minder financiële vragen van inwoners binnengekomen, vooral doordat er geen fysieke inloopspreekuren geldzaken meer waren.

Aansluiting vraag en aanbod

  • Er zijn nog mogelijkheden voor verbetering waar het gaat om preventie en de inzet van de Sociaal Teams om de wijken goed in kaart te brengen en laagdrempelig aanbod (waaronder voorlichtingsactiviteiten) hierop af te stemmen.

Doelgroepen

  • De vier gemeenten kunnen hun individuele beleidsbevoegdheden gebruiken om aandacht te besteden aan specifieke groepen zoals jongeren, vergunninghouders, alleenstaande ouders, (ex-)zelfstandig ondernemers, ouderen (in Bergen) en werkende armen (in Castricum).
  • Met name jongeren en mensen die een migratieachtergrond hebben en/of laaggeletterd zijn, worden volgens professionals nog onvoldoende bereikt.

Informatievoorziening inwoners/doelgroepen

  • Het in contact komen met moeilijk bereikbare doelgroepen kan verbeteren om hen verder te kunnen ondersteunen. In het najaar van 2021 is daarom gestart met een preventieteam van de Sociaal Teams. Het doel is dat hiermee de inzet op preventie wordt bevorderd.

Communicatie met cliënten

-

Specifieke hulpprogramma's

-

Preventie

  • Er zijn nog mogelijkheden voor verbetering waar het gaat om preventie en de inzet van de Sociaal Teams om de wijken goed in kaart te brengen en laagdrempelig aanbod (waaronder voorlichtingsactiviteiten) hierop af te stemmen.
  • Het in contact komen met moeilijk bereikbare doelgroepen kan verbeteren om hen verder te kunnen ondersteunen. In het najaar van 2021 is daarom gestart met een preventieteam van de Sociaal Teams. Het doel is dat hiermee de inzet op preventie wordt bevorderd.

(Vroeg)signalering

  • Door het brede gesprek te voeren met de inwoners en, bij meer complexe casussen, binnen het Sociaal Team met collega’s te bespreken, worden (signalen van) armoede en schulden sneller herkend.
  • De professionals zijn in staat om signalen van armoede en schulden bij inwoners te herkennen.
  • Door afspraken met de woningcorporatie Kennemer Wonen en de zorgverzekeraar over het doorgeven van betalingsachterstanden, wordt voorkomen dat schulden verder oplopen of een woninguitzetting dreigt.
  • De nutsbedrijven melden betalingsachterstanden aan Sociaal.nl.

Nazorg

  • In de praktijk kan nog meer worden ingezet opnazorg aan inwoners bij wie de schuldregeling is beëindigd.

Prestaties schuldhulpverlening

  • Gemiddeld genomen lukt het Sociaal.nl, de organisatie die de schuldhulpverlening uitvoert, om bij ruim 90% van de mensen die zich aanmelden met schulden, het intakegesprek binnen vier weken te houden.
  • Wel blijft het moeilijk om met betrekking tot de schuldhulpverlening snel een minnelijke regeling te treffen. Het doel is om dat binnen 120 dagen te realiseren. In de meeste gevallen lukt dit niet, omdat het in de praktijk lastig is om medewerking te krijgen van alle schuldeisers.
  • Gemiddeld genomen heeft een cliënt in de BUCH-gemeenten met meer dan tien schuldeisers te maken. Als er één niet meewerkt, kan het minnelijk traject niet van start gaan. Gemiddeld wordt 87% van de aanmeldingen voor een minnelijke schikking of Wsnp-traject toegelaten.

Resultaat schuldhulpverlening

-

Effectiviteit schuldhulpverlening

  • Vergeleken met het landelijk gemiddelde zijn er in de BUCH-gemeenten relatief minder huishoudens met problematische schulden.

Efficiëntie schuldhulpverlening

  • We hebben geen aanwijzingen gevonden voor onevenredig hoge kosten voor de uitvoering van het armoedebeleid en schuldhulpverlening in de BUCH-gemeenten. Om uitspraken te kunnen doen over de doelmatigheid van het beleid, hebben we gebruik gemaakt van data van het CBS met betrekking tot vijf vergelijkingsgemeenten. Voor de vergelijking hebben we gekeken naar de kosten bij de taakvelden, waaronder ook uitgaven voor armoedebeleid en schuldhulpverlening vallen. Bij de taakvelden wijkteams, inkomensregelingen en maatwerkdienstverlening 18+ zien we dat de gemiddelde uitgaven per inwoner in de BUCH-gemeenten in lijn zijn met de trends in een aantal vergelijkbare gemeenten of zelfs iets lager uitvallen.
  • Voor zover er sprake is van extra kosten, was dit het gevolg van het gaan werken binnen één werkorganisatie voor de vier gemeenten. Deels als gevolg van transitiekosten en deels als gevolg van het gelijktrekken van verschillen tussen de vier BUCH-gemeenten (in de harmonisatie van het beleid en de dienstverlening). Daarnaast heeft de werkorganisatie in de eerste jaren veel inzet gepleegd op het bestrijden van ‘kinderziektes’ als gevolg van het harmoniseren van werkprocessen en systemen. We kunnen dit beschouwen als aanloopkosten.

Capelle aan den IJssel (2019)

Wet- en regelgeving

-

Beleid(sdoelen)

-

Budget

-

Begroting/Jaarverslag

-

Uitgaven

-

Sturende rol college

  • Bovendien voert het college onvoldoende controle en regie op de uitvoering van de schulddienstverlening door GR IJsselgemeenten en Stichting Welzijn Capelle.

Kaderstellende rol

-

Controlerende rol

-

Monitoring

-

Evaluatie/onderzoek

-

Informatievoorziening sturing

  • Een oorzaak dat weinig Capellenaren uit hun problematische schuldensituatie geraken, is dat GR IJsselgemeenten Sociale Zaken en Stichting Welzijn Capelle een steeds kleiner deel van deze groep weet te bereiken. Dit komt doordat de gemeente onvoldoende inzicht heeft in deze doelgroep en te weinig maatregelen heeft genomen om het bereik te vergroten.

Informatievoorziening kaderstelling

'- Een oorzaak dat weinig Capellenaren uit hun problematische schuldensituatie geraken, is dat GR IJsselgemeenten Sociale Zaken en Stichting Welzijn Capelle een steeds kleiner deel van deze groep weet te bereiken. Dit komt doordat de gemeente onvoldoende inzicht heeft in deze doelgroep en te weinig maatregelen heeft genomen om het bereik te vergroten.

Informatievoorziening controle

-

Organisatie uitvoering schuldhulpverlening

  • De gemeente heeft de schulddienstverlening via twee ketens ingericht, maar er is te weinig samenwerking tussen de ketens. Hierdoor ontstaat geen integrale hulpverlening, wat afbreuk doet aan de effectiviteit van de schulddienstverlening.

Uitvoering schuldhulpverlening

  • De schulddienstverlening kent gedurende het proces veel uitval, waardoor weinig schuldenaren daadwerkelijk in een schuldregeling terecht komen. Daarnaast laten de trajecten ook kwalitatief te wensen over, waardoor het risico ontstaat dat vooral minder zelfredzame schuldenaren alsnog uitvallen.
  • De gemeente heeft de schulddienstverlening via twee ketens ingericht, maar er is te weinig samenwerking tussen de ketens. Hierdoor ontstaat geen integrale hulpverlening, wat afbreuk doet aan de effectiviteit van de schulddienstverlening.
  • Bovendien voert het college onvoldoende controle en regie op de uitvoering van de schulddienstverlening door GR IJsselgemeenten en Stichting Welzijn Capelle.

Betrokken partijen

-

Samenwerking

  • De gemeente heeft de schulddienstverlening via twee ketens ingericht, maar er is te weinig samenwerking tussen de ketens. Hierdoor ontstaat geen integrale hulpverlening, wat afbreuk doet aan de effectiviteit van de schulddienstverlening.

Gegevens- en informatieuitwisseling

-

Toegang tot/bereik schuldhulpverlening

  • Een oorzaak dat weinig Capellenaren uit hun problematische schuldensituatie geraken, is dat GR IJsselgemeenten Sociale Zaken en Stichting Welzijn Capelle een steeds kleiner deel van deze groep weet te bereiken. Dit komt doordat de gemeente onvoldoende inzicht heeft in deze doelgroep en te weinig maatregelen heeft genomen om het bereik te vergroten.

Aansluiting vraag en aanbod

-

Doelgroepen

-

Informatievoorziening inwoners/doelgroepen

-

Communicatie met cliënten

-

Specifieke hulpprogramma's

-

Preventie

  • De inzet van preventieactiviteiten door GR IJsselgemeenten Sociale Zaken en Stichting Welzijn Capelle was de afgelopen jaren beperkt. Hierdoor zal preventie weinig hebben bijgedragen aan het verminderen van de schuldenproblematiek in Capelle aan den IJssel.

(Vroeg)signalering

-

Nazorg

-

Prestaties schuldhulpverlening

-

Resultaat schuldhulpverlening

'- De schulddienstverlening kent gedurende het proces veel uitval, waardoor weinig schuldenaren daadwerkelijk in een schuldregeling terecht komen. Daarnaast laten de trajecten ook kwalitatief te wensen over, waardoor het risico ontstaat dat vooral minder zelfredzame schuldenaren alsnog uitvallen.

Effectiviteit schuldhulpverlening

  • Het is zeer onwaarschijnlijk dat de gemeente erin slaagt de schuldenproblematiek substantieel terug te brengen.
  • Een oorzaak dat weinig Capellenaren uit hun problematische schuldensituatie geraken, is dat GR IJsselgemeenten Sociale Zaken en Stichting Welzijn Capelle een steeds kleiner deel van deze groep weet te bereiken. Dit komt doordat de gemeente onvoldoende inzicht heeft in deze doelgroep en te weinig maatregelen heeft genomen om het bereik te vergroten.
  • De inzet van preventieactiviteiten door GR IJsselgemeenten Sociale Zaken en Stichting Welzijn Capelle was de afgelopen jaren beperkt. Hierdoor zal preventie weinig hebben bijgedragen aan het verminderen van de schuldenproblematiek in Capelle aan den IJssel.

Efficiëntie schuldhulpverlening

-

Den Haag (2015)

Wet- en regelgeving

  • De gemeente handelt onvoldoende in overeenstemming met de wet.
  • De gemeente handelt in de uitvoering van schuldhulpverlening niet altijd in overeenstemming met de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en de Algemene wet bestuursrecht waar het gaat om de aanvraag tot hulp, de termijn voor het nemen van een besluit naar aanleiding van dit verzoek en het vaststellen van de hulpvraag.

Beleid(sdoelen)

  • Schuldhulpverlening is vanaf het moment van toelating waardevol voor schuldenaren. Desondanks is het beleid van de gemeente voor schuldhulpverlening onvoldoende effectief.

Budget

-

Begroting/Jaarverslag

-

Uitgaven

  • Op basis van de beschikbare informatie over resultaten, effectiviteit en kosten van de schuldhulpverlening is het voor de raad niet altijd mogelijk zijn controlerende taak naar behoren uit te voeren.

Sturende rol college

-

Kaderstellende rol

-

Controlerende rol

  • Op basis van de beschikbare informatie over resultaten, effectiviteit en kosten van de schuldhulpverlening is het voor de raad niet altijd mogelijk zijn controlerende taak naar behoren uit te voeren.

Monitoring

-

Evaluatie/onderzoek

-

Informatievoorziening sturing

-

Informatievoorziening kaderstelling

-

Informatievoorziening controle

  • Op basis van de beschikbare informatie over resultaten, effectiviteit en kosten van de schuldhulpverlening is het voor de raad niet altijd mogelijk zijn controlerende taak naar behoren uit te voeren.

Organisatie uitvoering schuldhulpverlening

-

Uitvoering schuldhulpverlening

  • Schuldhulpverlening is vanaf het moment van toelating waardevol voor schuldenaren
  • Schuldeisers zijn overwegend positief over de Haagse schuldhulpverlening.
  • De gemeente handelt in de uitvoering van schuldhulpverlening niet altijd in overeenstemming met de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en de Algemene wet bestuursrecht waar het gaat om de aanvraag tot hulp, de termijn voor het nemen van een besluit naar aanleiding van dit verzoek en het vaststellen van de hulpvraag.

Betrokken partijen

-

Samenwerking

-

Gegevens- en informatieuitwisseling

-

Toegang tot/bereik schuldhulpverlening

  • Te weinig mensen met problematische schulden melden zich met een verzoek om hulp.
  • Het bereik van de gemeentelijke schuldhulpverlening is onvoldoende. Ten opzichte van de groep mensen met (een risico op) problematische schulden bereikt de schuldhulpverlening slechts een beperkt aantal mensen.

Aansluiting vraag en aanbod

-

Doelgroepen

-

Informatievoorziening inwoners/doelgroepen

-

Communicatie met cliënten

-

Specifieke hulpprogramma's

-

Preventie

-

(Vroeg)signalering

-

Nazorg

-

Prestaties schuldhulpverlening

-

Resultaat schuldhulpverlening

  • Op basis van de beschikbare informatie over resultaten, effectiviteit en kosten van de schuldhulpverlening is het voor de raad niet altijd mogelijk zijn controlerende taak naar behoren uit te voeren.

Effectiviteit schuldhulpverlening

  • Schuldhulpverlening is vanaf het moment van toelating waardevol voor schuldenaren. Desondanks is het beleid van de gemeente voor schuldhulpverlening onvoldoende effectief.
  • Te weinig mensen met problematische schulden melden zich met een verzoek om hulp.
  • Te weinig mensen realiseren uiteindelijk een oplossing voor hun schuldenprobleem.
  • Op basis van de beschikbare informatie over resultaten, effectiviteit en kosten van de schuldhulpverlening is het voor de raad niet altijd mogelijk zijn controlerende taak naar behoren uit te voeren.

Efficiëntie schuldhulpverlening

-

Den Helder (2020)

Wet- en regelgeving

-

Beleid(sdoelen)

  • De doelstellingen van beleid zijn vooral gericht op preventie, toegankelijkheid en gebruik. Activering is onderbelicht.
  • Het beleid is nog sterk gericht op inkomensondersteuning.
  • De doelstellingen en maatregelen rond het tegengaan van armoede onder kinderen zijn adequaat. Maatregelen rond monitoring van deze doelstellingen ontbreken echter.

Budget

-

Begroting/Jaarverslag

-

Uitgaven

-

Sturende rol college

  • De uitvoering van beleid is belegd bij een aantal maatschappelijke organisaties. De gemeente stuurt daarbij niet of nauwelijks op resultaat, wel op inzet en inspanning.

Kaderstellende rol

-

Controlerende rol

-

Monitoring

  • De doelstellingen en maatregelen rond het tegengaan van armoede onder kinderen zijn adequaat. Maatregelen rond monitoring van deze doelstellingen ontbreken echter.
  • Daar waar maatregelen wel worden uitgevoerd heeft de gemeente slechts beperkt zicht op de voortgang ervan.

Evaluatie/onderzoek

  • Daar waar maatregelen wel worden uitgevoerd heeft de gemeente slechts beperkt zicht op de voortgang ervan.

Informatievoorziening sturing

  • Daar waar maatregelen wel worden uitgevoerd heeft de gemeente slechts beperkt zicht op de voortgang ervan.

Informatievoorziening kaderstelling

-

Informatievoorziening controle

  • Daar waar maatregelen wel worden uitgevoerd heeft de gemeente slechts beperkt zicht op de voortgang ervan.

Organisatie uitvoering schuldhulpverlening

  • Maatregelen rond schulden zijn vooral gericht op verbetering schulddienstverlening.

Uitvoering schuldhulpverlening

  • De uitvoering van het beleid blijft achter.
  • De uitvoering van beleid is belegd bij een aantal maatschappelijke organisaties. De gemeente stuurt daarbij niet of nauwelijks op resultaat, wel op inzet en inspanning.

Betrokken partijen

-

Samenwerking

-

Gegevens- en informatieuitwisseling

-

Toegang tot/bereik schuldhulpverlening

  • De doelstellingen van beleid zijn vooral gericht op preventie, toegankelijkheid en gebruik. Activering is onderbelicht.

Aansluiting vraag en aanbod

-

Doelgroepen

-

Informatievoorziening inwoners/doelgroepen

-

Communicatie met cliënten

-

Specifieke hulpprogramma's

-

Preventie

  • De doelstellingen van beleid zijn vooral gericht op preventie, toegankelijkheid en gebruik. Activering is onderbelicht.

(Vroeg)signalering

-

Nazorg

-

Prestaties schuldhulpverlening

-

Resultaat schuldhulpverlening

  • De uitvoering van beleid is belegd bij een aantal maatschappelijke organisaties. De gemeente stuurt daarbij niet of nauwelijks op resultaat, wel op inzet en inspanning.

Effectiviteit schuldhulpverlening

-

Efficiëntie schuldhulpverlening

-

Dordrecht (2020)

Wet- en regelgeving

-

Beleid(sdoelen)

  • De uitgangspunten van het schuldhulpverleningsbeleid worden grotendeels ondersteund en toegepast door betrokkenen.
  • De manier waarop de gemeente Dordrecht uitvoering geeft aan haar rol van schuldeiser is in lijn met de uitgangspunten van het schuldhulpverleningsbeleid.
  • De complexiteit van schuldenproblematiek neemt toe, waardoor integraliteit en samenwerking met ketenpartners belangrijker wordt bij het ondersteunen van inwoners. De gemeente Dordrecht heeft de afgelopen jaren ingezet op zowel verbetering van de samenwerking tussen de verschillende beleidsterreinen als op de samenwerking met ketenpartners. De verbinding met het jeugdhulpbeleid en de samenwerking met ketenpartners in het voortraject kunnen verbeterd worden.

Budget

-

Begroting/Jaarverslag

-

Uitgaven

-

Sturende rol college

-

Kaderstellende rol

-

Controlerende rol

-

Monitoring

-

Evaluatie/onderzoek

-

Informatievoorziening sturing

-

Informatievoorziening kaderstelling

-

Informatievoorziening controle

-

Organisatie uitvoering schuldhulpverlening

-

Uitvoering schuldhulpverlening

  • De uitgangspunten van het schuldhulpverleningsbeleid worden grotendeels ondersteund en toegepast door betrokkenen.
  • Het uitgangspunt ‘De burger is zelf aan zet’ vergt soms te veel zelfredzaamheid.
  • De manier waarop de gemeente Dordrecht uitvoering geeft aan haar rol van schuldeiser is in lijn met de uitgangspunten van het schuldhulpverleningsbeleid.
  • De gemeente Dordrecht is een meedenkende en flexibele schuldeiser.
  • Een landelijk thema is de mogelijke negatieve rol die gemeenten als schuldeiser kunnen hebben. De gemeente Dordrecht draagt in haar rol als schuldeiser niet negatief bij aan de escalatie van schulden onder inwoners.
  • Inwoners kunnen snel terecht bij de SDD.
  • Bij complexe trajecten duurt het langer voordat het traject loopt en de curatiefase van start kan gaan. In deze gevallen wordt veel stress ervaren door de betrokken inwoner.
  • Een groot deel van de gesproken inwoners is positief over de schuldhulpverlening die zij hebben ontvangen.
  • In dit onderzoek komt naar voren dat trajecten met zakelijke schulden moeizamer verlopen.

Betrokken partijen

-

Samenwerking

  • De samenwerking tussen de gemeente Dordrecht en de Sociale Dienst Drechtsteden (SDD) is intensief. De organisaties groeien naar elkaar toe, maar een verschil tussen de hulpverleningscultuur van het sociaal wijkteam en de dienstverleningscultuur van de SDD blijft bestaan. Dit leidt er in bepaalde gevallen toe dat inwoners hulp zoeken uitstellen of langer bij het sociaal wijkteam blijven alvorens doorverwezen te worden. Schulden lopen hierdoor op.
  • De complexiteit van schuldenproblematiek neemt toe, waardoor integraliteit en samenwerking met ketenpartners belangrijker wordt bij het ondersteunen van inwoners. De gemeente Dordrecht heeft de afgelopen jaren ingezet op zowel verbetering van de samenwerking tussen de verschillende beleidsterreinen als op de samenwerking met ketenpartners. De verbinding met het jeugdhulpbeleid en de samenwerking met ketenpartners in het voortraject kunnen verbeterd worden.

Gegevens- en informatieuitwisseling

-

Toegang tot/bereik schuldhulpverlening

  • Het bereik van de doelgroep is een van de vraagstukken van het schuldhulpverleningsbeleid. Voor inwoners is het schuldhulpverleningsaanbod goed te vinden wanneer wordt besloten om hulp te zoeken, maar drempels blijven bestaan.
  • Inwoners kunnen snel terecht bij de SDD.

Aansluiting vraag en aanbod

-

Doelgroepen

  • Het bereik van de doelgroep is een van de vraagstukken van het schuldhulpverleningsbeleid. Voor inwoners is het schuldhulpverleningsaanbod goed te vinden wanneer wordt besloten om hulp te zoeken, maar drempels blijven bestaan.

Informatievoorziening inwoners/doelgroepen

-

Communicatie met cliënten

-

Specifieke hulpprogramma's

-

Preventie

-

(Vroeg)signalering

-

Nazorg

  • Schuldhulpverlening helpt inwoners bij het oplossen en beheersbaar maken van schulden. Of iemand ook na het traject grip blijft houden op de eigen financiën, is sterk afhankelijk van zaken als werk, gezondheid en verstandelijke capaciteiten. Nazorg is hierbij van essentieel belang. Er is een groep inwoners die intensievere ondersteuning na afloop van het traject nodig heeft. Doordat dit op dit moment niet wordt aangeboden, wordt de kans op herhaling vergroot.

Prestaties schuldhulpverlening

-

Resultaat schuldhulpverlening

-

Effectiviteit schuldhulpverlening

  • Een landelijk thema is de mogelijke negatieve rol die gemeenten als schuldeiser kunnen hebben. De gemeente Dordrecht draagt in haar rol als schuldeiser niet negatief bij aan de escalatie van schulden onder inwoners.
  • De samenwerking tussen de gemeente Dordrecht en de Sociale Dienst Drechtsteden (SDD) is intensief. De organisaties groeien naar elkaar toe, maar een verschil tussen de hulpverleningscultuur van het sociaal wijkteam en de dienstverleningscultuur van de SDD blijft bestaan. Dit leidt er in bepaalde gevallen toe dat inwoners hulp zoeken uitstellen of langer bij het sociaal wijkteam blijven alvorens doorverwezen te worden. Schulden lopen hierdoor op.
  • Schuldhulpverlening helpt inwoners bij het oplossen en beheersbaar maken van schulden. Of iemand ook na het traject grip blijft houden op de eigen financiën, is sterk afhankelijk van zaken als werk, gezondheid en verstandelijke capaciteiten. Nazorg is hierbij van essentieel belang. Er is een groep inwoners die intensievere ondersteuning na afloop van het traject nodig heeft. Doordat dit op dit moment niet wordt aangeboden, wordt de kans op herhaling vergroot.

Efficiëntie schuldhulpverlening

-

Eemsmond (2016)

Wet- en regelgeving

  • Het Beleidsplan voldoet aan de eisen van de Wgs. In het Beleidsplan is aandacht voor borging kwaliteit, wacht- en doorlooptijden, gezinnen met kinderen, integraliteit, brede toegang, maatwerk, preventie en nazorg.
  • Het Beleidsplan is vastgesteld voor vier jaar en bevat doelstellingen van het beleid. Het Beleidsplan voldoet daarmee aan de eisen uit de Wgs.
  • Er zijn beleidsregels vastgesteld die aansluiten op het Beleidsplan.

Beleid(sdoelen)

  • Het Beleidsplan voldoet aan de eisen van de Wgs. In het Beleidsplan is aandacht voor borging kwaliteit, wacht- en doorlooptijden, gezinnen met kinderen, integraliteit, brede toegang, maatwerk, preventie en nazorg.
  • Het Beleidsplan is vastgesteld voor vier jaar en bevat doelstellingen van het beleid. Het Beleidsplan voldoet daarmee aan de eisen uit de Wgs.
  • Er zijn beleidsregels vastgesteld die aansluiten op het Beleidsplan.
  • Het Beleidsplan is voor de Volkskredietbank leidend in de uitvoering van schuldhulpverlening.
  • De rollen van alle bij schuldhulpverlening betrokken partijen zijn in het Beleidsplan op een te abstract niveau beschreven, waardoor het voor alle partijen onduidelijk is wie welke rol heeft en hoe deze rol zich in de praktijk vertaalt.
  • In het Beleidsplan staat wel genoemd dat integrale schuldhulpverlening dient bij te dragen aan het bereiken van de beleidsdoelen op het terrein van armoedebestrijding, participatie/re-integratie en welzijn/zorg en, openbare orde. Tegelijkertijd wordt in het Beleidsplan niet concreet uitgewerkt hoe de verbinding met andere beleidsterreinen tot stand moet worden gebracht. Kortom, het is onduidelijk of schuldhulpverlening een bijdrage levert aan het succes op andere beleidsterreinen.
  • Het Beleidsplan is herzien in 2013. De toegang tot budgetbeheer is toen gelimiteerd: één keer voor een periode van maximaal vier jaar. Deze keuze is gemotiveerd vanuit kostenbesparing. In de Beleidsregels is opgenomen dat in geval van bijzondere omstandigheden budgetbeheer opnieuw kan worden ingezet dan wel verlengd. Niet-zelfredzaamheid is geen bijzondere omstandigheid. Tegelijkertijd wordt voor een aanzienlijk deel van de cliënten uitsluitend budgetbeheer opgestart, omdat een duurzame oplossing van de schulden niet haalbaar is. Wanneer na vier jaar budgetbeheer wordt beëindigd, heeft een aantal van deze cliënten nog steeds problematische schulden en zijn zij financieel niet zelfredzaam. Er is geen beleid om deze te cliënten te coachen naar zelfredzaamheid vóórdat budgetbeheer wordt beëindigd. Ook is er geen beleid voor een geleidelijke afbouw van de schuldhulpverlening en een nazorgtraject voor deze specifieke groep ontbreekt. Langetermijneffecten van de limitering van budgetbeheer zijn nu nog niet bekend.
  • De doeltreffendheid van het beleid wordt gemonitord met niet-relevante indicatoren. De gemeente Eemsmond heeft vijf doelen voor integrale schuldhulpverlening beschreven. Deze doelen zijn vrij abstract en daarmee lastig meetbaar. Bovendien staan de geformuleerde indicatoren om doeltreffendheid te kunnen meten niet in relatie tot de doelen. Kortom, er wordt managementinformatie aangeleverd die niet of nauwelijks inzicht biedt over doelbereik. Binnen de Gemeenschappelijke Regeling wordt overwogen om betere (en beter meetbare) indicatoren te formuleren.

Budget

-

Begroting/Jaarverslag

-

Uitgaven

  • De besteding van gelden voor schuldhulpverlening is onvoldoende doelmatig.
  • De Volkskredietbank is in vergelijking met de Groningse kredietbank duur. Schuldhulpverlening kost in de gemeente Eemsmond per inwoner meer dan twee keer zo veel als in de BMW-gemeenten. De Volkskredietbank is van mening dat meer mensen worden bediend en een breder dienstenaanbod wordt geleverd dan in de andere BMWE-gemeenten, maar kan niet aantonen dat de significant hogere kosten ook leiden tot meer resultaat.
  • De Gemeenschappelijke Regeling zoekt naar mogelijkheden om te kunnen bezuinigen op de kosten voor schuldhulpverlening, maar een gedegen analyse van de kosten wordt niet gemaakt.
  • Steeds meer cliënten worden toegelaten tot beschermingsbewind, waardoor de kosten voor beschermingsbewind – en daarmee de kosten voor schuldhulpverlening – steeds verder oplopen. Dit is overigens een landelijke ontwikkeling en daarmee niet specifiek voor de gemeente Eemsmond. De kosten per cliënt voor beschermingsbewind zijn bij de Volkskredietbank 1,6 keer zo hoog als de door de branchevereniging (BPBI) vastgestelde tarieven. De Volkskredietbank had in 2015 op het product beschermingsbewind een exploitatietekort van afgerond €400.000. Kortom, de kosten voor schuldhulpverlening in het algemeen en voor beschermingsbewind in het bijzonder, zijn voor de gemeente Eemsmond relatief hoog.

Sturende rol college

  • De rol van de gemeente als regiehouder is niet vertaald naar concrete taken en afspraken. Dit komt de integraliteit in het proces van schuldverlening niet ten goede.
  • De gemeente neemt geen regierol op zich. Het vervullen van de regierol is essentieel om de integraliteit in het proces van schuldhulpverlening te waarborgen.
  • Doordat de gemeente haar regierol niet oppakt, vindt er nagenoeg geen overleg plaats tussen ketenpartners, vrijwilligersorganisaties en de Volkskredietbank. Het gevolg hiervan is dat taken en activiteiten onvoldoende worden afgebakend en dit gaat ten koste van de doelmatigheid.

Kaderstellende rol

-

Controlerende rol

-

Monitoring

  • De doeltreffendheid van het beleid wordt gemonitord met niet-relevante indicatoren. De gemeente Eemsmond heeft vijf doelen voor integrale schuldhulpverlening beschreven. Deze doelen zijn vrij abstract en daarmee lastig meetbaar. Bovendien staan de geformuleerde indicatoren om doeltreffendheid te kunnen meten niet in relatie tot de doelen. Kortom, er wordt managementinformatie aangeleverd die niet of nauwelijks inzicht biedt over doelbereik. Binnen de Gemeenschappelijke Regeling wordt overwogen om betere (en beter meetbare) indicatoren te formuleren.

Evaluatie/onderzoek

  • De Gemeenschappelijke Regeling zoekt naar mogelijkheden om te kunnen bezuinigen op de kosten voor schuldhulpverlening, maar een gedegen analyse van de kosten wordt niet gemaakt.

Informatievoorziening sturing

-

Informatievoorziening kaderstelling

-

Informatievoorziening controle

-

Organisatie uitvoering schuldhulpverlening

  • Het Beleidsplan is voor de Volkskredietbank leidend in de uitvoering van schuldhulpverlening.
  • De rollen van alle bij schuldhulpverlening betrokken partijen zijn in het Beleidsplan op een te abstract niveau beschreven, waardoor het voor alle partijen onduidelijk is wie welke rol heeft en hoe deze rol zich in de praktijk vertaalt.
  • Rollen die in het Beleidsplan worden toegeschreven aan andere partijen dan de Volkskredietbank – maatschappelijke organisaties en vrijwilligersorganisaties – zijn niet met de betreffende partijen gecommuniceerd en geformaliseerd.
  • De rol van de gemeente als regiehouder is niet vertaald naar concrete taken en afspraken. Dit komt de integraliteit in het proces van schuldverlening niet ten goede.
  • Ondanks dat in het Beleidsplan van 2012 al wordt aangekondigd dat de inzet van vrijwilligers zal worden onderzocht en vergoot, zijn in 2016 nog geen concrete afspraken met vrijwilligersorganisaties gemaakt. Ook informeel spelen vrijwilligersorganisaties een kleine rol. Dit is een gemiste kans, aangezien vrijwilligers een belangrijke rol kunnen spelen op het terrein van preventie, vroegsignalering en nazorg.
  • Ten aanzien van verbinding met andere beleidsterreinen kan geconcludeerd worden dat er bij de uitvoering van schuldhulpverlening nauwelijks een verbinding is met andere beleidsterreinen. Dit heeft vermoedelijk te maken met het gegeven dat schuldhulpverlening volledig is uitbesteed aan de Volkskredietbank en dat de Volkskredietbank haar taken uitvoert binnen het raamwerk van de Gemeenschappelijke Regeling.
    • Het Beleidsplan is herzien in 2013. De toegang tot budgetbeheer is toen gelimiteerd: één keer voor een periode van maximaal vier jaar. Deze keuze is gemotiveerd vanuit kostenbesparing. In de Beleidsregels is opgenomen dat in geval van bijzondere omstandigheden budgetbeheer opnieuw kan worden ingezet dan wel verlengd. Niet-zelfredzaamheid is geen bijzondere omstandigheid. Tegelijkertijd wordt voor een aanzienlijk deel van de cliënten uitsluitend budgetbeheer opgestart, omdat een duurzame oplossing van de schulden niet haalbaar is. Wanneer na vier jaar budgetbeheer wordt beëindigd, heeft een aantal van deze cliënten nog steeds problematische schulden en zijn zij financieel niet zelfredzaam. Er is geen beleid om deze te cliënten te coachen naar zelfredzaamheid vóórdat budgetbeheer wordt beëindigd. Ook is er geen beleid voor een geleidelijke afbouw van de schuldhulpverlening en een nazorgtraject voor deze specifieke groep ontbreekt. Langetermijneffecten van de limitering van budgetbeheer zijn nu nog niet bekend.
  • Er is regelmatig ambtelijk en bestuurlijk overleg tussen de Volkskredietbank en de Gemeenschappelijke Regeling. Daarnaast is de Volkskredietbank vaak in gesprek met individuele bestuurders en beleidsmedewerkers van de acht afzonderlijke gemeenten. De Volkskredietbank voert eveneens veel een-op-een overleg met instellingen in de acht afzonderlijke gemeenten. Overleg en afstemming is niet doelmatig georganiseerd.
  • De gemeente subsidieert meerdere (vrijwilligers)organisaties met activiteiten op het gebied van (preventie van) schuldhulpverlening. De gemeente maakt geen afspraken over wie welke rollen en taken op zich neemt. Het is daardoor voor alle betrokken partijen niet duidelijk wie wat doet. Het komt dan ook voor dat eenzelfde product door meerdere partijen wordt aangeboden.

Uitvoering schuldhulpverlening

  • De Volkskredietbank voert schuldhulpverlening uit volgens het Beleidsplan en de Beleidsregels, maar de uitvoering op het gebied van integraliteit, maatwerk, preventie en nazorg is voor verbetering vatbaar.
  • Het Beleidsplan is herzien in 2013. De toegang tot budgetbeheer is toen gelimiteerd: één keer voor een periode van maximaal vier jaar. Deze keuze is gemotiveerd vanuit kostenbesparing. In de Beleidsregels is opgenomen dat in geval van bijzondere omstandigheden budgetbeheer opnieuw kan worden ingezet dan wel verlengd. Niet-zelfredzaamheid is geen bijzondere omstandigheid. Tegelijkertijd wordt voor een aanzienlijk deel van de cliënten uitsluitend budgetbeheer opgestart, omdat een duurzame oplossing van de schulden niet haalbaar is. Wanneer na vier jaar budgetbeheer wordt beëindigd, heeft een aantal van deze cliënten nog steeds problematische schulden en zijn zij financieel niet zelfredzaam. Er is geen beleid om deze te cliënten te coachen naar zelfredzaamheid vóórdat budgetbeheer wordt beëindigd. Ook is er geen beleid voor een geleidelijke afbouw van de schuldhulpverlening en een nazorgtraject voor deze specifieke groep ontbreekt. Langetermijneffecten van de limitering van budgetbeheer zijn nu nog niet bekend.
  • De Volkskredietbank geeft laagdrempelig toegang en biedt vrijwel altijd een product/dienst aan om de klant te helpen, maar de Volkskredietbank brengt relatief weinig schuldregelingen teweeg.
  • In het klanttevredenheidsonderzoek beoordelen de ondervraagde cliënten de dienstverlening van de VKB met een gemiddeld rapportcijfer van 6,6. Aangezien de respons laag was, moet dit cijfer met enige voorzichtigheid geïnterpreteerd worden. De klanttevredenheid wordt voor een belangrijk deel bepaald door de aandacht voor de persoonlijke situatie.

Betrokken partijen

  • Ondanks dat in het Beleidsplan van 2012 al wordt aangekondigd dat de inzet van vrijwilligers zal worden onderzocht en vergoot, zijn in 2016 nog geen concrete afspraken met vrijwilligersorganisaties gemaakt. Ook informeel spelen vrijwilligersorganisaties een kleine rol. Dit is een gemiste kans, aangezien vrijwilligers een belangrijke rol kunnen spelen op het terrein van preventie, vroegsignalering en nazorg.

Samenwerking

  • Er is geen structurele informatievoorziening tussen de Volkskredietbank, ketenpartners en vrijwilligersorganisaties over beleid, werkprocessen, (veranderingen in) wet- en regelgeving, en over ervaringen met schuldhulpverlening vanuit de praktijk. Dit gaat ten koste van wederzijds begrip en staat een constructieve samenwerking in de weg. De ketenpartners weten (nog) te weinig van elkaars werkzaamheden.
  • Ten aanzien van verbinding met andere beleidsterreinen kan geconcludeerd worden dat er bij de uitvoering van schuldhulpverlening nauwelijks een verbinding is met andere beleidsterreinen. Dit heeft vermoedelijk te maken met het gegeven dat schuldhulpverlening volledig is uitbesteed aan de Volkskredietbank en dat de Volkskredietbank haar taken uitvoert binnen het raamwerk van de Gemeenschappelijke Regeling.
  • Er is regelmatig ambtelijk en bestuurlijk overleg tussen de Volkskredietbank en de Gemeenschappelijke Regeling. Daarnaast is de Volkskredietbank vaak in gesprek met individuele bestuurders en beleidsmedewerkers van de acht afzonderlijke gemeenten. De Volkskredietbank voert eveneens veel een-op-een overleg met instellingen in de acht afzonderlijke gemeenten. Overleg en afstemming is niet doelmatig georganiseerd.
  • Doordat de gemeente haar regierol niet oppakt, vindt er nagenoeg geen overleg plaats tussen ketenpartners, vrijwilligersorganisaties en de Volkskredietbank. Het gevolg hiervan is dat taken en activiteiten onvoldoende worden afgebakend en dit gaat ten koste van de doelmatigheid.

Gegevens- en informatieuitwisseling

  • Er is geen structurele informatievoorziening tussen de Volkskredietbank, ketenpartners en vrijwilligersorganisaties over beleid, werkprocessen, (veranderingen in) wet- en regelgeving, en over ervaringen met schuldhulpverlening vanuit de praktijk. Dit gaat ten koste van wederzijds begrip en staat een constructieve samenwerking in de weg. De ketenpartners weten (nog) te weinig van elkaars werkzaamheden.

Toegang tot/bereik schuldhulpverlening

  • De uitvoering op het gebied van brede toegang verloopt goed. In de praktijk wordt niemand de toegang tot schuldhulpverlening ontzegd. Er wordt slechts zelden een weigeringsbeschikking voor schuldhulpverlening afgegeven en de Volkskredietbank zet zich in om te voorzien in een passend aanbod, ook wanneer schuldregeling (nog) niet mogelijk is.
  • De Volkskredietbank geeft laagdrempelig toegang en biedt vrijwel altijd een product/dienst aan om de klant te helpen, maar de Volkskredietbank brengt relatief weinig schuldregelingen teweeg.

Aansluiting vraag en aanbod

-

Doelgroepen

-

Informatievoorziening inwoners/doelgroepen

-

Communicatie met cliënten

-

Specifieke hulpprogramma's

-

Preventie

  • De Volkskredietbank voert schuldhulpverlening uit volgens het Beleidsplan en de Beleidsregels, maar de uitvoering op het gebied van integraliteit, maatwerk, preventie en nazorg is voor verbetering vatbaar.
  • Ondanks dat in het Beleidsplan van 2012 al wordt aangekondigd dat de inzet van vrijwilligers zal worden onderzocht en vergoot, zijn in 2016 nog geen concrete afspraken met vrijwilligersorganisaties gemaakt. Ook informeel spelen vrijwilligersorganisaties een kleine rol. Dit is een gemiste kans, aangezien vrijwilligers een belangrijke rol kunnen spelen op het terrein van preventie, vroegsignalering en nazorg.
  • Het proces van integrale schuldhulpverlening begint met preventie – waaronder vroegsignalering – en eindigt met nazorg. Preventie en nazorg kunnen bijdragen aan de reductie van de kosten voor schuldhulpverlening en de kosten op aanpalende beleidsterreinen. In de gemeente Eemsmond is de aanpak van preventie ongericht en nazorg wordt nagenoeg niet ingevuld. Er is onvoldoende budget om preventie en nazorg effectief in te richten. Ook krijgt de Volkskredietbank onvoldoende budget om pilots op te zetten en te evalueren. Dit is nadelig voor de doelmatigheid en doeltreffendheid van de integrale schuldhulpverlening.

(Vroeg)signalering

  • De Volkskredietbank voert schuldhulpverlening uit volgens het Beleidsplan en de Beleidsregels, maar de uitvoering op het gebied van integraliteit, maatwerk, preventie en nazorg is voor verbetering vatbaar.
  • Ondanks dat in het Beleidsplan van 2012 al wordt aangekondigd dat de inzet van vrijwilligers zal worden onderzocht en vergoot, zijn in 2016 nog geen concrete afspraken met vrijwilligersorganisaties gemaakt. Ook informeel spelen vrijwilligersorganisaties een kleine rol. Dit is een gemiste kans, aangezien vrijwilligers een belangrijke rol kunnen spelen op het terrein van preventie, vroegsignalering en nazorg.

Nazorg

  • De Volkskredietbank voert schuldhulpverlening uit volgens het Beleidsplan en de Beleidsregels, maar de uitvoering op het gebied van integraliteit, maatwerk, preventie en nazorg is voor verbetering vatbaar.
  • Ondanks dat in het Beleidsplan van 2012 al wordt aangekondigd dat de inzet van vrijwilligers zal worden onderzocht en vergoot, zijn in 2016 nog geen concrete afspraken met vrijwilligersorganisaties gemaakt. Ook informeel spelen vrijwilligersorganisaties een kleine rol. Dit is een gemiste kans, aangezien vrijwilligers een belangrijke rol kunnen spelen op het terrein van preventie, vroegsignalering en nazorg.
  • Het proces van integrale schuldhulpverlening begint met preventie – waaronder vroegsignalering – en eindigt met nazorg. Preventie en nazorg kunnen bijdragen aan de reductie van de kosten voor schuldhulpverlening en de kosten op aanpalende beleidsterreinen. In de gemeente Eemsmond is de aanpak van preventie ongericht en nazorg wordt nagenoeg niet ingevuld. Er is onvoldoende budget om preventie en nazorg effectief in te richten. Ook krijgt de Volkskredietbank onvoldoende budget om pilots op te zetten en te evalueren. Dit is nadelig voor de doelmatigheid en doeltreffendheid van de integrale schuldhulpverlening.

Prestaties schuldhulpverlening

-

Resultaat schuldhulpverlening

-

Effectiviteit schuldhulpverlening

  • Het proces van integrale schuldhulpverlening begint met preventie – waaronder vroegsignalering – en eindigt met nazorg. Preventie en nazorg kunnen bijdragen aan de reductie van de kosten voor schuldhulpverlening en de kosten op aanpalende beleidsterreinen. In de gemeente Eemsmond is de aanpak van preventie ongericht en nazorg wordt nagenoeg niet ingevuld. Er is onvoldoende budget om preventie en nazorg effectief in te richten. Ook krijgt de Volkskredietbank onvoldoende budget om pilots op te zetten en te evalueren. Dit is nadelig voor de doelmatigheid en doeltreffendheid van de integrale schuldhulpverlening.
  • De doeltreffendheid van het beleid wordt gemonitord met niet-relevante indicatoren. De gemeente Eemsmond heeft vijf doelen voor integrale schuldhulpverlening beschreven. Deze doelen zijn vrij abstract en daarmee lastig meetbaar. Bovendien staan de geformuleerde indicatoren om doeltreffendheid te kunnen meten niet in relatie tot de doelen. Kortom, er wordt managementinformatie aangeleverd die niet of nauwelijks inzicht biedt over doelbereik. Binnen de Gemeenschappelijke Regeling wordt overwogen om betere (en beter meetbare) indicatoren te formuleren.
  • De Volkskredietbank geeft laagdrempelig toegang en biedt vrijwel altijd een product/dienst aan om de klant te helpen, maar de Volkskredietbank brengt relatief weinig schuldregelingen teweeg.

Efficiëntie schuldhulpverlening

  • Het Beleidsplan is herzien in 2013. De toegang tot budgetbeheer is toen gelimiteerd: één keer voor een periode van maximaal vier jaar. Deze keuze is gemotiveerd vanuit kostenbesparing. In de Beleidsregels is opgenomen dat in geval van bijzondere omstandigheden budgetbeheer opnieuw kan worden ingezet dan wel verlengd. Niet-zelfredzaamheid is geen bijzondere omstandigheid. Tegelijkertijd wordt voor een aanzienlijk deel van de cliënten uitsluitend budgetbeheer opgestart, omdat een duurzame oplossing van de schulden niet haalbaar is. Wanneer na vier jaar budgetbeheer wordt beëindigd, heeft een aantal van deze cliënten nog steeds problematische schulden en zijn zij financieel niet zelfredzaam. Er is geen beleid om deze te cliënten te coachen naar zelfredzaamheid vóórdat budgetbeheer wordt beëindigd. Ook is er geen beleid voor een geleidelijke afbouw van de schuldhulpverlening en een nazorgtraject voor deze specifieke groep ontbreekt. Langetermijneffecten van de limitering van budgetbeheer zijn nu nog niet bekend.
  • Het proces van integrale schuldhulpverlening begint met preventie – waaronder vroegsignalering – en eindigt met nazorg. Preventie en nazorg kunnen bijdragen aan de reductie van de kosten voor schuldhulpverlening en de kosten op aanpalende beleidsterreinen. In de gemeente Eemsmond is de aanpak van preventie ongericht en nazorg wordt nagenoeg niet ingevuld. Er is onvoldoende budget om preventie en nazorg effectief in te richten. Ook krijgt de Volkskredietbank onvoldoende budget om pilots op te zetten en te evalueren. Dit is nadelig voor de doelmatigheid en doeltreffendheid van de integrale schuldhulpverlening.
  • De uitvoering van schuldhulpverlening is onvoldoende doelmatig.
  • Er is regelmatig ambtelijk en bestuurlijk overleg tussen de Volkskredietbank en de Gemeenschappelijke Regeling. Daarnaast is de Volkskredietbank vaak in gesprek met individuele bestuurders en beleidsmedewerkers van de acht afzonderlijke gemeenten. De Volkskredietbank voert eveneens veel een-op-een overleg met instellingen in de acht afzonderlijke gemeenten. Overleg en afstemming is niet doelmatig georganiseerd.
  • De gemeente subsidieert meerdere (vrijwilligers)organisaties met activiteiten op het gebied van (preventie van) schuldhulpverlening. De gemeente maakt geen afspraken over wie welke rollen en taken op zich neemt. Het is daardoor voor alle betrokken partijen niet duidelijk wie wat doet. Het komt dan ook voor dat eenzelfde product door meerdere partijen wordt aangeboden.
  • Doordat de gemeente haar regierol niet oppakt, vindt er nagenoeg geen overleg plaats tussen ketenpartners, vrijwilligersorganisaties en de Volkskredietbank. Het gevolg hiervan is dat taken en activiteiten onvoldoende worden afgebakend en dit gaat ten koste van de doelmatigheid.
  • De besteding van gelden voor schuldhulpverlening is onvoldoende doelmatig.
  • De Volkskredietbank is in vergelijking met de Groningse kredietbank duur. Schuldhulpverlening kost in de gemeente Eemsmond per inwoner meer dan twee keer zo veel als in de BMW-gemeenten. De Volkskredietbank is van mening dat meer mensen worden bediend en een breder dienstenaanbod wordt geleverd dan in de andere BMWE-gemeenten, maar kan niet aantonen dat de significant hogere kosten ook leiden tot meer resultaat.
  • De Gemeenschappelijke Regeling zoekt naar mogelijkheden om te kunnen bezuinigen op de kosten voor schuldhulpverlening, maar een gedegen analyse van de kosten wordt niet gemaakt.
  • Steeds meer cliënten worden toegelaten tot beschermingsbewind, waardoor de kosten voor beschermingsbewind – en daarmee de kosten voor schuldhulpverlening – steeds verder oplopen. Dit is overigens een landelijke ontwikkeling en daarmee niet specifiek voor de gemeente Eemsmond. De kosten per cliënt voor beschermingsbewind zijn bij de Volkskredietbank 1,6 keer zo hoog als de door de branchevereniging (BPBI) vastgestelde tarieven. De Volkskredietbank had in 2015 op het product beschermingsbewind een exploitatietekort van afgerond €400.000. Kortom, de kosten voor schuldhulpverlening in het algemeen en voor beschermingsbewind in het bijzonder, zijn voor de gemeente Eemsmond relatief hoog.

Gennep (2021)

Wet- en regelgeving

  • Kijkend naar het beleid dan voldoet het aan de eisen die de Wgs stelt. De gemeente beschrijft hoe zij inhoud wil geven aan een integrale aanpak, toont zich resultaatbericht, en verwijst naar meerdere kwaliteitsnormen: ‘We werken naar de bedoeling’, ‘persoonlijk en nabij’, ‘daadkrachtig’ en ‘duidelijk’.
  • Een eis die in de wet wordt gesteld waaraan in de conceptversie nog niet is voldaan, is dat er niet wordt ingegaan op gezinnen met minderjarige kinderen.

Beleid(sdoelen)

  • De inspanningen van de gemeente om de registratie te verbeteren is wellicht het belangrijkste onderdeel van het nieuwe plan.
  • Kijkend naar het beleid dan voldoet het aan de eisen die de Wgs stelt. De gemeente beschrijft hoe zij inhoud wil geven aan een integrale aanpak, toont zich resultaatbericht, en verwijst naar meerdere kwaliteitsnormen: ‘We werken naar de bedoeling’, ‘persoonlijk en nabij’, ‘daadkrachtig’ en ‘duidelijk’.
  • De gemeente stelt zich tot doel aanvragen binnen vijf werkdagen te beoordelen en zonder wachtlijsten te werken. Snelheid en doorlooptijden komen ook terug in de kritieke prestatie-indicatoren die de gemeente onderscheidt.
  • Verder sluit het beleid en de achterliggende routekaart goed aan bij de NVVK- gedragscode. De verschillende onderdelen die de NVVK onderscheidt, zijn in Gennep goeddeels afgedekt, en dat geldt ook voor de termijnen waarop diensten verstrekt moeten worden. Deze zijn weliswaar niet in het beleidsplan zelf beschreven, maar wel in achterliggende (kwaliteits)plannen.
  • Inhoud van de regiefunctie: in het beleidsplan is aangegeven dat het belangrijk is dat de gemeente regie voert Het is de vraag hoe dit precies binnen het Team Toegang wordt opgepakt. Moet de schulddienstverlener dit gaan doen, of is dit een meer generalistische taak.
  • Nazorg: In het nieuwe beleidsplan is het onderdeel nazorg nog niet uitgewerkt. Nazorg wordt door de betrokken uitvoerders als een belangrijk onderdeel gezien.
  • Met het beleidsplan en de onderscheiden kritieke prestatie-indicatoren zet de gemeente een duidelijke stap in de verbetering van de registratie van schulddienstverlening, met name ten aanzien van de frontofficehulp.
  • In het beleidsplan wordt beperkt ingegaan op de specifieke situatie van specifieke groepen. Zoals huishoudens met inwonende minderjarige kinderen, asielmigranten en ondernemers. Het zijn groepen waarvan in het algemeen wordt verondersteld dat zij gebaat zijn bij een specifieke aanpak.
  • In het beleidsplan wordt niet ingegaan op de landelijke verwachting dat het aantal mensen met problematische schulden substantieel zal toenemen vanwege het vroegsignaleren en de gevolgen van de coronacrisis.

Budget

-

Begroting/Jaarverslag

-

Uitgaven

-

Sturende rol college

-

Kaderstellende rol

-

Controlerende rol

-

Monitoring

  • Het is onduidelijk hoeveel mensen zich melden voor hulp, welke hulp zij krijgen, en welk resultaat dat had. Die duidelijkheid is nodig om straks te kunnen vast stellen of de ambities van het nieuwe beleidsplan worden behaald.
  • De inspanningen van de gemeente om de registratie te verbeteren is wellicht het belangrijkste onderdeel van het nieuwe plan.
  • Op basis van de huidige kwartaal- en jaarrapportages kan tot nu toe niet goed worden vastgesteld of mensen die vanwege problematische schulden een beroep doen op de gemeente tijdig en effectief worden geholpen. De beschikbare gegevens zijn daarvoor te basaal.
  • Daarnaast roept een vergelijking van cijfers over meerdere jaren de vraag op of er wel volledig wordt geregistreerd. De cijfers laten schommelingen zien die moeilijk te verklaren zijn. De cijfers doen een lage caseload voor de schulddienstverlener vermoeden, terwijl uit de gesprekken met betrokkenen een ander beeld naar voren komt.
  • Kijkend naar de wet, de NVVK-gedragscode en het Gennepse beleid en datgene wat medewerkers van Team toegang daarover zeggen, dan zijn er een aantal kritische momenten te onderscheiden in het schuldhulpverleningsproces waarover in ieder geval moet worden geregistreerd. Zonder deze registraties kan de kwaliteit/doeltreffendheid van de schulddienstverlening niet worden gemonitord.
  • Met het beleidsplan en de onderscheiden kritieke prestatie-indicatoren zet de gemeente een duidelijke stap in de verbetering van de registratie van schulddienstverlening, met name ten aanzien van de frontofficehulp.

Evaluatie/onderzoek

-

Informatievoorziening sturing

-

Informatievoorziening kaderstelling

-

Informatievoorziening controle

-

Organisatie uitvoering schuldhulpverlening

  • Kenmerkend voor de schulddienstverlening van Gemeente Gennep is de kleinschaligheid. Afgaande op wat de direct betrokken partijen daarover vertellen, is dat een sterke troef. Indien nodig weten zij elkaar rond een individuele inwoner met schulden, snel te vinden.
  • Verder sluit het beleid en de achterliggende routekaart goed aan bij de NVVK- gedragscode. De verschillende onderdelen die de NVVK onderscheidt, zijn in Gennep goeddeels afgedekt, en dat geldt ook voor de termijnen waarop diensten verstrekt moeten worden. Deze zijn weliswaar niet in het beleidsplan zelf beschreven, maar wel in achterliggende (kwaliteits)plannen.
  • Ten aanzien van de uitvoering gelden de volgende centrale aandachtspunten:
  • Omvang van de opgave: in Gennep is tot op heden geen goed beeld van hoeveel mensen een beroep doen op de gemeente vanwege problematische schulden en hoe zij precies worden geholpen, binnen welke termijn dat gebeurt en wat het resultaat daarvan is.
  • Caseload: de verandering van de wetgeving (met meer nadruk op vroegsignaleren) en waarschijnlijk ook de gevolgen van de coronacrisis zullen invloed hebben op de caseload van de schuldhulpverlener. De caseload van Team Toegang /schuldhulpverlener zal naar verwachting groter worden. Ook zal hij inhoud moeten geven aan zijn rol als regisseur tot in de laatste nazorgfase van de schuldhulpverlening. Er bestaat vooralsnog geen beeld van wat de wijzigingen betekenen voor de caseload van de schuldhulpverlener.
  • Beschikkingen: het is nog onvoldoende duidelijk welke concrete hulpverlening de gemeente straks met een beschikkingen gaat afgeven. Ten behoeve van rechtszekerheid van betrokken burgers is duidelijk heid hierover nodig.
  • De medewerker die belast is met schulddienstverlening heeft sinds kort toegang tot het gemeentelijke clientvolgsysteem (en kan daardoor voortaan daarin dossiers bijhouden). Bovendien wordt dit clientvolgsysteem uitgebreid zodat de voortgang van individuele trajecten effectiever kan worden bewaakt.

Uitvoering schuldhulpverlening

  • Bewaking doorlooptijden: in de eerste plaats is het belangrijk dat de uitvoering van een traject (de opeenvolging van diensten) wordt bewaakt. Op basis van de gegevens van de dienstverlening in de afgelopen jaren kan niet worden vastgesteld of mensen tijdig de hulp kregen die zij nodig hadden.
  • Inhoud van de regiefunctie: in het beleidsplan is aangegeven dat het belangrijk is dat de gemeente regie voert Het is de vraag hoe dit precies binnen het Team Toegang wordt opgepakt. Moet de schulddienstverlener dit gaan doen, of is dit een meer generalistische taak.
  • Doorstroom: afgaande op de meest recente cijfers komt de vraag naar voren of de gemeente effectief is met het doorgeleiden van mensen naar een minnelijk of Wsnp- traject. Het aantal mensen dat in 2020 geholpen werd met een minnelijk traject is drie.

Betrokken partijen

-

Samenwerking

  • Kenmerkend voor de schulddienstverlening van Gemeente Gennep is de kleinschaligheid. Afgaande op wat de direct betrokken partijen daarover vertellen, is dat een sterke troef. Indien nodig weten zij elkaar rond een individuele inwoner met schulden, snel te vinden.

Gegevens- en informatieuitwisseling

-

Toegang tot/bereik schuldhulpverlening

-

Aansluiting vraag en aanbod

-

Doelgroepen

  • Een eis die in de wet wordt gesteld waaraan in de conceptversie nog niet is voldaan, is dat er niet wordt ingegaan op gezinnen met minderjarige kinderen.
  • In het beleidsplan wordt beperkt ingegaan op de specifieke situatie van specifieke groepen. Zoals huishoudens met inwonende minderjarige kinderen, asielmigranten en ondernemers. Het zijn groepen waarvan in het algemeen wordt verondersteld dat zij gebaat zijn bij een specifieke aanpak.

Informatievoorziening inwoners/doelgroepen

-

Communicatie met cliënten

-

Specifieke hulpprogramma's

-

Preventie

-

(Vroeg)signalering

-

Nazorg

  • Nazorg: In het nieuwe beleidsplan is het onderdeel nazorg nog niet uitgewerkt. Nazorg wordt door de betrokken uitvoerders als een belangrijk onderdeel gezien.

Prestaties schuldhulpverlening

  • Het is onduidelijk hoeveel mensen zich melden voor hulp, welke hulp zij krijgen, en welk resultaat dat had. Die duidelijkheid is nodig om straks te kunnen vast stellen of de ambities van het nieuwe beleidsplan worden behaald.
  • De gemeente stelt zich tot doel aanvragen binnen vijf werkdagen te beoordelen en zonder wachtlijsten te werken. Snelheid en doorlooptijden komen ook terug in de kritieke prestatie-indicatoren die de gemeente onderscheidt.
  • Bewaking doorlooptijden: in de eerste plaats is het belangrijk dat de uitvoering van een traject (de opeenvolging van diensten) wordt bewaakt. Op basis van de gegevens van de dienstverlening in de afgelopen jaren kan niet worden vastgesteld of mensen tijdig de hulp kregen die zij nodig hadden.
  • Op basis van de huidige kwartaal- en jaarrapportages kan tot nu toe niet goed worden vastgesteld of mensen die vanwege problematische schulden een beroep doen op de gemeente tijdig en effectief worden geholpen. De beschikbare gegevens zijn daarvoor te basaal.

Resultaat schuldhulpverlening

  • Het is onduidelijk hoeveel mensen zich melden voor hulp, welke hulp zij krijgen, en welk resultaat dat had. Die duidelijkheid is nodig om straks te kunnen vast stellen of de ambities van het nieuwe beleidsplan worden behaald.
  • Kijkend naar de wet, de NVVK-gedragscode en het Gennepse beleid en datgene wat medewerkers van Team toegang daarover zeggen, dan zijn er een aantal kritische momenten te onderscheiden in het schuldhulpverleningsproces waarover in ieder geval moet worden geregistreerd. Zonder deze registraties kan de kwaliteit/doeltreffendheid van de schulddienstverlening niet worden gemonitord.

Effectiviteit schuldhulpverlening

  • Het is onduidelijk hoeveel mensen zich melden voor hulp, welke hulp zij krijgen, en welk resultaat dat had. Die duidelijkheid is nodig om straks te kunnen vast stellen of de ambities van het nieuwe beleidsplan worden behaald.
  • Doorstroom: afgaande op de meest recente cijfers komt de vraag naar voren of de gemeente effectief is met het doorgeleiden van mensen naar een minnelijk of Wsnp- traject. Het aantal mensen dat in 2020 geholpen werd met een minnelijk traject is drie.
  • Op basis van de huidige kwartaal- en jaarrapportages kan tot nu toe niet goed worden vastgesteld of mensen die vanwege problematische schulden een beroep doen op de gemeente tijdig en effectief worden geholpen. De beschikbare gegevens zijn daarvoor te basaal.
  • Kijkend naar de wet, de NVVK-gedragscode en het Gennepse beleid en datgene wat medewerkers van Team toegang daarover zeggen, dan zijn er een aantal kritische momenten te onderscheiden in het schuldhulpverleningsproces waarover in ieder geval moet worden geregistreerd. Zonder deze registraties kan de kwaliteit/doeltreffendheid van de schulddienstverlening niet worden gemonitord.

Efficiëntie schuldhulpverlening

-

Groningen (2021)

Wet- en regelgeving

  • De invoering van het adviesrecht (1-1-2021) voor gemeenten zal een beperkte impact hebben op de werkwijze van de Groninger Kredietbank, omdat al een groot deel van de nieuwe instroom bij de Groninger Kredietbank binnenkomt.

Beleid(sdoelen)

  • Uitstroom vanuit het beschermingsbewind is geen gekwantificeerde doelstelling van de Groninger Kredietbank. Er wordt evenwel een uitstroom van ongeveer 12% per jaar gerealiseerd in de jaren 2018 en 2019. Hiermee lijkt het beoogde doel om mensen niet langer dan noodzakelijk in beschermingsbewind te houden door de Groninger Kredietbank daadwerkelijk bereikt te worden.

Budget

-

Begroting/Jaarverslag

  • Er vinden geen specifieke rapportages aan de raad plaats over de effecten van de invoering van het nieuwe beleid in 2018. Informatie wordt op hoofdlijnen verstrekt door middel van reguliere periodieke voortgangsrapportages, jaarrekening 2019 en begroting 2020. De aard van deze informatie is echter niet in lijn met het raadsvoorstel uit 2018 waardoor de raad niet in staat is te monitoren of de beoogde doelstellingen gerealiseerd worden.

Uitgaven

  • Het afsluiten van een overeenkomst met private bewindvoerders heeft er toe geleid dat de beoogde financiële doelstellingen naar verwachting niet zullen worden gehaald. De besparing van € 1 miljoen door vooral G8ere uitgaven vanuit de bijzondere bijstand zal ultimo 2021 niet volledig worden gerealiseerd. De uiteindelijke verwachte besparing ultimo 2021 bedraagt ongeveer € 0,525 miljoen.H8

Sturende rol college

-

Kaderstellende rol

-

Controlerende rol

-

Monitoring

  • Harde gegevens over uitstroom en doorstroom naar andere diensten van het Groninger Kredietbank ontbreken echter.
  • Het zicht van de gemeente op de groep cliënten die een vorm van (financiële) ondersteuning nodig heeft, is vergroot doordat een groter deel van een kwetsbare groep bij de gemeente in beeld is gekomen. Hierdoor is de gemeente beter in staat tijdig adequate ondersteuning aan te bieden.
  • De stuurinformatie binnen de Groninger Kredietbank betreffende de ontwikkeling van de instroom, uitstroom en doorstroom van de verschillende vormen van dienstverlening is beperkt. Hierdoor is het niet goed mogelijk te monitoren wat de effecten zijn van gewijzigd beleid op cliëntenstromen.
  • Informatie op cliëntniveau lijkt goed op orde te zijn.

Evaluatie/onderzoek

-

Informatievoorziening sturing

-

Informatievoorziening kaderstelling

-

Informatievoorziening controle

  • Er vinden geen specifieke rapportages aan de raad plaats over de effecten van de invoering van het nieuwe beleid in 2018. Informatie wordt op hoofdlijnen verstrekt door middel van reguliere periodieke voortgangsrapportages, jaarrekening 2019 en begroting 2020. De aard van deze informatie is echter niet in lijn met het raadsvoorstel uit 2018 waardoor de raad niet in staat is te monitoren of de beoogde doelstellingen gerealiseerd worden.

Organisatie uitvoering schuldhulpverlening

  • De toename van 11 fte beschermingsbewind is hoog in verhouding tot de feitelijke instroom die heeft plaatsgevonden. Als rekening wordt gehouden met het verlagen van de caseload van 125 naar 100 en het instroomsaldo van ongeveer 300 nieuwe cliënten in de periode 2018-2021 dan zou een toename van 7-8 fte (bewindvoerders en administratieve ondersteuning) verwacht mogen worden.
  • De Groninger Kredietbank heeft de wijziging in het beleid aangegrepen om werkprocessen daarop aan te passen en verder te stroomlijnen waardoor effectiviteit en efficiency bij de intake zijn verbeterd. Ook heeft de Groninger Kredietbank een kwalitatieve slag gemaakt in de uitvoering van het beschermingsbewind.
  • De invoering van het adviesrecht (1-1-2021) voor gemeenten zal een beperkte impact hebben op de werkwijze van de Groninger Kredietbank, omdat al een groot deel van de nieuwe instroom bij de Groninger Kredietbank binnenkomt.

Uitvoering schuldhulpverlening

'- De uitstroom vanuit beschermingsbewind bij private bewindvoerders is positief beïnvloed als gevolg van het gewijzigde beleid. Daarnaast wordt kritisch gekeken naar de instroom en worden waar mogelijk lichtere vormen van ondersteuning aan cliënten aangeboden.

  • Er zijn verschillende voordelen behaald in relatie tot kwaliteitsverbetering: meer passende zorg (niet zwaarder dan nodig), grotere kans om integraal te werken en een aanbod bieden voor moeilijke doelgroepen die niet bij private bewindvoerders terecht kunnen. Een negatief punt is dat de wachttijd voor cliënten fors is opgelopen van 4 naar 11 weken begin november 2020. Dit is een kwalitatieve verslechtering voor potentiële cliënten.
  • De langere wachttijden bij zowel gemeente als de rechtbank hebben ook een negatieve invloed op het tempo waarin de omzettingen hebben kunnen plaatsvinden. Hier heeft de gemeente geen invloed op.
  • Het zicht van de gemeente op de groep cliënten die een vorm van (financiële) ondersteuning nodig heeft, is vergroot doordat een groter deel van een kwetsbare groep bij de gemeente in beeld is gekomen. Hierdoor is de gemeente beter in staat tijdig adequate ondersteuning aan te bieden.
  • De rekenkamer heeft zich geen goed beeld kunnen vormen van de beleving van de kwaliteit door cliënten. Het is niet gelukt om een representatieve groep cliënten te spreken.
  • Het aantal klachten van cliënten is ondanks de grote aantallen omzettingen beperkt gebleven. Klachtenfunctionarissen bij de gemeente vervullen een goede rol doordat ze ook inhoudelijke klachten oppakken en als mediator optreden tussen bewindvoerder en cliënt.
  • Gezien het aantal klachten en bezwaren van cliënten lijkt het omzetten van cliënten naar de Groninger Kredietbank zorgvuldig te gebeuren. Dit komt overeen met wat private bewindvoerders hierover gezegd hebben.

Betrokken partijen

-

Samenwerking

  • Private bewindvoerders zijn nog niet tevreden over de samenwerking met de gemeente Groningen. Dit kan een negatieve invloed hebben op het sluiten van een overeenkomst na 2021 en werkt mogelijk ook in het nadeel van sommige cliënten.

Gegevens- en informatieuitwisseling

-

Toegang tot/bereik schuldhulpverlening

-

Aansluiting vraag en aanbod

-

Doelgroepen

  • Er zijn verschillende voordelen behaald in relatie tot kwaliteitsverbetering: meer passende zorg (niet zwaarder dan nodig), grotere kans om integraal te werken en een aanbod bieden voor moeilijke doelgroepen die niet bij private bewindvoerders terecht kunnen. Een negatief punt is dat de wachttijd voor cliënten fors is opgelopen van 4 naar 11 weken begin november 2020. Dit is een kwalitatieve verslechtering voor potentiële cliënten.

Informatievoorziening inwoners/doelgroepen

-

Communicatie met cliënten

  • Informatie aan cliënten is voor hen niet altijd duidelijk genoeg. Mede hierdoor wordt het inzicht in hun financiële situatie en mogelijkheden niet verbeterd.

Specifieke hulpprogramma's

-

Preventie

-

(Vroeg)signalering

-

Nazorg

-

Prestaties schuldhulpverlening

-

Resultaat schuldhulpverlening

-

Effectiviteit schuldhulpverlening

  • De uitstroom vanuit beschermingsbewind bij private bewindvoerders is positief beïnvloed als gevolg van het gewijzigde beleid. Daarnaast wordt kritisch gekeken naar de instroom en worden waar mogelijk lichtere vormen van ondersteuning aan cliënten aangeboden.
  • Uitstroom vanuit het beschermingsbewind is geen gekwantificeerde doelstelling van de Groninger Kredietbank. Er wordt evenwel een uitstroom van ongeveer 12% per jaar gerealiseerd in de jaren 2018 en 2019. Hiermee lijkt het beoogde doel om mensen niet langer dan noodzakelijk in beschermingsbewind te houden door de Groninger Kredietbank daadwerkelijk bereikt te worden.
  • Harde gegevens over uitstroom en doorstroom naar andere diensten van het Groninger Kredietbank ontbreken echter.
  • Het effect van het besparen op de uitgaven voor bijzondere bijstand is dat private bewindvoerders cliënten kwijt geraakt zijn en een lagere instroom van nieuwe cliënten kennen. Zoals bij het raadsbesluit al was voorzien, heeft dit direct financiële consequenties voor hen.
  • De Groninger Kredietbank heeft de wijziging in het beleid aangegrepen om werkprocessen daarop aan te passen en verder te stroomlijnen waardoor effectiviteit en efficiency bij de intake zijn verbeterd. Ook heeft de Groninger Kredietbank een kwalitatieve slag gemaakt in de uitvoering van het beschermingsbewind.
  • Het nieuw ingezette beleid heeft geleid tot meer bewustwording bij private partijen om nadrukkelijker aan uitstroom te werken. Het voordeel voor cliënten is dat zij daardoor waar mogelijk eerder uit het beschermingsbewind kunnen stromen.
  • Informatie aan cliënten is voor hen niet altijd duidelijk genoeg. Mede hierdoor wordt het inzicht in hun financiële situatie en mogelijkheden niet verbeterd.
  • De stuurinformatie binnen de Groninger Kredietbank betreffende de ontwikkeling van de instroom, uitstroom en doorstroom van de verschillende vormen van dienstverlening is beperkt. Hierdoor is het niet goed mogelijk te monitoren wat de effecten zijn van gewijzigd beleid op cliëntenstromen.

Efficiëntie schuldhulpverlening

  • Het afsluiten van een overeenkomst met private bewindvoerders heeft er toe geleid dat de beoogde financiële doelstellingen naar verwachting niet zullen worden gehaald. De besparing van € 1 miljoen door vooral lagere uitgaven vanuit de bijzondere bijstand zal ultimo 2021 niet volledig worden gerealiseerd. De uiteindelijke verwachte besparing ultimo 2021 bedraagt ongeveer € 0,525 miljoen.
  • De planning in de tijd van het kunnen realiseren van het aantal omzettingen van cliënten en van de bezuinigingsdoelstelling is te optimistisch geweest. De risico’s van bezwaren op omzettingen en de weerstand bij private bewindvoerders zijn wel onderkend, maar de effecten daarvan op de doorlooptijd zijn in onvoldoende mate ingeschat.
  • De toename van 11 fte beschermingsbewind is hoog in verhouding tot de feitelijke instroom die heeft plaatsgevonden. Als rekening wordt gehouden met het verlagen van de caseload van 125 naar 100 en het instroomsaldo van ongeveer 300 nieuwe cliënten in de periode 2018-2021 dan zou een toename van 7-8 fte (bewindvoerders en administratieve ondersteuning) verwacht mogen worden.
  • De Groninger Kredietbank heeft de wijziging in het beleid aangegrepen om werkprocessen daarop aan te passen en verder te stroomlijnen waardoor effectiviteit en efficiency bij de intake zijn verbeterd. Ook heeft de Groninger Kredietbank een kwalitatieve slag gemaakt in de uitvoering van het beschermingsbewind.

Haarlem (2015)

Wet- en regelgeving

  • De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) hanteert een norm van vier weken voor de maximale wachttijd tussen aanmelding en intake. Wachttijden langer dan vier weken resulteren in een wachtlijst. De Schuldienstverlening hanteert als start van het proces het moment dat een persoon zich met een volledig dossier en aanvraagformulier meldt bij de gemeente. Conform deze door de afdeling gehanteerde definitie heeft de Schuldienstverlening geen wachtlijsten. De RKC concludeert dat de Schuldienstverlening voor wachttijd een ruimere definitie hanteert dan de Wgs.

Beleid(sdoelen)

-

Budget

-

Begroting/Jaarverslag

-

Uitgaven

-

Sturende rol college

-

Kaderstellende rol

-

Controlerende rol

-

Monitoring

-

Evaluatie/onderzoek

-

Informatievoorziening sturing

-

Informatievoorziening kaderstelling

-

Informatievoorziening controle

-

Organisatie uitvoering schuldhulpverlening

  • De RKC concludeert dat de lengte van wachttijden en doorlooptijden in de Haarlemse context vooral wordt beïnvloed door toegang tot de schuldhulp, samenwerking met ketenpartners, samenwerking met schuldeisers en nazorg. De RKC constateert dat deze factoren in de inrichting van de afdeling Schulddienstverlening in meer of mindere mate allen aandacht krijgen. Er zijn bewuste keuzes gemaakt over de toegang tot - en de organisatie van de schulddienstverlening. Door de digitale aanmelding en in het voortraject de samenwerking met de ketenpartners Humanitas/Kontext, kan na de intake een aanvraag redelijk vlot in gang worden gezet.
  • De RKC concludeert dat de schulddienstverlening Haarlem op de bepalende condities zodanig is ingericht dat de dienstverlening zonder wachtlijsten kan worden aangeboden. De gereguleerde instroom, gecombineerd met voldoende capaciteit van consulenten en een aanpak als dienstverlener (niet hulpverlener) is geschikt om zelfredzame burgers adequaat een hulpverleningsproduct aan te bieden.
  • De RKC merkt op dat de invulling het risico met zich meebrengt dat er voor minder zelfredzame hulpvragers, wel wachtlijsten zullen ontstaan. Dit heeft te maken met hulpvragers die niet digitaal vaardig zijn en intrinsiek dan wel vanuit hun netwerk onvoldoende ondersteuning kunnen genereren om te voldoen aan de eisen van de schulddienstverlening.

Uitvoering schuldhulpverlening

-

Betrokken partijen

-

Samenwerking

  • De RKC concludeert dat de lengte van wachttijden en doorlooptijden in de Haarlemse context vooral wordt beïnvloed door toegang tot de schuldhulp, samenwerking met ketenpartners, samenwerking met schuldeisers en nazorg. De RKC constateert dat deze factoren in de inrichting van de afdeling Schulddienstverlening in meer of mindere mate allen aandacht krijgen. Er zijn bewuste keuzes gemaakt over de toegang tot - en de organisatie van de schulddienstverlening. Door de digitale aanmelding en in het voortraject de samenwerking met de ketenpartners Humanitas/Kontext, kan na de intake een aanvraag redelijk vlot in gang worden gezet.

Gegevens- en informatieuitwisseling

-

Toegang tot/bereik schuldhulpverlening

'- De RKC concludeert dat de lengte van wachttijden en doorlooptijden in de Haarlemse context vooral wordt beïnvloed door toegang tot de schuldhulp, samenwerking met ketenpartners, samenwerking met schuldeisers en nazorg. De RKC constateert dat deze factoren in de inrichting van de afdeling Schulddienstverlening in meer of mindere mate allen aandacht krijgen. Er zijn bewuste keuzes gemaakt over de toegang tot - en de organisatie van de schulddienstverlening. Door de digitale aanmelding en in het voortraject de samenwerking met de ketenpartners Humanitas/Kontext, kan na de intake een aanvraag redelijk vlot in gang worden gezet.

Aansluiting vraag en aanbod

-

Doelgroepen

-

Informatievoorziening inwoners/doelgroepen

-

Communicatie met cliënten

-

Specifieke hulpprogramma's

-

Preventie

-

(Vroeg)signalering

-

Nazorg

'- De RKC concludeert dat de lengte van wachttijden en doorlooptijden in de Haarlemse context vooral wordt beïnvloed door toegang tot de schuldhulp, samenwerking met ketenpartners, samenwerking met schuldeisers en nazorg. De RKC constateert dat deze factoren in de inrichting van de afdeling Schulddienstverlening in meer of mindere mate allen aandacht krijgen. Er zijn bewuste keuzes gemaakt over de toegang tot - en de organisatie van de schulddienstverlening. Door de digitale aanmelding en in het voortraject de samenwerking met de ketenpartners Humanitas/Kontext, kan na de intake een aanvraag redelijk vlot in gang worden gezet.

Prestaties schuldhulpverlening

  • De RKC concludeert dat de lengte van wachttijden en doorlooptijden in de Haarlemse context vooral wordt beïnvloed door toegang tot de schuldhulp, samenwerking met ketenpartners, samenwerking met schuldeisers en nazorg. De RKC constateert dat deze factoren in de inrichting van de afdeling Schulddienstverlening in meer of mindere mate allen aandacht krijgen. Er zijn bewuste keuzes gemaakt over de toegang tot - en de organisatie van de schulddienstverlening. Door de digitale aanmelding en in het voortraject de samenwerking met de ketenpartners Humanitas/Kontext, kan na de intake een aanvraag redelijk vlot in gang worden gezet.
  • Voor doorlooptijden hanteert Schulddienstverlening de normen van de branchevereniging NVVK. Zowel de producten stabilisatie (90 dagen) als minnelijke schuldregeling (120 dagen) zijn in 2013 / 2014 voor ongeveer de helft van de dossiers binnen de doorlooptijden van de branchevereniging afgerond. De aard van dit onderzoek leende zich er niet voor om diepgaander te onderzoeken in hoeverre de langere doorlooptijd bij de andere helft terug te voeren is tot trage opvolging van uitgezette acties door de cliënt, of lange reactietermijnen vanuit schuldeisers of lange intervallen tussen afspraken vanwege onvoldoende beschikbaarheid van de consulenten.
  • De RKC concludeert dat de schulddienstverlening Haarlem op de bepalende condities zodanig is ingericht dat de dienstverlening zonder wachtlijsten kan worden aangeboden. De gereguleerde instroom, gecombineerd met voldoende capaciteit van consulenten en een aanpak als dienstverlener (niet hulpverlener) is geschikt om zelfredzame burgers adequaat een hulpverleningsproduct aan te bieden.
  • De RKC merkt op dat de invulling het risico met zich meebrengt dat er voor minder zelfredzame hulpvragers, wel wachtlijsten zullen ontstaan. Dit heeft te maken met hulpvragers die niet digitaal vaardig zijn en intrinsiek dan wel vanuit hun netwerk onvoldoende ondersteuning kunnen genereren om te voldoen aan de eisen van de schulddienstverlening.

Resultaat schuldhulpverlening

-

Effectiviteit schuldhulpverlening

-

Efficiëntie schuldhulpverlening

-

Hellevoetsluis (2019)

Wet- en regelgeving

-

Beleid(sdoelen)

  • Naar mening van de rekenkamerfunctie Hellevoetsluis geeft het beleid voldoende richting en invulling aan de doelen en ambities van de gemeente op het gebied van schuldhulpverlening en minimavoorzieningen.
    '-Het meten van resultaat en het stellen van juiste prestatie-indicatoren verloopt niet altijd naar tevredenheid. Overigens is de rekenkamerfunctie van mening dat het stellen van prestatie-indicatoren belangrijk is in het kunnen meten van effect en in de verantwoording over de besteding van publieke middelen. Het zoeken naar de juiste balans tussen kwantitatieve en kwalitatieve gegevens én de bruikbaarheid van kwantitatieve gegevens behoeven wel aandacht.

Budget

-

Begroting/Jaarverslag

-

Uitgaven

-

Sturende rol college

-

Kaderstellende rol

-

Controlerende rol

-

Monitoring

-

Evaluatie/onderzoek

-

Informatievoorziening sturing

  • Het meten van resultaat en het stellen van juiste prestatie-indicatoren verloopt niet altijd naar tevredenheid. Overigens is de rekenkamerfunctie van mening dat het stellen van prestatie-indicatoren belangrijk is in het kunnen meten van effect en in de verantwoording over de besteding van publieke middelen. Het zoeken naar de juiste balans tussen kwantitatieve en kwalitatieve gegevens én de bruikbaarheid van kwantitatieve gegevens behoeven wel aandacht.

Informatievoorziening kaderstelling

-

Informatievoorziening controle

  • Het meten van resultaat en het stellen van juiste prestatie-indicatoren verloopt niet altijd naar tevredenheid. Overigens is de rekenkamerfunctie van mening dat het stellen van prestatie-indicatoren belangrijk is in het kunnen meten van effect en in de verantwoording over de besteding van publieke middelen. Het zoeken naar de juiste balans tussen kwantitatieve en kwalitatieve gegevens én de bruikbaarheid van kwantitatieve gegevens behoeven wel aandacht.

Organisatie uitvoering schuldhulpverlening

  • De gemeente heeft meer incidentele contacten en er wordt door cliënten vaak een drempel ervaren om naar de gemeente te stappen. De rekenkamerfunctie constateert in dit verband dat de samenwerking met partners blijvende aandacht nodig heeft. Met name waar het gaat om het voeren van regie, het verdelen en toewijzen van verantwoordelijkheden en het vroeg in het proces betrekken en benutten van samenwerkingspartners.

Uitvoering schuldhulpverlening

-

Betrokken partijen

-

Samenwerking

  • De rekenkamerfunctie constateert dat samenwerking niet alleen door alle partijen gewaardeerd wordt, maar dat samenwerken met partners ook hard nodig is. Zeker aangezien samenwerkingspartners meer laagdrempelige ingangen hebben die ook ruimte bieden voor vroegsignalering, en de langdurige en integrale zorg die zij kunnen bieden.
  • De gemeente heeft meer incidentele contacten en er wordt door cliënten vaak een drempel ervaren om naar de gemeente te stappen. De rekenkamerfunctie constateert in dit verband dat de samenwerking met partners blijvende aandacht nodig heeft. Met name waar het gaat om het voeren van regie, het verdelen en toewijzen van verantwoordelijkheden en het vroeg in het proces betrekken en benutten van samenwerkingspartners.

Gegevens- en informatieuitwisseling

-

Toegang tot/bereik schuldhulpverlening

  • De gemeente heeft meer incidentele contacten en er wordt door cliënten vaak een drempel ervaren om naar de gemeente te stappen. De rekenkamerfunctie constateert in dit verband dat de samenwerking met partners blijvende aandacht nodig heeft. Met name waar het gaat om het voeren van regie, het verdelen en toewijzen van verantwoordelijkheden en het vroeg in het proces betrekken en benutten van samenwerkingspartners.

Aansluiting vraag en aanbod

-

Doelgroepen

-

Informatievoorziening inwoners/doelgroepen

-

Communicatie met cliënten

-

Specifieke hulpprogramma's

-

Preventie

-

(Vroeg)signalering

-

Nazorg

-

Prestaties schuldhulpverlening

-

Resultaat schuldhulpverlening

  • Het meten van resultaat en het stellen van juiste prestatie-indicatoren verloopt niet altijd naar tevredenheid. Overigens is de rekenkamerfunctie van mening dat het stellen van prestatie-indicatoren belangrijk is in het kunnen meten van effect en in de verantwoording over de besteding van publieke middelen. Het zoeken naar de juiste balans tussen kwantitatieve en kwalitatieve gegevens én de bruikbaarheid van kwantitatieve gegevens behoeven wel aandacht.

Effectiviteit schuldhulpverlening

  • Het meten van resultaat en het stellen van juiste prestatie-indicatoren verloopt niet altijd naar tevredenheid. Overigens is de rekenkamerfunctie van mening dat het stellen van prestatie-indicatoren belangrijk is in het kunnen meten van effect en in de verantwoording over de besteding van publieke middelen. Het zoeken naar de juiste balans tussen kwantitatieve en kwalitatieve gegevens én de bruikbaarheid van kwantitatieve gegevens behoeven wel aandacht.

Efficiëntie schuldhulpverlening

-

Hillegom en Lisse (2021)

Wet- en regelgeving

-

Beleid(sdoelen)

  • Vastgesteld kan worden dat de aanbevelingen uit het vorige rekenkameronderzoek grotendeels zijn opgevolgd. In een brief van de ISD Bollenstreek van 17 april 2012 is door de directeur het volgende aangegeven: ‘Bij het opstellen van de notities en het conceptbeleidsplan is ook aansluiting gezocht bij de aanbevelingen van de Rekenkamercommissie Hillegom, Lisse en Noordwijkerhout.’ Dit zien we ook terug in de uitwerking van het plan.
  • Het huidige beleidsplan schulddienstverlening ISD Bollenstreek 2016-2020 ‘Op weg naar financiële zelfredzaamheid’ borduurt in grote lijnen voort op het beleidsplan uit 2012. De uitgangspunten binnen het beleidsplan zijn nader uitgewerkt in aparte hoofdstukken. Hoewel deze punten daarin nader worden toegelicht, worden ze niet SMART of concreet gemaakt en zijn er ook geen indicatoren aan gekoppeld.
  • Uit verschillende gesprekken komt naar voren dat er op dit moment een verschil van inzicht bestaat over wie het beleid maakt en vooral waar de regie ligt.
  • Op dit moment is er een situatie waarin de ISD zelf het beleid en de doelen opstelt, het beleid uitvoert en het beleid evalueert. Vanuit de gemeenten is aangegeven dat dit geen wenselijke situatie is.
  • Er is sprake van goede samenhang met de verschillende subdomeinen binnen het sociaal domein. Ook als het gaat om ander aanpalend beleid, zoals armoede en minimaregelingen, is er een duidelijke samenhang met de schulddienstverlening.
  • In het huidige beleidsplan schulddienstverlening wordt geen specifiek doelgroepenbeleid beschreven, wel wordt er in de praktijk hierop geacteerd. Gezien de relatief kleine aantallen - 25 tot 35 per gemeente - is op dit moment nog niet echt van doelgroepen te spreken. Dat neemt niet weg dat in het nieuwe beleid er wel degelijk aandacht aan doelgroepen besteed zal worden. De ISD verwacht straks namelijk een flinke toename in het aantal aanvragen van zzp’ers en ondernemers. Daarom zijn ze begonnen met het opleiden van de consulenten om deze doelgroep te kunnen helpen.

Budget

-

Begroting/Jaarverslag

-

Uitgaven

-

Sturende rol college

-

Kaderstellende rol

  • Geconcludeerd kan worden dat de gemeenteraden zich niet expliciet met de doelstellingen van het beleid hebben bezig gehouden.
  • Raadsleden hebben diverse instrumenten waarmee ze opdrachten kunnen geven (motie) of wijzigingen kunnen aanbrengen in het ontwerpbesluit (amendement). De afgelopen jaren zijn er geen moties en geen amendementen ingediend.
  • Raadsleden geven aan erg betrokken te zijn bij het thema, maar als gevolg van veel vertrouwen in de uitvoering, worden de geijkte controle- en sturingsinstrumenten niet snel ingezet. Er zijn de afgelopen jaren ook geen schriftelijke raadsvragen gesteld over (de uitvoering van) de schulddienstverlening. Uit gesprekken blijkt namelijk ook dat het lastig is om instrumenten in te zetten als er geen concrete doelstellingen zijn waarop gestuurd kan worden. Zoals eerder aangegeven zit de raad op dit moment vooral in de rol van controleur.

Controlerende rol

  • De raden zitten op dit moment vooral in een toetsende en controlerende rol ten aanzien van de schulddienstverlening.
  • Raadsleden hebben diverse instrumenten waarmee ze opdrachten kunnen geven (motie) of wijzigingen kunnen aanbrengen in het ontwerpbesluit (amendement). De afgelopen jaren zijn er geen moties en geen amendementen ingediend.
  • Raadsleden geven aan erg betrokken te zijn bij het thema, maar als gevolg van veel vertrouwen in de uitvoering, worden de geijkte controle- en sturingsinstrumenten niet snel ingezet. Er zijn de afgelopen jaren ook geen schriftelijke raadsvragen gesteld over (de uitvoering van) de schulddienstverlening. Uit gesprekken blijkt namelijk ook dat het lastig is om instrumenten in te zetten als er geen concrete doelstellingen zijn waarop gestuurd kan worden. Zoals eerder aangegeven zit de raad op dit moment vooral in de rol van controleur.

Monitoring

  • De voortgang van de uitvoering is op dit moment niet te monitoren, omdat uitgangspunten van het beleid niet SMART of concreet gemaakt en zijn er ook geen indicatoren aan zijn gekoppeld.
  • Indicatoren voor het monitoren van de voortgang zijn beperkt aanwezig; mede door het lage aantal klanten.

Evaluatie/onderzoek

  • Er is op dit moment geen goed beeld van de geleverde kwaliteit van dienstverlening, omdat er al enige tijd geen klantervaringsonderzoeken zijn gehouden en er ook geen andere onderzoeken of indicatoren zijn waaruit de kwaliteit van de schulddienstverlening valt af te lezen.
  • Er zijn er al een paar jaar geen klanttevredenheidsonderzoeken uitgevoerd. De gemeenteraden van beide gemeenten hebben dit niet direct gemist, maar zijn wel van mening dat het goed zou zijn om ten minste een keer per jaar een klanttevredenheidsonderzoek uit te voeren.

Informatievoorziening sturing

'- Er is op dit moment geen goed beeld van de geleverde kwaliteit van dienstverlening, omdat er al enige tijd geen klantervaringsonderzoeken zijn gehouden en er ook geen andere onderzoeken of indicatoren zijn waaruit de kwaliteit van de schulddienstverlening valt af te lezen.

Informatievoorziening kaderstelling

  • Er is op dit moment geen goed beeld van de geleverde kwaliteit van dienstverlening, omdat er al enige tijd geen klantervaringsonderzoeken zijn gehouden en er ook geen andere onderzoeken of indicatoren zijn waaruit de kwaliteit van de schulddienstverlening valt af te lezen.
  • Als er verandering van wetgeving plaatsvindt, dan deelt de ISD proactief informatie. De ISD doet ook haar best om complexe zaken begrijpelijk te maken voor de raad. De benadering, de open houding en het nemen van alle tijd en ruimte om de raad te informeren wordt als zeer positief ervaren. De ISD biedt ook de mogelijkheid om stage te lopen en om op werkbezoek te gaan.
  • De gemeente Lisse kent een Expertteam ISD dat als een soort raadswerkgroep fungeert. Het gebruik van het expertteam leidt tot een beter inhoudelijk gesprek. De raadsleden worden daarnaast steeds meer bekwaam op het thema. In Hillegom is met de griffie en het presidium afgesproken om drie of vier keer per jaar met de ISD in gesprek te gaan, zonder dat ze in een politieke discussie terechtkomen. Er is geen expertteam ISD of een commissie welzijn of zorg in Hillegom, maar daar wordt nu wel naar gekeken.

Informatievoorziening controle

  • Er is op dit moment geen goed beeld van de geleverde kwaliteit van dienstverlening, omdat er al enige tijd geen klantervaringsonderzoeken zijn gehouden en er ook geen andere onderzoeken of indicatoren zijn waaruit de kwaliteit van de schulddienstverlening valt af te lezen.
  • Verantwoording over schulddienstverlening gebeurt in de eerste plaats aan de hand van kwartaalrapportages en nieuwsbrieven over het Sociaal Domein die vanuit de ISD worden verstuurd. De informatievoorziening vanuit de ISD wordt in zijn algemeenheid door de raad als goed ervaren. De voortgang op projectniveau is goed te volgen, maar de voortgang van de gehele uitvoering is op dit moment niet te volgen omdat er in de huidige beleidsnota Schulddienstverlening geen concrete (of SMART) doelstellingen zijn geformuleerd.
  • Er zijn al een paar jaar geen klanttevredenheidsonderzoeken uitgevoerd. De gemeenteraden van beide gemeenten hebben dit niet direct gemist, maar zijn wel van mening dat het goed zou zijn om ten minste een keer per jaar een klanttevredenheidsonderzoek uit te voeren.
  • De gemeente Lisse kent een Expertteam ISD dat als een soort raadswerkgroep fungeert. Het gebruik van het expertteam leidt tot een beter inhoudelijk gesprek. De raadsleden worden daarnaast steeds meer bekwaam op het thema. In Hillegom is met de griffie en het presidium afgesproken om drie of vier keer per jaar met de ISD in gesprek te gaan, zonder dat ze in een politieke discussie terechtkomen. Er is geen expertteam ISD of een commissie welzijn of zorg in Hillegom, maar daar wordt nu wel naar gekeken.

Organisatie uitvoering schuldhulpverlening

  • Op dit moment is er een situatie waarin de ISD zelf het beleid en de doelen opstelt, het beleid uitvoert en het beleid evalueert. Vanuit de gemeenten is aangegeven dat dit geen wenselijke situatie is.
  • ISD Bollenstreek voert alle wettelijke taken binnen de schulddienstverlening uit voor de gemeenten Hillegom, Lisse, Teylingen en Noordwijk.
  • Er wordt verwacht dat de gemeenten een sterkere regierol pakken en afstemming zoeken met het veld zodat duidelijk is wie verantwoordelijk is voor welke taak, met daarbij een duidelijke rolverdeling. Er is daarbij ook duidelijk behoefte aan een sociale kaart, want de doorverwijzing verloopt niet altijd goed, wat in sommige gevallen samenhangt met het feit dat partijen niet precies van elkaar weten waar ze zich mee bezig houden.

Uitvoering schuldhulpverlening

  • Op dit moment is er een situatie waarin de ISD zelf het beleid en de doelen opstelt, het beleid uitvoert en het beleid evalueert. Vanuit de gemeenten is aangegeven dat dit geen wenselijke situatie is.
  • Er is sprake van een helder en duidelijk aanmeldproces voor klanten. Wel bemerken verschillende respondenten dat de bewijslast die aangevoerd moet worden voor het intakegesprek erg groot is, wat voor sommige klanten een drempel opwerpt. Dit is een landelijk beeld en speelt bij veel gemeenten. Naar schatting levert uiteindelijk zo’n 50% tot 60% van de klanten een compleet dossier aan. Ieder dossier (compleet of niet) wordt doorgezet naar de consulent.
  • De ISD zet verschillende instrumenten in om inwoners met schulden te helpen zoals informatie en advies, cursus omgaan met geld, budgetinformatiepunt, budgetbeheer (met en zonder schulddienstverlening), betalingsregeling, herfinanciering, minnelijk schuldregelingstraject, de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP) en nazorg. Uit interviews blijkt dat de uitvoering van de taken door de ISD-consulenten goed verloopt. De taken en werkinstructies zijn voor hen helder (zoals verwoord in het handboek schulddienstverlening).
  • De caseload van de consulenten is op dit moment hoog. Momenteel zijn er meer dossiers dan dat er fte voor beschikbaar is. De werkdruk is ook hoger geworden als gevolg van de nieuwe wet- en regelgeving met de daaruit volgende nieuwe werkwijzen. Ten slotte nemen diverse trainingen voor het helpen van zelfstandigen en ondernemers tijd in beslag.
  • Tijdens een audit in februari 2020, uitgevoerd door de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK), zijn er vijf aanbevelingen gedaan op het gebied van het versimpelen van een aanvraagformulier, een verbeterslag in de digitalisering, het aanbieden van trainingen voor consulenten, zorgen voor een telefonische variant van het budgetinformatiepunt en onderzoeken in hoeverre saneringskrediet ingezet kan worden. Vier van de vijf punten heeft de ISD al doorgevoerd. Wat het saneringskrediet betreft wordt nog verder onderzocht hoe en of dit kan worden ingezet.
  • Er is op dit moment geen goed beeld van de geleverde kwaliteit van dienstverlening, omdat er al enige tijd geen klantervaringsonderzoeken zijn gehouden en er ook geen andere onderzoeken of indicatoren zijn waaruit de kwaliteit van de schulddienstverlening valt af te lezen.
  • Klanten geven aan de toegang tot de schulddienstverlening goed te kunnen vinden. Er wordt in bijna alle gevallen positief teruggekeken op het intakegesprek met de consulent.
  • Klanten voelen zich serieus genomen en kunnen hun verhaal goed kwijt. Wel wordt aangegeven dat de hoeveelheid bewijslast voor het intakegesprek erg groot is. De houding van de consulenten en bejegening wordt als erg positief ervaren. Ze zijn goed bereikbaar, vriendelijk en deskundig. Ook over de doorlooptijd en het uiteindelijke traject zijn klanten tevreden.

Betrokken partijen

  • De gemeenten en de ISD werken op het gebied van schulddienstverlening onder andere samen met Humanitas, Schuldhulpmaatje, Kwadraad en Stichting MEE. Er zijn daarnaast contacten met de Voedselbank en de Kledingbank.

Samenwerking

  • Uit gesprekken is duidelijk geworden dat zowel de ketenpartners als de gemeenten en de ISD tevreden zijn over de samenwerking. Wel zijn er nog een aantal aandachtspunten voor de samenwerking. Zo lijken er steeds meer initiatieven te ontstaan die soms niet altijd in lijn lopen met de primaire uitvoeringstaak van de schulddienstverlening.

Gegevens- en informatieuitwisseling

-

Toegang tot/bereik schuldhulpverlening

  • Er wordt op dit moment op allerlei manieren getracht het bereik te vergroten. Zo wordt er op social media en de website regelmatig een bericht of update gegeven over het budgetinformatiepunt (BIP) en de loketten waar mensen terechtkunnen. Daarnaast wordt er met accountants, banken en ondernemersverenigingen geprobeerd ook andere partijen te betrekken bij schuldenproblematiek van zelfstandigen.
  • Een groter bereik is niet alleen de taak van de ISD, ook ketenpartners kunnen hier een bijdrage aan leveren. Op dit vlak zijn er echter nog weinig concrete afspraken.

Aansluiting vraag en aanbod

-

Doelgroepen

  • In het huidige beleidsplan schulddienstverlening wordt geen specifiek doelgroepenbeleid beschreven, wel wordt er in de praktijk hierop geacteerd. Gezien de relatief kleine aantallen - 25 tot 35 per gemeente - is op dit moment nog niet echt van doelgroepen te spreken. Dat neemt niet weg dat in het nieuwe beleid er wel degelijk aandacht aan doelgroepen besteed zal worden. De ISD verwacht straks namelijk een flinke toename in het aantal aanvragen van zzp’ers en ondernemers. Daarom zijn ze begonnen met het opleiden van de consulenten om deze doelgroep te kunnen helpen.

Informatievoorziening inwoners/doelgroepen

-

Communicatie met cliënten

-

Specifieke hulpprogramma's

  • Partijen die onder andere meedoen en een achterstand melden bij Vroeg Eropaf zijn nutsbedrijven, woonstichtingen en zorgverzekeraars. Er vinden huisbezoeken plaats waarbij een vrijwilliger van Humanitas en een medewerker van Kwadraad samen op pad gaan. Zij proberen met de inwoner in gesprek te komen en hulp te bieden. Wat met name waardevol is, is dat inwoners aan de hand van het gesprek zich bewust worden van hun financiële situatie.

Preventie

  • Partijen die onder andere meedoen en een achterstand melden bij Vroeg Eropaf zijn nutsbedrijven, woonstichtingen en zorgverzekeraars. Er vinden huisbezoeken plaats waarbij een vrijwilliger van Humanitas en een medewerker van Kwadraad samen op pad gaan. Zij proberen met de inwoner in gesprek te komen en hulp te bieden. Wat met name waardevol is, is dat inwoners aan de hand van het gesprek zich bewust worden van hun financiële situatie.

(Vroeg)signalering

-

Nazorg

-

Prestaties schuldhulpverlening

-

Resultaat schuldhulpverlening

-

Effectiviteit schuldhulpverlening

  • Het aantal geregistreerde aanvragen tot schulddienstverlening in de periode 2017-2019 is gedaald in zowel Hillegom als Lisse.
  • De aantallen recidive zijn erg laag in zowel de gemeente Hillegom als Lisse.
  • Het aantal inwoners dat daadwerkelijk een traject (zoals een schuldenregeling) aangaat, ligt laag in de gemeenten Hillegom en Lisse.

Efficiëntie schuldhulpverlening

-

Hoogeveen (2018)

Wet- en regelgeving

-

Beleid(sdoelen)

  • In de beleidsnota ontbreken meetbare en concrete doelstellingen en indicatoren.

Budget

-

Begroting/Jaarverslag

  • De doelmatigheid van de schuldhulpverlening is niet eenduidig te bepalen. Tot 1 mei 2017 waren de kosten van de schuldhulpverlening volledig te herleiden op basis van de kosten van de GKB. Na 1 mei 2017 doet ook de gemeente een deel van de uitvoering en deze kosten zijn niet opgenomen in de begroting en de jaarrekening. Een totaal zicht op de kosten van schuldhulpverlening ontbreekt hierdoor.

Uitgaven

  • De doelmatigheid van de schuldhulpverlening is niet eenduidig te bepalen. Tot 1 mei 2017 waren de kosten van de schuldhulpverlening volledig te herleiden op basis van de kosten van de GKB. Na 1 mei 2017 doet ook de gemeente een deel van de uitvoering en deze kosten zijn niet opgenomen in de begroting en de jaarrekening. Een totaal zicht op de kosten van schuldhulpverlening ontbreekt hierdoor.

Sturende rol college

-

Kaderstellende rol

-

Controlerende rol

  • De gemeenteraad is op dit moment niet goed in staat te sturen op de voortgang van het beleid en uitvoering in de schuldhulpverlening.

Monitoring

-

Evaluatie/onderzoek

  • Er vindt geen evaluatie van de algemene doelstellingen en het beleid plaats waardoor het niet mogelijk is de doeltreffendheid van bijvoorbeeld doelstellingen zoals preventie, het bieden van meer ondersteuning aan burgers en het vergroten van de toegankelijkheid van de schuldhulpverlening, te beoordelen.
  • Alleen met de GKB zijn contractafspraken gemaakt in de vorm van een overeenkomst. In deze afspraken is aandacht voor de af te nemen producten en de wijze van samenwerking. Met de overige partners in het werkveld schuldhulpverlening is geen directe subsidierelatie. Ook wordt deze samenwerking niet periodiek op kwaliteit en voortgang geëvalueerd.

Informatievoorziening sturing

  • De doelmatigheid van de schuldhulpverlening is niet eenduidig te bepalen. Tot 1 mei 2017 waren de kosten van de schuldhulpverlening volledig te herleiden op basis van de kosten van de GKB. Na 1 mei 2017 doet ook de gemeente een deel van de uitvoering en deze kosten zijn niet opgenomen in de begroting en de jaarrekening. Een totaal zicht op de kosten van schuldhulpverlening ontbreekt hierdoor.

Informatievoorziening kaderstelling

-

Informatievoorziening controle

  • De doelmatigheid van de schuldhulpverlening is niet eenduidig te bepalen. Tot 1 mei 2017 waren de kosten van de schuldhulpverlening volledig te herleiden op basis van de kosten van de GKB. Na 1 mei 2017 doet ook de gemeente een deel van de uitvoering en deze kosten zijn niet opgenomen in de begroting en de jaarrekening. Een totaal zicht op de kosten van schuldhulpverlening ontbreekt hierdoor.
  • Er zijn geen duidelijke afspraken gemaakt over de periodieke momenten waarop de raad geïnformeerd wordt en de wijze van rapporteren aan de raad.

Organisatie uitvoering schuldhulpverlening

-

Uitvoering schuldhulpverlening

  • Er vindt geen evaluatie van de algemene doelstellingen en het beleid plaats waardoor het niet mogelijk is de doeltreffendheid van bijvoorbeeld doelstellingen zoals preventie, het bieden van meer ondersteuning aan burgers en het vergroten van de toegankelijkheid van de schuldhulpverlening, te beoordelen.

Betrokken partijen

-

Samenwerking

  • Alleen met de GKB zijn contractafspraken gemaakt in de vorm van een overeenkomst. In deze afspraken is aandacht voor de af te nemen producten en de wijze van samenwerking. Met de overige partners in het werkveld schuldhulpverlening is geen directe subsidierelatie. Ook wordt deze samenwerking niet periodiek op kwaliteit en voortgang geëvalueerd.

Gegevens- en informatieuitwisseling

-

Toegang tot/bereik schuldhulpverlening

  • Er vindt geen evaluatie van de algemene doelstellingen en het beleid plaats waardoor het niet mogelijk is de doeltreffendheid van bijvoorbeeld doelstellingen zoals preventie, het bieden van meer ondersteuning aan burgers en het vergroten van de toegankelijkheid van de schuldhulpverlening, te beoordelen.

Aansluiting vraag en aanbod

-

Doelgroepen

-

Informatievoorziening inwoners/doelgroepen

-

Communicatie met cliënten

-

Specifieke hulpprogramma's

-

Preventie

  • Er vindt geen evaluatie van de algemene doelstellingen en het beleid plaats waardoor het niet mogelijk is de doeltreffendheid van bijvoorbeeld doelstellingen zoals preventie, het bieden van meer ondersteuning aan burgers en het vergroten van de toegankelijkheid van de schuldhulpverlening, te beoordelen.

(Vroeg)signalering

-

Nazorg

-

Prestaties schuldhulpverlening

-

Resultaat schuldhulpverlening

-

Effectiviteit schuldhulpverlening

  • De vraag of de schuldhulpverlening en de preventie in Hoogeveen doeltreffend is, is niet te beantwoorden.
  • In de beleidsnota ontbreken meetbare en concrete doelstellingen en indicatoren.
  • Er vindt geen evaluatie van de algemene doelstellingen en het beleid plaats waardoor het niet mogelijk is de doeltreffendheid van bijvoorbeeld doelstellingen zoals preventie, het bieden van meer ondersteuning aan burgers en het vergroten van de toegankelijkheid van de schuldhulpverlening, te beoordelen.

Efficiëntie schuldhulpverlening

  • De doelmatigheid van de schuldhulpverlening is niet eenduidig te bepalen. Tot 1 mei 2017 waren de kosten van de schuldhulpverlening volledig te herleiden op basis van de kosten van de GKB. Na 1 mei 2017 doet ook de gemeente een deel van de uitvoering en deze kosten zijn niet opgenomen in de begroting en de jaarrekening. Een totaal zicht op de kosten van schuldhulpverlening ontbreekt hierdoor.

Hoorn (2020)

Wet- en regelgeving

-

Beleid(sdoelen)

-

Budget

-

Begroting/Jaarverslag

-

Uitgaven

-

Sturende rol college

-

Kaderstellende rol

-

Controlerende rol

-

Monitoring

-

Evaluatie/onderzoek

-

Informatievoorziening sturing

-

Informatievoorziening kaderstelling

-

Informatievoorziening controle

  • De raad krijgt te weinig concrete sturings- en verantwoordingsinformatie over schuldhulpverlening.

Organisatie uitvoering schuldhulpverlening

-

Uitvoering schuldhulpverlening

  • Alle betrokkenen binnen de Hoornse uitvoeringsorganisatie tonen een grote inzet voor een optimale gemeentelijke schuldhulpverlening.
  • Schuldhulpverlening wordt nog te geïsoleerd opgepakt.

Betrokken partijen

-

Samenwerking

-

Gegevens- en informatieuitwisseling

-

Toegang tot/bereik schuldhulpverlening

-

Aansluiting vraag en aanbod

-

Doelgroepen

-

Informatievoorziening inwoners/doelgroepen

-

Communicatie met cliënten

-

Specifieke hulpprogramma's

-

Preventie

-

(Vroeg)signalering

-

Nazorg

-

Prestaties schuldhulpverlening

-

Resultaat schuldhulpverlening

-

Effectiviteit schuldhulpverlening

  • De effectiviteit van de gemeentelijke schuldhulpverlening is nog niet optimaal.

Efficiëntie schuldhulpverlening

-

Katwijk (2020)

Wet- en regelgeving

  • De gemeente voldoet aan de eisen van het wettelijk kader.
  • Als het beleidsplan naast het wettelijk kader (Wet gemeentelijke schuldhulpverlening) wordt gelegd, kan geconcludeerd worden dat een plan voor een periode van hoogstens vier jaar is vastgesteld door de gemeenteraad.
  • De extra Rijksmiddelen zijn volledig benut voor het minimabeleid.

Beleid(sdoelen)

  • In het beleidsplan staan de gewenste resultaten omschreven in actiepunten.
  • In het beleidsplan worden maatregelen benoemd om de kwaliteit van de integrale schuldhulpverlening (over het proces en dienstverlening) te borgen.
  • In het beleidsplan wordt gestreefd naar een maximale wachttijd voor aanmelding van één week (in crisissituaties 24 uur) en voor intake vier weken.
  • In het beleidsplan is extra aandacht voor gezinnen met inwonende minderjarige kinderen.
  • In het contract met de uitvoerders van het BIP (Plangroep) zijn enkele doelstellingen opgenomen over doorlooptijden en wachtlijsten.
  • Met aanpalende voorzieningen zijn noch rapportagevereisten, noch doelstellingen geformuleerd.
  • De raad ziet de net vastgestelde Maatschappelijke Agenda als aanknopingspunt om de schuldenaanpak in Katwijk te verbeteren en de resultaten daarvan te monitoren. Dat vraagt volgens de raad wel om een concrete uitwerking van de Maatschappelijke Agenda op het punt van schulden.

Budget

-

Begroting/Jaarverslag

  • Schuldhulpverlening is onderdeel van programma 6.71 Maatwerkdienstverlening 18+. Daarnaast komt het terug in programma 6.3 Inkomensregelingen. In deze taakvelden staat beschreven wat de gemeente wil bereiken en wat ze daarvoor in het komende jaar gaan doen. De inzet is kwalitatief van aard en niet SMART geformuleerd.

Uitgaven

  • De extra Rijksmiddelen zijn volledig benut voor het minimabeleid.

Sturende rol college

-

Kaderstellende rol

  • De raad neemt haar kaderstellende en controlerende rol, maar volgt daarin wat het college aan de raad voorlegt.
  • De kaderstelling is op grote hoofdlijnen, doelen en resultaten zijn weinig concreet of zoals in de recentelijk vastgestelde Maatschappelijke Agenda niet aanwezig omdat zij nog uitgewerkt moeten worden.
  • Eigen initiatieven zowel op kaderstellend als controlerend vlak zijn in de onderzoeksperiode niet aangetroffen.

Controlerende rol

  • De raad neemt haar kaderstellende en controlerende rol, maar volgt daarin wat het college aan de raad voorlegt.
  • Eigen initiatieven zowel op kaderstellend als controlerend vlak zijn in de onderzoeksperiode niet aangetroffen.
  • De raad ziet de net vastgestelde Maatschappelijke Agenda als aanknopingspunt om de schuldenaanpak in Katwijk te verbeteren en de resultaten daarvan te monitoren. Dat vraagt volgens de raad wel om een concrete uitwerking van de Maatschappelijke Agenda op het punt van schulden.

Monitoring

  • Geconcludeerd kan worden dat er meer beschikbare gegevens over de omvang van de schuldenproblematiek zijn, maar dat deze nog niet optimaal worden ingezet en gedeeld door zowel de gemeente als professionals onderling.
  • In het contract met de uitvoerders van het BIP (Plangroep) zijn enkele doelstellingen opgenomen over doorlooptijden en wachtlijsten.
  • Die worden ieder kwartaal gemonitord en volgens het BIP gehaald. Ook leveren zij cijfers aan over onder andere de instroom, lopende fases en doorverwijzingen.
  • Met aanpalende voorzieningen zijn noch rapportagevereisten, noch doelstellingen geformuleerd. Zij leveren wel elk halfjaar een voortgangsrapportage.
  • De raad ziet de net vastgestelde Maatschappelijke Agenda als aanknopingspunt om de schuldenaanpak in Katwijk te verbeteren en de resultaten daarvan te monitoren. Dat vraagt volgens de raad wel om een concrete uitwerking van de Maatschappelijke Agenda op het punt van schulden.

Evaluatie/onderzoek

  • Geconcludeerd kan worden dat er meer beschikbare gegevens over de omvang van de schuldenproblematiek zijn, maar dat deze nog niet optimaal worden ingezet en gedeeld door zowel de gemeente als professionals onderling.

Informatievoorziening sturing

  • Geconcludeerd kan worden dat er meer beschikbare gegevens over de omvang van de schuldenproblematiek zijn, maar dat deze nog niet optimaal worden ingezet en gedeeld door zowel de gemeente als professionals onderling.
  • Met aanpalende voorzieningen zijn noch rapportagevereisten, noch doelstellingen geformuleerd. Zij leveren wel elk halfjaar een voortgangsrapportage.

Informatievoorziening kaderstelling

  • Geconcludeerd kan worden dat er meer beschikbare gegevens over de omvang van de schuldenproblematiek zijn, maar dat deze nog niet optimaal worden ingezet en gedeeld door zowel de gemeente als professionals onderling.
  • Met aanpalende voorzieningen zijn noch rapportagevereisten, noch doelstellingen geformuleerd. Zij leveren wel elk halfjaar een voortgangsrapportage.

Informatievoorziening controle

  • Geconcludeerd kan worden dat er meer beschikbare gegevens over de omvang van de schuldenproblematiek zijn, maar dat deze nog niet optimaal worden ingezet en gedeeld door zowel de gemeente als professionals onderling.
  • De raad heeft zelf het initiatief genomen om het aantal indicatoren waarmee zij geïnformeerd wordt te verminderen. Dat heeft geleid tot een informatievoorziening op grote hoofdlijnen. Het aantal indicatoren voor schuldhulpverlening in de huidige planning en controlcyclus is minimaal en op basis van deze indicatoren is het lastig vast te stellen of de doelstellingen van de gemeente behaald worden.
  • Met aanpalende voorzieningen zijn noch rapportagevereisten, noch doelstellingen geformuleerd. Zij leveren wel elk halfjaar een voortgangsrapportage.

Organisatie uitvoering schuldhulpverlening

  • In het beleidsplan worden maatregelen benoemd om de kwaliteit van de integrale schuldhulpverlening (over het proces en dienstverlening) te borgen.
  • Momenteel zijn voorzieningen voor het voorkomen en aanpakken van schulden versnipperd georganiseerd bij verschillende disciplines en organisaties.

Uitvoering schuldhulpverlening

  • De uitvoerende organisaties doen wat hen gevraagd wordt en professionals en inwoners zijn te spreken over de hulpverlening van het BIP. Er zijn nog verbeterpunten:
  • er is te weinig aandacht voor preventie.
  • niet alle doelgroepen zijn bekend met het aanbod.
  • de toegang kan laagdrempeliger.
  • er vindt beperkt tot geen kennisdeling plaats tussen professionals en vrijwilligersorganisaties.
  • er is weinig zicht op de ervaringen van klanten.
  • De werkzame bestanddelen zoals geformuleerd door kennisinstituten en de NVVK (brancheorganisatie schuldhulpverleners) worden grotendeels toegepast in Katwijk. Winst is te behalen bij vroegsignalering en het inspelen op levensgebeurtenissen.

Betrokken partijen

-

Samenwerking

-

Gegevens- en informatieuitwisseling

  • Geconcludeerd kan worden dat er meer beschikbare gegevens over de omvang van de schuldenproblematiek zijn, maar dat deze nog niet optimaal worden ingezet en gedeeld door zowel de gemeente als professionals onderling.
  • Er vindt beperkt tot geen kennisdeling plaats tussen professionals en vrijwilligersorganisaties.

Toegang tot/bereik schuldhulpverlening

  • Niet alle doelgroepen zijn bekend met het aanbod.
  • De toegang kan laagdrempeliger.

Aansluiting vraag en aanbod

-

Doelgroepen

  • Niet alle doelgroepen zijn bekend met het aanbod.
    • In het beleidsplan is extra aandacht voor gezinnen met inwonende minderjarige kinderen.

Informatievoorziening inwoners/doelgroepen

  • Niet alle doelgroepen zijn bekend met het aanbod.

Communicatie met cliënten

-

Specifieke hulpprogramma's

-

Preventie

  • Er is te weinig aandacht voor preventie.
  • Momenteel zijn voorzieningen voor het voorkomen en aanpakken van schulden versnipperd georganiseerd bij verschillende disciplines en organisaties.

(Vroeg)signalering

  • De werkzame bestanddelen zoals geformuleerd door kennisinstituten en de NVVK (brancheorganisatie schuldhulpverleners) worden grotendeels toegepast in Katwijk. Winst is te behalen bij vroegsignalering en het inspelen op levensgebeurtenissen.

Nazorg

-

Prestaties schuldhulpverlening

  • In het beleidsplan wordt gestreefd naar een maximale wachttijd voor aanmelding van één week (in crisissituaties 24 uur) en voor intake vier weken.
  • In het contract met de uitvoerders van het BIP (Plangroep) zijn enkele doelstellingen opgenomen over doorlooptijden en wachtlijsten.
  • Die worden ieder kwartaal gemonitord en volgens het BIP gehaald. Ook leveren zij cijfers aan over onder andere de instroom, lopende fases en doorverwijzingen.
  • De raad heeft zelf het initiatief genomen om het aantal indicatoren waarmee zij geïnformeerd wordt te verminderen. Dat heeft geleid tot een informatievoorziening op grote hoofdlijnen. Het aantal indicatoren voor schuldhulpverlening in de huidige planning en controlcyclus is minimaal en op basis van deze indicatoren is het lastig vast te stellen of de doelstellingen van de gemeente behaald worden.

Resultaat schuldhulpverlening

  • Schuldhulpverlening is onderdeel van programma 6.71 Maatwerkdienstverlening 18+. Daarnaast komt het terug in programma 6.3 Inkomensregelingen. In deze taakvelden staat beschreven wat de gemeente wil bereiken en wat ze daarvoor in het komende jaar gaan doen. De inzet is kwalitatief van aard en niet SMART geformuleerd
  • De raad heeft zelf het initiatief genomen om het aantal indicatoren waarmee zij geïnformeerd wordt te verminderen. Dat heeft geleid tot een informatievoorziening op grote hoofdlijnen. Het aantal indicatoren voor schuldhulpverlening in de huidige planning en controlcyclus is minimaal en op basis van deze indicatoren is het lastig vast te stellen of de doelstellingen van de gemeente behaald worden. .

Effectiviteit schuldhulpverlening

  • Schuldhulpverlening is onderdeel van programma 6.71 Maatwerkdienstverlening 18+. Daarnaast komt het terug in programma 6.3 Inkomensregelingen. In deze taakvelden staat beschreven wat de gemeente wil bereiken en wat ze daarvoor in het komende jaar gaan doen. De inzet is kwalitatief van aard en niet SMART geformuleerd.

Efficiëntie schuldhulpverlening

-

Laarbeek (2021)

Wet- en regelgeving

-

Beleid(sdoelen)

  • Het Regionaal Beleidsplan Schuldhulpverlening is doorvertaald in een lokale uitwerking met heldere ambities, doelen en indicatoren.

Budget

-

Begroting/Jaarverslag

-

Uitgaven

-

Sturende rol college

  • De samenwerking met ketenpartners wordt niet optimaal benut, omdat de gemeente niet als regisseur van het veld optreedt.

Kaderstellende rol

  • De gemeenteraad geeft nog nauwelijks invulling aan zijn kaderstellende rol en is vooral controleur.

Controlerende rol

  • De gemeenteraad geeft nog nauwelijks invulling aan zijn kaderstellende rol en is vooral controleur.

Monitoring

  • De gemeente heeft geen zicht op resultaten en effecten van schuldhulpverlening, omdat een monitor of dashboard ontbreekt.

Evaluatie/onderzoek

-

Informatievoorziening sturing

  • De gemeente heeft geen zicht op resultaten en effecten van schuldhulpverlening, omdat een monitor of dashboard ontbreekt.

Informatievoorziening kaderstelling

  • De informatievoorziening aan de gemeenteraad is niet compleet, waardoor goede sturingsinformatie ontbreekt.
  • De wijze waarop de raad wordt geïnformeerd, sluit nog niet aan op de behoefte.

Informatievoorziening controle

  • De gemeente heeft geen zicht op resultaten en effecten van schuldhulpverlening, omdat een monitor of dashboard ontbreekt.
  • De informatievoorziening aan de gemeenteraad is niet compleet, waardoor goede sturingsinformatie ontbreekt.
  • De wijze waarop de raad wordt geïnformeerd, sluit nog niet aan op de behoefte.

Organisatie uitvoering schuldhulpverlening

  • Er zijn zowel in de preventieve sfeer als op het gebied van de schuldregeling veel (beleids)initiatieven genomen, maar samenhang en overzicht in de uitvoering ontbreken.

Uitvoering schuldhulpverlening

  • Er zijn zowel in de preventieve sfeer als op het gebied van de schuldregeling veel (beleids)initiatieven genomen, maar samenhang en overzicht in de uitvoering ontbreken.

Betrokken partijen

-

Samenwerking

  • De samenwerking met ketenpartners wordt niet optimaal benut, omdat de gemeente niet als regisseur van het veld optreedt.

Gegevens- en informatieuitwisseling

-

Toegang tot/bereik schuldhulpverlening

  • De toegang tot schuldhulpverlening is ‘versnipperd’ en onduidelijk.

Aansluiting vraag en aanbod

-

Doelgroepen

-

Informatievoorziening inwoners/doelgroepen

-

Communicatie met cliënten

-

Specifieke hulpprogramma's

-

Preventie

  • Er zijn zowel in de preventieve sfeer als op het gebied van de schuldregeling veel (beleids)initiatieven genomen, maar samenhang en overzicht in de uitvoering ontbreken.

(Vroeg)signalering

-

Nazorg

-

Prestaties schuldhulpverlening

-

Resultaat schuldhulpverlening

  • De gemeente heeft geen zicht op resultaten en effecten van schuldhulpverlening, omdat een monitor of dashboard ontbreekt.

Effectiviteit schuldhulpverlening

  • De gemeente heeft geen zicht op resultaten en effecten van schuldhulpverlening, omdat een monitor of dashboard ontbreekt.

Efficiëntie schuldhulpverlening

-

Lansingerland (2020)

Wet- en regelgeving

-

Beleid(sdoelen)

  • Een oorzaak voor het geringe bereik is dat het vastgestelde beleid rondom schulddienstverlening dusdanig onvolledig en onuitgewerkt is, dat het nauwelijks richtinggevend is voor de uitvoering.
  • Het gevolg van het onuitgewerkte en onvolledige beleid is dat het college een groot deel van de voorgenomen maatregelen niet of te laat heeft uitgevoerd.

Budget

-

Begroting/Jaarverslag

-

Uitgaven

-

Sturende rol college

  • Het college heeft nauwelijks prioriteit gegeven aan de uitvoering van het beleid inzake schulddienstverlening. Dit uit zich in een gebrek aan gemeentelijke regie op de keten, ontoereikende ambtelijke capaciteit, gebrekkige dossiervorming en juridische tekortkomingen.

Kaderstellende rol

-

Controlerende rol

-

Monitoring

  • De gemeente heeft geen inzicht in het aantal huishoudens met problematische schulden dat zij bereikt. Dit bereik was in de beleidsplanperiode 2016-2020 zeer bescheiden. Jaarlijks meldden zich namelijk zo’n 185 nieuwe huishoudens, terwijl de totale doelgroep naar schatting zo’n 1.200 huishoudens bedraagt.
  • Omdat het college de uitvoering van de schulddienstverleningsketen onvoldoende monitort, hebben het college noch de raad zicht op de geboekte resultaten en op de mate waarin de schulddienstverlening leidt tot een kleinere schuldenproblematiek in Lansingerland.

Evaluatie/onderzoek

  • De gemeente heeft geen inzicht in het aantal huishoudens met problematische schulden dat zij bereikt. Dit bereik was in de beleidsplanperiode 2016-2020 zeer bescheiden. Jaarlijks meldden zich namelijk zo’n 185 nieuwe huishoudens, terwijl de totale doelgroep naar schatting zo’n 1.200 huishoudens bedraagt.

Informatievoorziening sturing

  • De gemeente heeft geen inzicht in het aantal huishoudens met problematische schulden dat zij bereikt. Dit bereik was in de beleidsplanperiode 2016-2020 zeer bescheiden. Jaarlijks meldden zich namelijk zo’n 185 nieuwe huishoudens, terwijl de totale doelgroep naar schatting zo’n 1.200 huishoudens bedraagt.
  • Omdat het college de uitvoering van de schulddienstverleningsketen onvoldoende monitort, hebben het college noch de raad zicht op de geboekte resultaten en op de mate waarin de schulddienstverlening leidt tot een kleinere schuldenproblematiek in Lansingerland.

Informatievoorziening kaderstelling

  • De gemeente heeft geen inzicht in het aantal huishoudens met problematische schulden dat zij bereikt. Dit bereik was in de beleidsplanperiode 2016-2020 zeer bescheiden. Jaarlijks meldden zich namelijk zo’n 185 nieuwe huishoudens, terwijl de totale doelgroep naar schatting zo’n 1.200 huishoudens bedraagt.

Informatievoorziening controle

  • De gemeente heeft geen inzicht in het aantal huishoudens met problematische schulden dat zij bereikt. Dit bereik was in de beleidsplanperiode 2016-2020 zeer bescheiden. Jaarlijks meldden zich namelijk zo’n 185 nieuwe huishoudens, terwijl de totale doelgroep naar schatting zo’n 1.200 huishoudens bedraagt.
  • Omdat het college de uitvoering van de schulddienstverleningsketen onvoldoende monitort, hebben het college noch de raad zicht op de geboekte resultaten en op de mate waarin de schulddienstverlening leidt tot een kleinere schuldenproblematiek in Lansingerland.

Organisatie uitvoering schuldhulpverlening

  • Een oorzaak voor het geringe bereik is dat het vastgestelde beleid rondom schulddienstverlening dusdanig onvolledig en onuitgewerkt is, dat het nauwelijks richtinggevend is voor de uitvoering.
  • Het college heeft nauwelijks prioriteit gegeven aan de uitvoering van het beleid inzake schulddienstverlening. Dit uit zich in een gebrek aan gemeentelijke regie op de keten, ontoereikende ambtelijke capaciteit, gebrekkige dossiervorming en juridische tekortkomingen.

Uitvoering schuldhulpverlening

  • Het gevolg van het onuitgewerkte en onvolledige beleid is dat het college een groot deel van de voorgenomen maatregelen niet of te laat heeft uitgevoerd.
  • De weinige beschikbare informatie wijst erop dat de kwaliteit van Plangroeps dienstverlening in Lansingerland relatief goed is. Toch is het bereik ervan klein.
  • De in Lansingerland gerealiseerde hulp bij schulden heeft een beperkt bereik en de kwaliteit ervan is onvoldoende in beeld.
  • De schulddienstverlening is onvoldoende integraal opgezet. Dit vergroot de kans op uitval, waarschijnlijk vooral onder hulpvragers met complexe problematiek.

Betrokken partijen

-

Samenwerking

-

Gegevens- en informatieuitwisseling

-

Toegang tot/bereik schuldhulpverlening

  • Een oorzaak voor het geringe bereik is dat het vastgestelde beleid rondom schulddienstverlening dusdanig onvolledig en onuitgewerkt is, dat het nauwelijks richtinggevend is voor de uitvoering.
  • De weinige beschikbare informatie wijst erop dat de kwaliteit van Plangroeps dienstverlening in Lansingerland relatief goed is. Toch is het bereik ervan klein.
  • De in Lansingerland gerealiseerde hulp bij schulden heeft een beperkt bereik en de kwaliteit ervan is onvoldoende in beeld.

Aansluiting vraag en aanbod

-

Doelgroepen

  • De schulddienstverlening is onvoldoende integraal opgezet. Dit vergroot de kans op uitval, waarschijnlijk vooral onder hulpvragers met complexe problematiek.
  • Er zijn verschillende aanwijzingen dat doelgroepen met complexe problematiek in Lansingerland onvoldoende adequate hulpverlening ontvangen.

Informatievoorziening inwoners/doelgroepen

-

Communicatie met cliënten

-

Specifieke hulpprogramma's

-

Preventie

-

(Vroeg)signalering

-

Nazorg

-

Prestaties schuldhulpverlening

-

Resultaat schuldhulpverlening

  • Omdat het college de uitvoering van de schulddienstverleningsketen onvoldoende monitort, hebben het college noch de raad zicht op de geboekte resultaten en op de mate waarin de schulddienstverlening leidt tot een kleinere schuldenproblematiek in Lansingerland.

Effectiviteit schuldhulpverlening

  • Omdat het college de uitvoering van de schulddienstverleningsketen onvoldoende monitort, hebben het college noch de raad zicht op de geboekte resultaten en op de mate waarin de schulddienstverlening leidt tot een kleinere schuldenproblematiek in Lansingerland.
  • De schulddienstverlening is onvoldoende integraal opgezet. Dit vergroot de kans op uitval, waarschijnlijk vooral onder hulpvragers met complexe problematiek.

Efficiëntie schuldhulpverlening

-

Neder-Betuwe (2020)

Wet- en regelgeving

  • De gemeente Neder-Betuwe slaagt er onvoldoende in om op een integrale manier te werken op het gebied van schuldhulpverlening. Geïnterviewden stellen dat de AVG en andere betrokken wetgeving zoals de Jeugdwet, Participatiewet en WMO2015 een integrale samenwerking tussen schuldhulpverlening, jeugdhulp en Wmo onvoldoende mogelijk maken.

Beleid(sdoelen)

-

Budget

-

Begroting/Jaarverslag

-

Uitgaven

-

Sturende rol college

-

Kaderstellende rol

-

Controlerende rol

-

Monitoring

  • Het is op basis van bestaande data niet mogelijk om de sociaal-maatschappelijke en financiële gevolgen binnen het sociaal domein in kaart te brengen

Evaluatie/onderzoek

  • Het is op basis van bestaande data niet mogelijk om de sociaal-maatschappelijke en financiële gevolgen binnen het sociaal domein in kaart te brengen

Informatievoorziening sturing

-

Informatievoorziening kaderstelling

-

Informatievoorziening controle

-

Organisatie uitvoering schuldhulpverlening

  • De formele schuldhulpverlening is kwetsbaar. De formele schuldhulpverlening wordt volledig uitgevoerd door twee schuldhulpverleners en is daardoor kwetsbaar.

Uitvoering schuldhulpverlening

  • De gemeente Neder-Betuwe en haar maatschappelijke organisaties zetten zich actief in voor inwoners met schuldenproblematiek. Van kerken, het onderwijs, de woningbouwvereniging, de gemeente tot welzijnswerk: iedere betrokken partij doet aan vroegsignalering van armoede en schulden en zet zich in voor het oplossen hiervan.
  • De gemeente Neder-Betuwe slaagt er onvoldoende in om op een integrale manier te werken op het gebied van schuldhulpverlening. Geïnterviewden stellen dat de AVG en andere betrokken wetgeving zoals de Jeugdwet, Participatiewet en WMO2015 een integrale samenwerking tussen schuldhulpverlening, jeugdhulp en Wmo onvoldoende mogelijk maken.
  • Er is nauwelijks sprake van inwoners met schuldenproblematiek die wet- en regelgeving overtreden De wetten die van toepassing zijn op de situatie dat mensen met schuldenproblematiek zich niet houden aan relevante wet- en regelgeving zijn vrij algemeen en kunnen dus door de schuldhulpverleners per situatie worden ingevuld.
  • Ditzelfde beeld blijkt uit de werkwijze van professionals die in opdracht van de gemeente Neder- Betuwe werken. Ook zij hebben – voor zover zij weten – nauwelijks met inwoners met schuldenproblematiek te maken die wet- en regelgeving overtreden. Het enige wat uit de interviews naar voren is gekomen, is fraude. Dit is een uitzonderlijke situatie in Neder-Betuwe. In dat geval stoppen de professionals die werkzaam zijn bij de maatschappelijke organisaties in Neder-Betuwe gelijk met het aanbod en wordt contact opgenomen met landelijke juridische instanties.

Betrokken partijen

  • De gemeente Neder-Betuwe en haar maatschappelijke organisaties zetten zich actief in voor inwoners met schuldenproblematiek. Van kerken, het onderwijs, de woningbouwvereniging, de gemeente tot welzijnswerk: iedere betrokken partij doet aan vroegsignalering van armoede en schulden en zet zich in voor het oplossen hiervan.

Samenwerking

-

Gegevens- en informatieuitwisseling

-

Toegang tot/bereik schuldhulpverlening

-

Aansluiting vraag en aanbod

-

Doelgroepen

-

Informatievoorziening inwoners/doelgroepen

  • Binnen de gemeente Neder-Betuwe heerst een groot gevoel van schaamte rondom armoede en schulden Het taboe rondom armoede en schulden is groot onder inwoners van de gemeente Neder-Betuwe.

Communicatie met cliënten

-

Specifieke hulpprogramma's

-

Preventie

-

(Vroeg)signalering

  • De gemeente Neder-Betuwe en haar maatschappelijke organisaties zetten zich actief in voor inwoners met schuldenproblematiek. Van kerken, het onderwijs, de woningbouwvereniging, de gemeente tot welzijnswerk: iedere betrokken partij doet aan vroegsignalering van armoede en schulden en zet zich in voor het oplossen hiervan.

Nazorg

-

Prestaties schuldhulpverlening

-

Resultaat schuldhulpverlening

-

Effectiviteit schuldhulpverlening

  • Het is op basis van bestaande data niet mogelijk om de sociaal-maatschappelijke en financiële gevolgen binnen het sociaal domein in kaart te brengen. Op basis van voorliggend onderzoek is het niet mogelijk om harde uitspraken te doen over hoeveel de gemeente Neder- Betuwe en de maatschappelijke organisaties bijgedragen hebben aan de sociaal-maatschappelijke en financiële gevolgen binnen het sociaal domein bij inwoners met schuldenproblematiek.

Efficiëntie schuldhulpverlening

-

Nijkerk (2021)

Wet- en regelgeving

-

Beleid(sdoelen)

  • Het beleid van de gemeente voldoet aan landelijke wet- en regelgeving. Maar de doelen die de gemeente nastreeft met schuldhulpverlening zijn sinds lange tijd niet meer geactualiseerd en staan in verschillende documenten.
  • De beleidsregels zijn lang – sinds 2014 – niet geactualiseerd. De gemeente heeft de kennis over actuele ontwikkelingen en wetgeving op het gebied van schuldhulpverlening nog niet toegepast in beleid. Het beleid sluit daardoor minder aan bij de dagelijkse praktijk van de uitvoering.

Budget

  • De kosten voor schuldhulpverlening zijn inzichtelijk. Jaarlijks blijven de kosten ruim binnen het beschikbare budget. Het college houdt de gemeenteraad actief op de hoogte van de resultaten van schuldhulpverlening.

Begroting/Jaarverslag

  • De verantwoordingsinformatie van de uitvoerder en ketenpartners levert nog onvoldoende kwalitatief inzicht in wat het effect is van de maatregelen.

Uitgaven

  • De kosten voor schuldhulpverlening zijn inzichtelijk. Jaarlijks blijven de kosten ruim binnen het beschikbare budget. Het college houdt de gemeenteraad actief op de hoogte van de resultaten van schuldhulpverlening.

Sturende rol college

-

Kaderstellende rol

-

Controlerende rol

-

Monitoring

  • De gemeente heeft inzicht in aantallen inwoners die zich melden voor schuldhulpverlening en ingezette maatregelen, hoewel er enige overlap is doordat sommige inwoners hulp ontvangen van meerdere ketenpartners.

Evaluatie/onderzoek

  • De gemeente heeft inzicht in aantallen inwoners die zich melden voor schuldhulpverlening en ingezette maatregelen, hoewel er enige overlap is doordat sommige inwoners hulp ontvangen van meerdere ketenpartners.

Informatievoorziening sturing

  • De gemeente heeft inzicht in aantallen inwoners die zich melden voor schuldhulpverlening en ingezette maatregelen, hoewel er enige overlap is doordat sommige inwoners hulp ontvangen van meerdere ketenpartners.

Informatievoorziening kaderstelling

  • De gemeente heeft inzicht in aantallen inwoners die zich melden voor schuldhulpverlening en ingezette maatregelen, hoewel er enige overlap is doordat sommige inwoners hulp ontvangen van meerdere ketenpartners.

Informatievoorziening controle

  • De kosten voor schuldhulpverlening zijn inzichtelijk. Jaarlijks blijven de kosten ruim binnen het beschikbare budget. Het college houdt de gemeenteraad actief op de hoogte van de resultaten van schuldhulpverlening.
  • De verantwoordingsinformatie van de uitvoerder en ketenpartners levert nog onvoldoende kwalitatief inzicht in wat het effect is van de maatregelen.

Organisatie uitvoering schuldhulpverlening

  • De coronacrisis heeft bij de uitvoerder en ketenpartners nog niet geleid tot een toename van hulpvragen. De NVVK (de branchevereniging voor schuldhulpverlening) verwacht dat de toename nog komt nu de coronacrisis langdurig aanhoudt. Wel hebben de landelijke coronamaatregelen gevolgen voor de schuldhulpverlening: alle betrokken partijen vinden het jammer dat er daardoor weinig fysieke afspraken mogelijk zijn. Door de coronacrisis loopt het investeren in stress-sensitieve dienstverlening vertraging op.
  • Wat voor de vrijwilligersorganisaties wat onduidelijk is, is hoeveel en welke hulpvragen (de betaalde) uitvoeringsorganisatie PLANgroep kan doorverwijzen naar de vrijwilligersorganisaties. Daardoor kan het gevoel bij vrijwilligers ontstaan dat zij voor een deel het werk van de (betaalde) uitvoerder doen. Ook is het voor vrijwilligersorganisaties niet altijd duidelijk op welke doelen de gemeente wil sturen via de subsidiebeschikkingen aan de vrijwilligersorganisaties. Bovendien kan dit per jaar verschillen.
  • De afhandeling van klachten over de uitvoerder van schuldhulpverlening is op dit moment belegd bij de uitvoerder zelf. De gemeente heeft daar alleen zicht op via de terugkoppeling door de uitvoerder.

Uitvoering schuldhulpverlening

  • De rekenkamercommissie concludeert dat de gemeente en ketenpartners veel inzet plegen op het opsporen van schulden in een vroeg stadium en om inwoners via schuldhulpverlening uit de schulden te helpen.
  • De beleidsregels zijn lang – sinds 2014 – niet geactualiseerd. De gemeente heeft de kennis over actuele ontwikkelingen en wetgeving op het gebied van schuldhulpverlening nog niet toegepast in beleid. Het beleid sluit daardoor minder aan bij de dagelijkse praktijk van de uitvoering.
  • De afgelopen jaren is gebleken dat bepaalde verwachtingen van de gemeente over te behalen termijnen niet realistisch waren. Als de uitvoerder, PLANgroep, zulke individuele gevallen bespreekt met de gemeente, dan blijkt de gemeente een goede gesprekspartner die openstaat voor aanpassingen in werkwijzen. Nu gebeurt dat met name op casuïstiek niveau.
  • De laatste aanbesteding voor de uitvoering van schuldhulpverlening dateert uit 2014. Sinds die tijd is de visie op de benadering en bejegening van klanten veranderd. Er is bij PLANgroep in de contacten met klanten meer aandacht gekomen voor de invloed van geldzorgen op het gedrag van klanten. Bovendien wil de gemeente aandacht besteden aan een goede bejegening door te investeren in stress-sensitieve dienstverlening. Dit is dienstverlening waarbij medewerkers rekening houden met de ontregelende werking van aanhoudende spanningen door geldgebrek. Hulpverleners werken met korte termijndoelen om schuldenaren gemotiveerd te houden.
  • Het grote aanbod leidt deels tot overlap in dienstverlening en dat kan bij inwoners zorgen voor onduidelijkheid over waar zij terecht kunnen met hun vraag.
  • Het beperkte aantal klanten (mensen met schulden) dat meegewerkt heeft aan dit onderzoek was tevreden over de schuldhulpverlening die zij ontving. Als pluspunten werden genoemd de deskundigheid, eerlijkheid en het snelle contact dat er is met een medewerker van PLANgroep of een vrijwilliger.
  • Het aantal ingediende klachten dat de uitvoerder rapporteert is zeer laag, variërend van nul tot één per jaar. De uitvoerder rapporteert over de klachtafhandeling in de jaarverslagen.

Betrokken partijen

-

Samenwerking

  • De afgelopen jaren is gebleken dat bepaalde verwachtingen van de gemeente over te behalen termijnen niet realistisch waren. Als de uitvoerder, PLANgroep, zulke individuele gevallen bespreekt met de gemeente, dan blijkt de gemeente een goede gesprekspartner die openstaat voor aanpassingen in werkwijzen. Nu gebeurt dat met name op casuïstiek niveau.
  • De organisaties die bijdragen aan schuldhulpverlening in Nijkerk kennen elkaars hulpaanbod en weten elkaar te vinden. De schaal van Nijkerk draagt hieraan bij. De gemeente houdt partners op de hoogte van relevante ontwikkelingen. De vrijwilligersorganisaties zorgen voor professionele ondersteuning van hun vrijwilligers. Een kwetsbaar punt voor de afstemming en continuïteit is de wisseling van een coördinator of medewerker: het kost dan tijd om contacten weer op de rails te krijgen.
  • Wat voor de vrijwilligersorganisaties wat onduidelijk is, is hoeveel en welke hulpvragen (de betaalde) uitvoeringsorganisatie PLANgroep kan doorverwijzen naar de vrijwilligersorganisaties. Daardoor kan het gevoel bij vrijwilligers ontstaan dat zij voor een deel het werk van de (betaalde) uitvoerder doen. Ook is het voor vrijwilligersorganisaties niet altijd duidelijk op welke doelen de gemeente wil sturen via de subsidiebeschikkingen aan de vrijwilligersorganisaties. Bovendien kan dit per jaar verschillen.

Gegevens- en informatieuitwisseling

-

Toegang tot/bereik schuldhulpverlening

  • Het grote aanbod leidt deels tot overlap in dienstverlening en dat kan bij inwoners zorgen voor onduidelijkheid over waar zij terecht kunnen met hun vraag.

Aansluiting vraag en aanbod

-

Doelgroepen

-

Informatievoorziening inwoners/doelgroepen

-

Communicatie met cliënten

-

Specifieke hulpprogramma's

-

Preventie

-

(Vroeg)signalering

  • De rekenkamercommissie concludeert dat de gemeente en ketenpartners veel inzet plegen op het opsporen van schulden in een vroeg stadium en om inwoners via schuldhulpverlening uit de schulden te helpen.

Nazorg

-

Prestaties schuldhulpverlening

-

Resultaat schuldhulpverlening

-

Effectiviteit schuldhulpverlening

  • De gevallen van recidive – terugval in schulden – zijn volgens de cijfers van PLANgroep vrij laag: dat kan erop duiden dat de aanpak, die voortvloeit uit het beleid, effectief is en eraan bijdraagt dat mensen die schuldhulpverlening aanvragen uit de schulden komen.
  • De verantwoordingsinformatie van de uitvoerder en ketenpartners levert nog onvoldoende kwalitatief inzicht in wat het effect is van de maatregelen.

Efficiëntie schuldhulpverlening

  • Het grote aanbod leidt deels tot overlap in dienstverlening en dat kan bij inwoners zorgen voor onduidelijkheid over waar zij terecht kunnen met hun vraag.
  • De gemeente heeft inzicht in aantallen inwoners die zich melden voor schuldhulpverlening en ingezette maatregelen, hoewel er enige overlap is doordat sommige inwoners hulp ontvangen van meerdere ketenpartners.

Ooststellingwerf en Opsterland (2021)

Wet- en regelgeving

Ooststellingwerf:

  • Het beleid in Ooststellingwerf voldoet aan de wet maar is het wel hoog tijd voor de geplande herziening.
    Opsterland:
  • De gemeente Opsterland heeft beleid dat op vrijwel alle punten aan de wet voldoet.

Beleid(sdoelen)

Ooststellingwerf:
'- Het beleid van de gemeente voldoet aan de wet en is toe aan een update. Elke vier jaar moet de raad het schuldhulpbeleid goedkeuren waarin de gewenste resultaten en de maatregelen om dat te bereiken staan. Hierbij moet het beleid specifiek iets over gezinnen met minderjarige kinderen zeggen. Het huidige beleid dateert uit 2013 en is eenmaal door de raad verlengd. Nu in 2021 de wet is aangepast, werkt de gemeente aan nieuw beleid. Dat biedt een kans op actualisatie en ook om meetbare doelen op te nemen. Dat ontbreekt nu.

  • Het beleid in Ooststellingwerf voldoet aan de wet maar is het wel hoog tijd voor de geplande herziening.
    Opsterland:
  • In de onderzochte periode had de gemeente geen meetbare doelen voor schuldhulpverlening, zoals een dalend aantal mensen in de schulden bijvoorbeeld.
  • In de nieuwe uitvoeringsagenda staan sinds vorig jaar inmiddels wel meetbare doelen en daarover krijgt de raad jaarlijks informatie.
  • Het beleid voor schuldhulpverlening maakt stappen vooruit maar moet voor gezinnen met inwonende minderjarige kinderen beter vastgelegd worden. Opsterland heeft onlangs nieuw beleid vastgesteld met daarin dus nu ook meetbare doelen. Dit is een welkome stap vooruit zodat de raad geïnformeerd kan worden over de maatregelen maar ook over de bereikte doelen. Specifiek beleid voor minderjarige kinderen ontbreekt echter in het schuldhulpverleningsbeleid. Het college vindt het voldoende dat het algemene armoedebeleid ook voor kinderen in gezinnen met problematische schulden geldt. De vraag is of hiermee aan de wet wordt voldaan. De wet schrijft immers voor om in het schuldhulpverleningsbeleid aan te geven hoe schuldhulpverlening aan gezinnen met inwonende minderjarige kinderen wordt vormgegeven.

Budget

-

Begroting/Jaarverslag

-

Uitgaven

Ooststellingwerf:

  • Tussen 2016 en 2019 steeg het aantal bereikte inwoners van 60 naar meer dan 200. Dit levert natuurlijk extra druk op het gebiedsteam en kosten bij doorverwijzing naar betaalde ketenpartners zoals de Kredietbank. De gemeente lukte het wel om de verwijzingen naar de relatief dure Kredietbank om te buigen naar de organisaties met vrijwilligers zoals Scala en Humanitas waarmee de kosten dalen.
  • De kosten van bewindvoering zijn verreweg de grootste kostenpost: meer dan twee derde van alle kosten. Daarbij stijgen deze kosten in de onderzoeksperiode met meer dan 25%. Uit het onderzoek is niet duidelijk geworden of een deel van de mensen in betaalde bewindvoering door vrijwilligers geholpen zouden kunnen worden.

Sturende rol college

-

Kaderstellende rol

Ooststellingwerf:

  • Het beleid van de gemeente voldoet aan de wet en is toe aan een update. Elke vier jaar moet de raad het schuldhulpbeleid goedkeuren waarin de gewenste resultaten en de maatregelen om dat te bereiken staan. Hierbij moet het beleid specifiek iets over gezinnen met minderjarige kinderen zeggen. Het huidige beleid dateert uit 2013 en is eenmaal door de raad verlengd. Nu in 2021 de wet is aangepast, werkt de gemeente aan nieuw beleid. Dat biedt een kans op actualisatie en ook om meetbare doelen op te nemen. Dat ontbreekt nu.
    Opsterland:
  • Het schuldhulpverleningsbeleid is onderdeel van de ontwikkelagenda’s die niet door de raad maar door het college worden vastgesteld. De wet schrijft ook voor dat de raad het schuldhulpverleningsbeleid telkens voor een periode van ten hoogste vier jaren vaststelt. Een evaluatie van de voorgaande periode kan hierbij ondersteunen. Vanaf 2020 valt schuldhulpverlening onder de ontwikkelagenda maar daar staan geen gedetailleerde plannen in voor schuldhulpverlening zoals de wet die wel voorschrijft. Het is de bedoeling van het college die in de uitvoeringsagenda vast laten te stellen door het college. De wet stelt echter dat de gemeenteraad de uitgewerkte plannen vast moet stellen.

Controlerende rol

Opsterland:

  • De resultaten van de inspanningen werden niet systematisch bijgehouden en aan de raad gerapporteerd.

Monitoring

Ooststellingwerf:

  • Er zijn geen cijfers beschikbaar van de vrijwilligersorganisaties.
    Opsterland:
  • De resultaten van de inspanningen werden niet systematisch bijgehouden en aan de raad gerapporteerd.
  • In de nieuwe uitvoeringsagenda staan sinds vorig jaar inmiddels wel meetbare doelen en daarover krijgt de raad jaarlijks informatie.

Evaluatie/onderzoek

-

Informatievoorziening sturing

Ooststellingwerf:

  • Er zijn geen cijfers beschikbaar van de vrijwilligersorganisaties.
    Opsterland:
  • De resultaten van de inspanningen werden niet systematisch bijgehouden en aan de raad gerapporteerd.
  • In de nieuwe uitvoeringsagenda staan sinds vorig jaar inmiddels wel meetbare doelen en daarover krijgt de raad jaarlijks informatie.

Informatievoorziening kaderstelling

Ooststellingwerf:

  • Er zijn geen cijfers beschikbaar van de vrijwilligersorganisaties.

Informatievoorziening controle

Ooststellingwerf:

  • Er zijn geen cijfers beschikbaar van de vrijwilligersorganisaties.
    Opsterland:
  • De resultaten van de inspanningen werden niet systematisch bijgehouden en aan de raad gerapporteerd.
  • In de nieuwe uitvoeringsagenda staan sinds vorig jaar inmiddels wel meetbare doelen en daarover krijgt de raad jaarlijks informatie.

Organisatie uitvoering schuldhulpverlening

Opsterland:

  • Door een goed georganiseerde uitvoering heeft de gemeente de schuldhulpverlening in de hand.
  • Na gedegen onderzoek door eigen mensen heeft de gemeente de uitvoering zo gestroomlijnd dat de ambtenaren cliënten zoveel mogelijk zelf de problemen proberen op te laten lossen. Als dat niet gaat worden goed-opgeleide vrijwilligers ingeschakeld die nauw samenwerken met de gemeente. Bij cliënten met de grootste problemen worden professionele hulpverleners ingeschakeld. Deze manier van werken geldt voor particulieren en ondernemers.

Uitvoering schuldhulpverlening

Ooststellingwerf:

  • Burgers en ondernemers kunnen zich bij de gemeente maar ook direct bij de professionele organisaties melden voor hulp. Deze lage drempel leidt soms tot dubbele intake en wel eens tot misverstanden en vertraging tussen de gemeente en deze organisaties.
  • De inzet van vrijwilligers bij Humanitas en Scala om mensen te helpen wordt zeer gewaardeerd.
  • Cliënten vinden de schuldhulp traag door alle processtappen. en de communicatie is tijdens het langdurige proces in de onderzochte gevallen voor hen onduidelijk.
  • Het proces geeft de cliënten behoorlijk wat onzekerheid.
  • Ook ervaren cliënten wantrouwen vanuit de instanties naar hen in het uitvoerige proces doordat alles wat fout gaat aan hen wordt verweten. Uiteindelijk geeft de schuldhulpverlening hen wel de rust waar ze naar zochten.
  • Tussen 2016 en 2019 steeg het aantal bereikte inwoners van 60 naar meer dan 200. Dit levert natuurlijk extra druk op het gebiedsteam en kosten bij doorverwijzing naar betaalde ketenpartners zoals de Kredietbank. De gemeente lukte het wel om de verwijzingen naar de relatief dure Kredietbank om te buigen naar de organisaties met vrijwilligers zoals Scala en Humanitas waarmee de kosten dalen.
    Opsterland:
  • Door een goed georganiseerde uitvoering heeft de gemeente de schuldhulpverlening in de hand.
  • Na gedegen onderzoek door eigen mensen heeft de gemeente de uitvoering zo gestroomlijnd dat de ambtenaren cliënten zoveel mogelijk zelf de problemen proberen op te laten lossen. Als dat niet gaat worden goed-opgeleide vrijwilligers ingeschakeld die nauw samenwerken met de gemeente. Bij cliënten met de grootste problemen worden professionele hulpverleners ingeschakeld. Deze manier van werken geldt voor particulieren en ondernemers.
  • Inwoners die schuldhulpverlening krijgen, zijn tevreden over de gekregen hulp en vertrouwen de gemeente.
  • Cliënten zijn tevreden over de lage drempel om hulp te vragen en de hulp die ze van het gebiedsteam krijgen. Ze hebben vertrouwen in de mensen van het gebiedsteam, ervaren de manier van werken als ‘zeer fijn’.
  • Veel cliënten met schulden hebben op meer dan een gebied problemen, dit brengt het gebiedsteam in beeld. Deze cliënten zeggen dat ze het gevoel hebben dat de mensen van het gebiedsteam voor hen opkomen. In de ogen van de cliënten is dat erg prettig omdat andere partijen waarmee ze te maken krijgen hen ook wel met wantrouwen bejegenen, zo wordt in de gesprekken met cliënten aangegeven. Voorbeelden hiervan zijn de Belastingdienst en de Kredietbank.

Betrokken partijen

Ooststellingwerf:

  • De inzet van vrijwilligers bij Humanitas en Scala om mensen te helpen wordt zeer gewaardeerd.

Samenwerking

Ooststellingwerf:

  • De gemeente overlegt regelmatig met de ketenpartners en dat ervaart iedereen als doorgaans goed.

Gegevens- en informatieuitwisseling

-

Toegang tot/bereik schuldhulpverlening

Ooststellingwerf:

  • Burgers en ondernemers kunnen zich bij de gemeente maar ook direct bij de professionele organisaties melden voor hulp. Deze lage drempel leidt soms tot dubbele intake en wel eens tot misverstanden en vertraging tussen de gemeente en deze organisaties.
  • Cliënten vinden de toegang tot schuldhulp vaak lastig te begrijpen vanwege alle eisen.
  • De schuldhulpverlening toont een groeiend bereik onder de inwoners van Ooststellingwerf.
  • Nadat de gemeente een folder met alle regelingen in de gemeente uitgaf steeg de vraag naar schuldhulpverlening. Tussen 2016 en 2019 steeg het aantal bereikte inwoners van 60 naar meer dan 200.
    Opsterland:
  • De ambtenaren die inwoners spreken letten op signalen van schulden en brengen ze in contact met het gebiedsteam. Het resultaat hiervan is een lage drempel om hulp te vragen.
  • Cliënten zijn tevreden over de lage drempel om hulp te vragen en de hulp die ze van het gebiedsteam krijgen. Ze hebben vertrouwen in de mensen van het gebiedsteam, ervaren de manier van werken als ‘zeer fijn'.

Aansluiting vraag en aanbod

-

Doelgroepen

Ooststellingwerf:

  • Het beleid van de gemeente voldoet aan de wet en is toe aan een update. Elke vier jaar moet de raad het schuldhulpbeleid goedkeuren waarin de gewenste resultaten en de maatregelen om dat te bereiken staan. Hierbij moet het beleid specifiek iets over gezinnen met minderjarige kinderen zeggen. Het huidige beleid dateert uit 2013 en is eenmaal door de raad verlengd. Nu in 2021 de wet is aangepast, werkt de gemeente aan nieuw beleid. Dat biedt een kans op actualisatie en ook om meetbare doelen op te nemen. Dat ontbreekt nu.
    Opsterland:
  • Het beleid voor schuldhulpverlening maakt stappen vooruit maar moet voor gezinnen met inwonende minderjarige kinderen beter vastgelegd worden. Opsterland heeft onlangs nieuw beleid vastgesteld met daarin dus nu ook meetbare doelen. Dit is een welkome stap vooruit zodat de raad geïnformeerd kan worden over de maatregelen maar ook over de bereikte doelen. Specifiek beleid voor minderjarige kinderen ontbreekt echter in het schuldhulpverleningsbeleid. Het college vindt het voldoende dat het algemene armoedebeleid ook voor kinderen in gezinnen met problematische schulden geldt. De vraag is of hiermee aan de wet wordt voldaan. De wet schrijft immers voor om in het schuldhulpverleningsbeleid aan te geven hoe schuldhulpverlening aan gezinnen met inwonende minderjarige kinderen wordt vormgegeven.

Informatievoorziening inwoners/doelgroepen

-

Communicatie met cliënten

-

Specifieke hulpprogramma's

-

Preventie

-

(Vroeg)signalering

Opsterland:

  • De ambtenaren die inwoners spreken letten op signalen van schulden en brengen ze in contact met het gebiedsteam. Het resultaat hiervan is een lage drempel om hulp te vragen.

Nazorg

-

Prestaties schuldhulpverlening

Ooststellingwerf:

  • De resultaten van de Kredietbank zijn een succes.
  • Er zijn geen cijfers beschikbaar van de vrijwilligersorganisaties.

Resultaat schuldhulpverlening

-

Effectiviteit schuldhulpverlening

Ooststellingwerf:

  • De opzet van de schuldhulpverlening is in de ogen van rekenkamercommissie redelijk effectief en efficiënt.
    Opsterland:
  • De gemeente Opsterland heeft een uitvoering die strak is georganiseerd en door de betrokkenen als prettig en doeltreffend wordt ervaren.

Efficiëntie schuldhulpverlening

Ooststellingwerf:

  • De opzet van de schuldhulpverlening is in de ogen van rekenkamercommissie redelijk effectief en efficiënt.
  • Tussen 2016 en 2019 steeg het aantal bereikte inwoners van 60 naar meer dan 200. Dit levert natuurlijk extra druk op het gebiedsteam en kosten bij doorverwijzing naar betaalde ketenpartners zoals de Kredietbank. De gemeente lukte het wel om de verwijzingen naar de relatief dure Kredietbank om te buigen naar de organisaties met vrijwilligers zoals Scala en Humanitas waarmee de kosten dalen.
  • De kosten van bewindvoering zijn verreweg de grootste kostenpost: meer dan twee derde van alle kosten. Daarbij stijgen deze kosten in de onderzoeksperiode met meer dan 25%. Uit het onderzoek is niet duidelijk geworden of een deel van de mensen in betaalde bewindvoering door vrijwilligers geholpen zouden kunnen worden.

Overbetuwe (2021)

Wet- en regelgeving

  • Het beleid anticipeert op de (gewijzigde) Wet schuldhulpverlening 2021.

Beleid(sdoelen)

  • Er is sprake van een helder geformuleerde ambitie, helder geformuleerde doelen en een be- perkt aantal indicatoren. Het lokaal schuldhulpverleningsbeleid heeft de couleur locale van Overbetuwe. Veel gemeenschapszin (de kerken, eerstelijn, onderwijs, werkgevers etc.) het ademt vitale gemeenschappen en gemeenschapszin uit. Dit is een consistente, in de uitvoering herkenbare ontwikkeling geweest vanaf 2007.
  • De in het beleid opgenomen activiteiten sluiten goed aan op de vastgestelde doelstellingen.
  • Het beleid anticipeert op de (gewijzigde) Wet schuldhulpverlening 2021.

Budget

-

Begroting/Jaarverslag

-

Uitgaven

  • Ten aanzien van de doelmatigheid merken wij op dat Overbetuwe wat betreft de omvang van de uitgaven nauwelijks afwijkt van vergelijkbare gemeenten. Opvallend is dat de uitgaven weliswaar iets lager liggen, maar per cliënt tweemaal zo hoog dan gemiddeld bij vergelijkbare gemeenten.

Sturende rol college

-

Kaderstellende rol

-

Controlerende rol

-

Monitoring

-

Evaluatie/onderzoek

-

Informatievoorziening sturing

  • Hoewel er kwaliteitscontrole en interne controles plaats vinden bij PLANgroep wordt hierover niet gerapporteerd aan de gemeente Overbetuwe. De kwaliteit van de uitvoering van schuldhulpverlening door PLANgroep hebben wij daarmee niet kunnen vaststellen.
  • De bestuurlijk vastgelegde rapportagedocumenten hebben wij niet aangetroffen.

Informatievoorziening kaderstelling

  • Hoewel er kwaliteitscontrole en interne controles plaats vinden bij PLANgroep wordt hierover niet gerapporteerd aan de gemeente Overbetuwe. De kwaliteit van de uitvoering van schuldhulpverlening door PLANgroep hebben wij daarmee niet kunnen vaststellen.
  • De bestuurlijk vastgelegde rapportagedocumenten hebben wij niet aangetroffen.

Informatievoorziening controle

-

Organisatie uitvoering schuldhulpverlening

  • De in het beleid opgenomen activiteiten sluiten goed aan op de vastgestelde doelstellingen.
  • De uitvoering is helder en eenduidig belegd.
  • Met de corporaties zijn goede, schriftelijke afspraken gemaakt over signalering, preventie en aanpak van (dreigende) schuldenproblematiek. Het is onduidelijk in hoeverre hiervan ook sprake is bij welzijnsorganisaties en zorgverzekeraars.
  • Daarnaast is er weinig sprake van lokale (burger)initiatieven.

Uitvoering schuldhulpverlening

  • Wat betreft de ‘feitelijke uitvoering’ en resultaten merken wij op dat maatschappelijke partners over het algemeen tevreden zijn over de afstemming met de gemeente Overbetuwe maar nadrukkelijk aandacht vragen voor de interne afstemming en doorlooptijden.
  • Hoewel er kwaliteitscontrole en interne controles plaats vinden bij PLANgroep wordt hierover niet gerapporteerd aan de gemeente Overbetuwe. De kwaliteit van de uitvoering van schuldhulpverlening door PLANgroep hebben wij daarmee niet kunnen vaststellen.

Betrokken partijen

  • Met de corporaties zijn goede, schriftelijke afspraken gemaakt over signalering, preventie en aanpak van (dreigende) schuldenproblematiek. Het is onduidelijk in hoeverre hiervan ook sprake is bij welzijnsorganisaties en zorgverzekeraars.

Samenwerking

  • Met de corporaties zijn goede, schriftelijke afspraken gemaakt over signalering, preventie en aanpak van (dreigende) schuldenproblematiek. Het is onduidelijk in hoeverre hiervan ook sprake is bij welzijnsorganisaties en zorgverzekeraars.
  • Wat betreft de ‘feitelijke uitvoering’ en resultaten merken wij op dat maatschappelijke partners over het algemeen tevreden zijn over de afstemming met de gemeente Overbetuwe maar nadrukkelijk aandacht vragen voor de interne afstemming en doorlooptijden.

Gegevens- en informatieuitwisseling

-

Toegang tot/bereik schuldhulpverlening

  • De drempel tot de toegang wordt als relatief hoog ervaren.

Aansluiting vraag en aanbod

-

Doelgroepen

-

Informatievoorziening inwoners/doelgroepen

-

Communicatie met cliënten

-

Specifieke hulpprogramma's

-

Preventie

  • Met de corporaties zijn goede, schriftelijke afspraken gemaakt over signalering, preventie en aanpak van (dreigende) schuldenproblematiek. Het is onduidelijk in hoeverre hiervan ook sprake is bij welzijnsorganisaties en zorgverzekeraars.

(Vroeg)signalering

  • Met de corporaties zijn goede, schriftelijke afspraken gemaakt over signalering, preventie en aanpak van (dreigende) schuldenproblematiek. Het is onduidelijk in hoeverre hiervan ook sprake is bij welzijnsorganisaties en zorgverzekeraars.

Nazorg

  • Wat betreft nazorg doet de gemeente Overbetuwe het goed, de recidive is echter hoog.

Prestaties schuldhulpverlening

-

Resultaat schuldhulpverlening

  • Het is (vanwege het ontbreken van de afgesproken prestatie-indicatoren) lastig om eenduidige conclusies te trekken met betrekking tot de (mate van) doeltreffendheid. De commissie heeft desalniettemin de indruk gekregen dat er zowel ten aanzien van preventie als ondersteuning en concrete hulp-verlening veel in gang is gezet.
  • Wat betreft de inzet van de samenleving lijken de ambities (te) hoog.
  • Wat betreft nazorg doet de gemeente Overbetuwe het goed, de recidive is echter hoog.

Effectiviteit schuldhulpverlening

-

Efficiëntie schuldhulpverlening

  • Ten aanzien van de doelmatigheid merken wij op dat Overbetuwe wat betreft de omvang van de uitgaven nauwelijks afwijkt van vergelijkbare gemeenten. Opvallend is dat de uitgaven wel- iswaar iets lager liggen, maar per cliënt tweemaal zo hoog dan gemiddeld bij vergelijkbare gemeenten.

Purmerend en Beemster (2017)

Wet- en regelgeving

  • Landelijke wetgeving werkt belemmerend voor gemeentelijke schuldhulpverlening. In artikel 8 van de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening staat benoemd hoe de gegevensuitwisseling tussen schuldeisers en gemeenten is geregeld. Bij een deel van deze regels is de invulling doorgeschoven naar een nader te bepalen Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Deze AMvB is nooit vastgesteld. In de praktijk leidt dit tot minder doelmatige schuldhulpverlening, bijvoorbeeld doordat extra capaciteit moet worden ingezet om “natte handtekeningen” van cliënten te krijgen om een overzicht van de volledige schuldensituatie te kunnen maken. Een natte handtekening is een handtekening op echt papier, met echte inkt, in plaats van een scan of kopie.

Beleid(sdoelen)

  • De rekenkamercommissie heeft de effectiviteit van het door raad en college voorgestane beleid moeilijk kunnen vaststellen:
  • In de eerste plaats is de formulering van het inhoudelijk beleid in het plan 2011-2015 niet overal consequent en consistent waardoor het ruimte laat voor meer dan één interpretatie. Bovendien bevat het plan beleid dat qua onderwerp (weigeringsgronden bijvoorbeeld) een overlap heeft met het beleid zoals dat in het collegebesluit is geformuleerd, maar dat inhoudelijk niet op elkaar is afgestemd. Ook dat biedt ruimte voor onduidelijkheden. Dit leidt tot de conclusie dat het beleid op een aantal onderdelen niet voldoende helder is. De effectiviteit kan op de punten waar het beleid meerduidig is niet goed worden gemeten en vastgesteld. Wel is het zo dat voor vier van de zes concrete doelen op basis van de beschikbare cijfers er drie zouden zijn gehaald en één bijna zou zijn gehaald.
  • In de tweede plaats is uit de interviews gebleken dat de uitvoering in de loop der jaren aan de hand van praktijkervaringen is geëvolueerd, als gevolg waarvan het niet steeds in lijn is met het formele beleid. Zo worden de hulpvragen niet consequent op individueel niveau getoetst aan de weigeringsgronden, als geformuleerd in het collegebesluit.
  • Tenslotte is het (wettelijk voorgeschreven) plan over de door de raad vast te stellen beleidskaders per 1 januari 2016 verlopen. Daarmee ontbreekt al ruim een jaar de formele grondslag voor de uitvoering, die desalniettemin als gevolg van dit beleidsvacuüm niet is gewijzigd. De commissie heeft bovendien geconstateerd dat de noodzaak tot de vaststelling van een (nieuw) vierjarenplan in de organisatie onvoldoende wordt bewaakt.
  • De uitvoering wijkt op onderdelen af van het beleid en delen van het beleid zijn onvoldoende duidelijk geformuleerd of onderling tegenstrijdig.

Budget

-

Begroting/Jaarverslag

-

Uitgaven

  • De kosten van integrale schuldhulpverlening zijn sterk gestegen.
    De totale kosten van integrale schuldhulpverlening (waarbij breder wordt gekeken dan alleen de kosten van de uitvoering) in Purmerend en Beemster zijn in de periode 2012-2015 gestegen. Deze toename is voornamelijk het gevolg van de uitgaven bijzondere bijstand voor de kosten van bewindvoering. Deze zijn voor Purmerend met ruim € 430.000 toegenomen. De interne kosten van de gemeente (formatie) zijn ook gestegen, maar in beperkte mate en niet structureel. Echter is voor 2017 aangekondigd dat er een extra medewerker voor preventie zal komen. Het financiële effect hiervan is nog niet precies bekend. In Beemster zijn bovenstaande kosten toegenomen van € 15.270 in 2013 naar € 24.757 in 2015.

Sturende rol college

-

Kaderstellende rol

-

Controlerende rol

-

Monitoring

  • ZZP-ers en “werkende armen” met schulden zijn beperkt in beeld bij de gemeente en schuldhulpverlening bij ZZP-ers is complexer.
  • Prestatie indicatoren worden niet structureel gemeten. In het beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2015 staan prestatie-indicatoren genoemd op basis waarvan de effecten van het beleid verantwoord zou moeten worden. Hierbij gaat het onder andere om meetbare doelstellingen ten aanzien van uitval uit trajecten, maximale wachttijd en klanttevredenheid. In het kader van dit onderzoek zijn de scores voor de meeste indicatoren bepaald, waardoor het voor dit moment helder is in welke mate deze doelstellingen zijn bereikt. Een aantal indicatoren, waaronder klanttevredenheid, wordt structureel niet gemeten.

Evaluatie/onderzoek

  • ZZP-ers en “werkende armen” met schulden zijn beperkt in beeld bij de gemeente en schuldhulpverlening bij ZZP-ers is complexer.

Informatievoorziening sturing

  • ZZP-ers en “werkende armen” met schulden zijn beperkt in beeld bij de gemeente en schuldhulpverlening bij ZZP-ers is complexer.
  • Prestatie indicatoren worden niet structureel gemeten. In het beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2015 staan prestatie-indicatoren genoemd op basis waarvan de effecten van het beleid verantwoord zou moeten worden. Hierbij gaat het onder andere om meetbare doelstellingen ten aanzien van uitval uit trajecten, maximale wachttijd en klanttevredenheid. In het kader van dit onderzoek zijn de scores voor de meeste indicatoren bepaald, waardoor het voor dit moment helder is in welke mate deze doelstellingen zijn bereikt. Een aantal indicatoren, waaronder klanttevredenheid, wordt structureel niet gemeten.

Informatievoorziening kaderstelling

  • ZZP-ers en “werkende armen” met schulden zijn beperkt in beeld bij de gemeente en schuldhulpverlening bij ZZP-ers is complexer.

Informatievoorziening controle

    • Prestatie indicatoren worden niet structureel gemeten. In het beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2015 staan prestatie-indicatoren genoemd op basis waarvan de effecten van het beleid verantwoord zou moeten worden. Hierbij gaat het onder andere om meetbare doelstellingen ten aanzien van uitval uit trajecten, maximale wachttijd en klanttevredenheid. In het kader van dit onderzoek zijn de scores voor de meeste indicatoren bepaald, waardoor het voor dit moment helder is in welke mate deze doelstellingen zijn bereikt. Een aantal indicatoren, waaronder klanttevredenheid, wordt structureel niet gemeten.

Organisatie uitvoering schuldhulpverlening

-

Uitvoering schuldhulpverlening

  • De uitvoering van schuldhulpverlening in Purmerend en Beemster wordt door stakeholders als goed ervaren.
  • De uitvoering wijkt op onderdelen af van het beleid en delen van het beleid zijn onvoldoende duidelijk geformuleerd of onderling tegenstrijdig.
  • Schuldenproblematiek staat vaak niet op zichzelf. Problematische schulden gaan vaak samen met andere problematiek, zoals beperkte cognitieve vaardigheden, een relatief klein sociaal netwerk, gezondheidsproblematiek en verslaving. Ook echtscheiding kan in combinatie met andere tegenslagen een aanleiding zijn waardoor uitgaven en inkomsten uit balans raken. Mensen met lichtere vormen van psychische problematiek die geen gevaar vormen voor zichzelf of anderen, wonen steeds minder vaak in een instelling en staan vaker onder toezicht van de huisarts of gemeentelijke hulpverlening. Deze groep mensen heeft meer moeite met het zelfstandig beheren van de financiën. Voor hulpverleners die zich specifiek richten op de schuldhulpverlening betekent dit dat zij rekening moeten houden met deze verschillende aspecten.

Betrokken partijen

-

Samenwerking

  • Betere afspraken met overheidsorganisaties over minnelijk traject. Inmiddels hebben alle grote overheidsorganisaties afspraken gemaakt om mee te werken aan een minnelijk traject waarin gedeeltelijke kwijtschelding van de schulden plaatsvindt. De ambtenaren van de gemeente Purmerend en de bewindvoerders die zich richten op schuldsanering weten hier steeds beter gebruik van te maken.

Gegevens- en informatieuitwisseling

-

Toegang tot/bereik schuldhulpverlening

-

Aansluiting vraag en aanbod

-

Doelgroepen

-ZZP-ers en “werkende armen” met schulden zijn beperkt in beeld bij de gemeente en schuldhulpverlening bij ZZP-ers is complexer.

Informatievoorziening inwoners/doelgroepen

-

Communicatie met cliënten

-

Specifieke hulpprogramma's

-

Preventie

  • Vroegsignalering en preventie zijn wenselijk, maar lopen tegen wettelijke en praktische beperkingen aan. Een voorbeeld hiervan is de onduidelijkheid in de wet over het delen van informatie tussen bijvoorbeeld incassobureaus en de gemeente als schuldhulpverlener. Een andere reden is dat (in de woorden van één van de hulpverleners) “mensen zich vanwege schaamte verstoppen”.

(Vroeg)signalering

'- Vroegsignalering en preventie zijn wenselijk, maar lopen tegen wettelijke en praktische beperkingen aan. Een voorbeeld hiervan is de onduidelijkheid in de wet over het delen van informatie tussen bijvoorbeeld incassobureaus en de gemeente als schuldhulpverlener. Een andere reden is dat (in de woorden van één van de hulpverleners) “mensen zich vanwege schaamte verstoppen”.

Nazorg

-

Prestaties schuldhulpverlening

  • Prestatie indicatoren worden niet structureel gemeten. In het beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2015 staan prestatie-indicatoren genoemd op basis waarvan de effecten van het beleid verantwoord zou moeten worden. Hierbij gaat het onder andere om meetbare doelstellingen ten aanzien van uitval uit trajecten, maximale wachttijd en klanttevredenheid. In het kader van dit onderzoek zijn de scores voor de meeste indicatoren bepaald, waardoor het voor dit moment helder is in welke mate deze doelstellingen zijn bereikt. Een aantal indicatoren, waaronder klanttevredenheid, wordt structureel niet gemeten.

Resultaat schuldhulpverlening

-

Effectiviteit schuldhulpverlening

  • De rekenkamercommissie heeft de effectiviteit van het door raad en college voorgestane beleid moeilijk kunnen vaststellen:
  • In de eerste plaats is de formulering van het inhoudelijk beleid in het plan 2011-2015 niet overal consequent en consistent waardoor het ruimte laat voor meer dan één interpretatie. Bovendien bevat het plan beleid dat qua onderwerp (weigeringsgronden bijvoorbeeld) een overlap heeft met het beleid zoals dat in het collegebesluit is geformuleerd, maar dat inhoudelijk niet op elkaar is afgestemd. Ook dat biedt ruimte voor onduidelijkheden. Dit leidt tot de conclusie dat het beleid op een aantal onderdelen niet voldoende helder is. De effectiviteit kan op de punten waar het beleid meerduidig is niet goed worden gemeten en vastgesteld. Wel is het zo dat voor vier van de zes concrete doelen op basis van de beschikbare cijfers er drie zouden zijn gehaald en één bijna zou zijn gehaald.
  • In de tweede plaats is uit de interviews gebleken dat de uitvoering in de loop der jaren aan de hand van praktijkervaringen is geëvolueerd, als gevolg waarvan het niet steeds in lijn is met het formele beleid. Zo worden de hulpvragen niet consequent op individueel niveau getoetst aan de weigeringsgronden, als geformuleerd in het collegebesluit.
  • Tenslotte is het (wettelijk voorgeschreven) plan over de door de raad vast te stellen beleidskaders per 1 januari 2016 verlopen. Daarmee ontbreekt al ruim een jaar de formele grondslag voor de uitvoering, die desalniettemin als gevolg van dit beleidsvacuüm niet is gewijzigd. De commissie heeft bovendien geconstateerd dat de noodzaak tot de vaststelling van een (nieuw) vierjarenplan in de organisatie onvoldoende wordt bewaakt.

Efficiëntie schuldhulpverlening

  • Landelijke wetgeving werkt belemmerend voor gemeentelijke schuldhulpverlening. In artikel 8 van de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening staat benoemd hoe de gegevensuitwisseling tussen schuldeisers en gemeenten is geregeld. Bij een deel van deze regels is de invulling doorgeschoven naar een nader te bepalen Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Deze AMvB is nooit vastgesteld. In de praktijk leidt dit tot minder doelmatige schuldhulpverlening, bijvoorbeeld doordat extra capaciteit moet worden ingezet om “natte handtekeningen” van cliënten te krijgen om een overzicht van de volledige schuldensituatie te kunnen maken. Een natte handtekening is een handtekening op echt papier, met echte inkt, in plaats van een scan of kopie.

Rotterdam (2017)

Wet- en regelgeving

-

Beleid(sdoelen)

  • De gemeente is er niet in geslaagd om met het schulddienstverleningsbeleid 2012- 2015 het aantal inwoners met problematische schulden omlaag te brengen.
  • De gemeente beoogt een integrale aanpak van schuldproblemen, waarin onder meer wordt gewerkt aan gedragsverandering van inwoners met problematische schulden. De gemeente heeft echter niet bewerkstelligd dat uitvoerende organisaties (zoals wijkteams en welzijnsorganisaties) in de praktijk voldoende en adequaat aan gedragsverandering kunnen werken.
  • Het college heeft onvoldoende gewaarborgd dat adequaat verantwoording kan worden afgelegd over de resultaten van het schulddienstverleningsbeleid 2016- 2019. Zo zijn in het nieuwe beleidsplan geen meetbare doelen en nauwelijks concrete maatregelen geformuleerd en moet de methode om de resultaten te monitoren nog worden ontwikkeld.
  • Het college heeft aangekondigd dat in maart 2017 een uitvoeringsplan aan de raad zal worden gestuurd, maar het is niet duidelijk of dat plan wel meetbare doelen zal bevatten.

Budget

-

Begroting/Jaarverslag

-

Uitgaven

-

Sturende rol college

  • De gemeente monitort de resultaten van de organisaties die cliënten naar schulddienstverlening leiden (Vraagwijzer, welzijnsorganisaties en wijkteams) niet of nauwelijks. Hierdoor heeft het college niet of nauwelijks inzicht in deze resultaten en onvoldoende inzicht op welke onderdelen de toeleiding verbeterd moet worden.
  • Het college heeft onvoldoende gewaarborgd dat adequaat verantwoording kan worden afgelegd over de resultaten van het schulddienstverleningsbeleid 2016- 2019. Zo zijn in het nieuwe beleidsplan geen meetbare doelen en nauwelijks concrete maatregelen geformuleerd en moet de methode om de resultaten te monitoren nog worden ontwikkeld.
  • Het college heeft aangekondigd dat in maart 2017 een uitvoeringsplan aan de raad zal worden gestuurd, maar het is niet duidelijk of dat plan wel meetbare doelen zal bevatten.

Kaderstellende rol

-

Controlerende rol

-

Monitoring

  • De gemeente monitort de resultaten van de organisaties die cliënten naar schulddienstverlening leiden (Vraagwijzer, welzijnsorganisaties en wijkteams) niet of nauwelijks. Hierdoor heeft het college niet of nauwelijks inzicht in deze resultaten en onvoldoende inzicht op welke onderdelen de toeleiding verbeterd moet worden.
  • Het college heeft onvoldoende gewaarborgd dat adequaat verantwoording kan worden afgelegd over de resultaten van het schulddienstverleningsbeleid 2016- 2019. Zo zijn in het nieuwe beleidsplan geen meetbare doelen en nauwelijks concrete maatregelen geformuleerd en moet de methode om de resultaten te monitoren nog worden ontwikkeld.

Evaluatie/onderzoek

-

Informatievoorziening sturing

  • De gemeente monitort de resultaten van de organisaties die cliënten naar schulddienstverlening leiden (Vraagwijzer, welzijnsorganisaties en wijkteams) niet of nauwelijks. Hierdoor heeft het college niet of nauwelijks inzicht in deze resultaten en onvoldoende inzicht op welke onderdelen de toeleiding verbeterd moet worden.
  • Het college heeft onvoldoende gewaarborgd dat adequaat verantwoording kan worden afgelegd over de resultaten van het schulddienstverleningsbeleid 2016- 2019. Zo zijn in het nieuwe beleidsplan geen meetbare doelen en nauwelijks concrete maatregelen geformuleerd en moet de methode om de resultaten te monitoren nog worden ontwikkeld.

Informatievoorziening kaderstelling

-

Informatievoorziening controle

  • De gemeente monitort de resultaten van de organisaties die cliënten naar schulddienstverlening leiden (Vraagwijzer, welzijnsorganisaties en wijkteams) niet of nauwelijks. Hierdoor heeft het college niet of nauwelijks inzicht in deze resultaten en onvoldoende inzicht op welke onderdelen de toeleiding verbeterd moet worden.
  • Het college heeft onvoldoende gewaarborgd dat adequaat verantwoording kan worden afgelegd over de resultaten van het schulddienstverleningsbeleid 2016- 2019. Zo zijn in het nieuwe beleidsplan geen meetbare doelen en nauwelijks concrete maatregelen geformuleerd en moet de methode om de resultaten te monitoren nog worden ontwikkeld.

Organisatie uitvoering schuldhulpverlening

  • De gemeente heeft het aanvraagproces te complex georganiseerd. Inwoners die hulp vragen, krijgen hierdoor bij de aanvraag te maken met te veel verschillende organisaties.
  • De gemeente beoogt een integrale aanpak van schuldproblemen, waarin onder meer wordt gewerkt aan gedragsverandering van inwoners met problematische schulden. De gemeente heeft echter niet bewerkstelligd dat uitvoerende organisaties (zoals wijkteams en welzijnsorganisaties) in de praktijk voldoende en adequaat aan gedragsverandering kunnen werken.

Uitvoering schuldhulpverlening

-

Betrokken partijen

-

Samenwerking

-

Gegevens- en informatieuitwisseling

-

Toegang tot/bereik schuldhulpverlening

  • Een belangrijke reden voor het feit dat de gemeente er niet in is geslaagd het aantal inwoners met problematische schulden omlaag te brengen, is dat schulddienstverlening deze inwoners onvoldoende bereikt. In 2015 diende slechts 2.100 (8%) van de ongeveer 27.000 Rotterdammers met problematische schulden een aanvraag in bij de Kredietbank Rotterdam (KBR) voor een schuldregeling.
  • De gemeente heeft het aanvraagproces te complex georganiseerd. Inwoners die hulp vragen, krijgen hierdoor bij de aanvraag te maken met te veel verschillende organisaties.
  • '- Inwoners hebben veelal individuele professionele hulp nodig om tot een aanvraag voor een schuldregeling te komen, maar krijgen die hulp meestal niet. In het aanvraagproces biedt de gemeente vooral collectieve ondersteuning (groepsoriëntaties en groepsbijeenkomsten). Daarmee doet de gemeente een te groot beroep op de eigen kracht van deze inwoners.

Aansluiting vraag en aanbod

-

Doelgroepen

-

Informatievoorziening inwoners/doelgroepen

-

Communicatie met cliënten

-

Specifieke hulpprogramma's

-

Preventie

-

(Vroeg)signalering

  • Woningcorporaties en waterbedrijf geven signalen door aan de gemeente over inwoners met problematische schulden. De gemeente biedt die inwoners dan echter niet altijd actief hulp aan.
  • De wijkteams zijn er niet in geslaagd de beoogde signalering door partijen in het wijknetwerk (zoals huisartsen en scholen) te realiseren.
  • Cluster W en I signaleert schuldenproblematiek bij uitkeringsgerechtigden niet structureel.

Nazorg

-

Prestaties schuldhulpverlening

-

Resultaat schuldhulpverlening

  • De gemeente monitort de resultaten van de organisaties die cliënten naar schulddienstverlening leiden (Vraagwijzer, welzijnsorganisaties en wijkteams) niet of nauwelijks. Hierdoor heeft het college niet of nauwelijks inzicht in deze resultaten en onvoldoende inzicht op welke onderdelen de toeleiding verbeterd moet worden.

Effectiviteit schuldhulpverlening

  • De gemeente is er niet in geslaagd om met het schulddienstverleningsbeleid 2012- 2015 het aantal inwoners met problematische schulden omlaag te brengen.
  • Een belangrijke reden voor het feit dat de gemeente er niet in is geslaagd het aantal inwoners met problematische schulden omlaag te brengen, is dat schulddienstverlening deze inwoners onvoldoende bereikt. In 2015 diende slechts 2.100 (8%) van de ongeveer 27.000 Rotterdammers met problematische schulden een aanvraag in bij de Kredietbank Rotterdam (KBR) voor een schuldregeling.
  • Het is te verwachten dat ook het schulddienstverleningsbeleid 2016-2019 weinig zal bijdragen aan het omlaag brengen van het aantal inwoners met problematische schuldproblemen. De factoren die het bereik van schulddienstverlening en een integrale aanpak van schuldproblemen belemmeren, worden namelijk onvoldoende onderkend en/of aangepakt.

Efficiëntie schuldhulpverlening

-

Schagen (2021)

Wet- en regelgeving

-

Beleid(sdoelen)

-

Budget

-

Begroting/Jaarverslag

-

Uitgaven

-

Sturende rol college

-

Kaderstellende rol

  • De raad heeft onvoldoende zicht en grip op de resultaten van schuldhulpverlening. Een belangrijk knelpunt dat deels samenhangt met de haperende informatiehuishouding in Schagen, is dat de informatievoorziening aan de raad onder de maat is. Dat heeft tot gevolg dat de raad onvoldoende in staat gesteld wordt om te sturen. Dit terwijl uit het met de raad gevoerde gesprek blijkt dat de raad zeer betrokken is bij dit onderwerp.

Controlerende rol

  • Het antwoord op de vraag ‘Had de raad zicht en grip op hoe het beleid voor schuldhulpverlening vanaf 2015 is vormgegeven?’ is dan ook dat de raad na de instemming met het beleidsplan het zicht op de voortgang daarvan nauwelijks heeft gekregen. De raad heeft daar dus naar eigen zeggen geen grip op, en kan zijn controlerende rol in de schuldhulpverlening niet goed uitvoeren. Daarbij wordt door de raadsleden aangegeven dat dit meermaals door hen is aangekaart. We constateren dat de raad wel de knelpunten heeft aangegeven aan het college. Daarnaast constateren we dat – toen verbetering uitbleef – de raad niet alle instrumenten die de raad daartoe ter beschikking heeft, heeft ingezet om die verbeteringen af te dwingen.
  • Het gebrek aan sturingsinformatie wil overigens niet zeggen dat de raad geen vertrouwen heeft in beleid en uitvoering. Raadsleden vormen zich ook buiten de directe en formele verantwoordingsinformatie via allerlei andere kanalen een beeld. En daarbij zijn bij een deel van de raadsleden ook de sterke punten van de Schagense aanpak wel bekend.

Monitoring

  • De informatiehuishouding en verantwoordingscyclus is onvoldoende op orde. De belangrijkste knelpunten voor Schagen liggen bij de informatiehuishouding en de verantwoordingscyclus. De gemeente worstelt rond de schuldhulpverlening met de verantwoordingscyclus en met het genereren van adequate sturingsinformatie en monitoring. In de gevoerde gesprekken kwam overigens het signaal naar voren dat het probleem rond de informatiehuishouding breder speelt dan alleen op het vlak van schuldhulpverlening. Dat maakt dat de genoemde sterke punten nauwelijks met cijfers te onderbouwen zijn.
  • De kanttekening die we maken, is dat dit aansluit bij het landelijke beeld: in veel gemeenten zijn de resultaten en effecten van schuldhulpverlening niet goed in beeld. Door onvergelijkbaarheid van de lokale cijfers is het landelijke beeld van de resultaten en effecten van schuldhulpverlening bovendien diffuus.

Evaluatie/onderzoek

-

Informatievoorziening sturing

  • De informatiehuishouding en verantwoordingscyclus is onvoldoende op orde. De belangrijkste knelpunten voor Schagen liggen bij de informatiehuishouding en de verantwoordingscyclus. De gemeente worstelt rond de schuldhulpverlening met de verantwoordingscyclus en met het genereren van adequate sturingsinformatie en monitoring. In de gevoerde gesprekken kwam overigens het signaal naar voren dat het probleem rond de informatiehuishouding breder speelt dan alleen op het vlak van schuldhulpverlening. Dat maakt dat de genoemde sterke punten nauwelijks met cijfers te onderbouwen zijn.
  • Het gebrek aan bruikbare sturingsinformatie maakt dat beleid en uitvoering niet goed kan bepalen waar meters gemaakt zijn en waar nog extra aandacht nodig is. Dit staat een gerichte doorontwikkeling en het leren binnen de organisatie in de weg.

Informatievoorziening kaderstelling

-

Informatievoorziening controle

  • De informatiehuishouding en verantwoordingscyclus is onvoldoende op orde. De belangrijkste knelpunten voor Schagen liggen bij de informatiehuishouding en de verantwoordingscyclus. De gemeente worstelt rond de schuldhulpverlening met de verantwoordingscyclus en met het genereren van adequate sturingsinformatie en monitoring. In de gevoerde gesprekken kwam overigens het signaal naar voren dat het probleem rond de informatiehuishouding breder speelt dan alleen op het vlak van schuldhulpverlening. Dat maakt dat de genoemde sterke punten nauwelijks met cijfers te onderbouwen zijn.
  • De verantwoording richting raad heeft overigens niet alleen van doen met de aanwezigheid van sturingsinformatie, maar ook in het goed gestructureerd aanbieden daarvan. Zo viel ons op dat een deel van de raadsleden niet wist dat Schagen NVVK gecertificeerd is, terwijl dit wel terug te vinden is in de jaarverslagen. Dergelijke informatie is echter iets om trots op te zijn en duidelijk voor het voetlicht te brengen.

Organisatie uitvoering schuldhulpverlening

  • De gemeente heeft de schuldhulp geïntegreerd in de dienstverlening in het sociaal domein.
  • De gemeente is inmiddels NVVK-gecertificeerd.

Uitvoering schuldhulpverlening

  • de uitvoering van schuldhulpverlening lijkt in Schagen goed op orde. Schagen lijkt het in de uitvoering van de schuldhulpverlening op veel punten behoorlijk goed te doen.
  • De gemeente biedt de mogelijkheid van saneringskrediet (wat het merendeel van de gemeenten in Nederland nog niet doet)
  • De schuldhulpverleners zijn waar mogelijk gericht op het mogelijk maken van een nieuwe start en zijn vasthoudend in hun aanpak (wat belangrijk is om terugval te voorkomen).
  • Het gebrek aan bruikbare sturingsinformatie maakt dat beleid en uitvoering niet goed kan bepalen waar meters gemaakt zijn en waar nog extra aandacht nodig is. Dit staat een gerichte doorontwikkeling en het leren binnen de organisatie in de weg.

Betrokken partijen

-

Samenwerking

  • De gemeente werkt in- en extern goed samen.

Gegevens- en informatieuitwisseling

-

Toegang tot/bereik schuldhulpverlening

  • Er wordt actief geprobeerd de drempel naar schuldhulp laag te houden.

Aansluiting vraag en aanbod

-

Doelgroepen

-

Informatievoorziening inwoners/doelgroepen

-

Communicatie met cliënten

-

Specifieke hulpprogramma's

-

Preventie

-

(Vroeg)signalering

  • De gemeente heeft ingezet op vroegsignalering.

Nazorg

-

Prestaties schuldhulpverlening

  • Op basis van de cijfers is niet eenduidig te zeggen of er meer huishoudens met financiële problemen in beeld zijn gekomen; het aantal intakes en schuldregelingen is stabiel, bij budgetbeheer en bewindvoering is sprake van een groei.
  • De kanttekening die we maken, is dat dit aansluit bij het landelijke beeld: in veel gemeenten zijn de resultaten en effecten van schuldhulpverlening niet goed in beeld. Door onvergelijkbaarheid van de lokale cijfers is het landelijke beeld van de resultaten en effecten van schuldhulpverlening bovendien diffuus.

Resultaat schuldhulpverlening

-

Effectiviteit schuldhulpverlening

  • Het aantal huisuitzettingen is iets gedaald
  • Op basis van de beschikbare cijfers is niet te achterhalen of er minder huishoudens zijn met een problematische schuldensituatie.
  • Er zijn geen cijfers beschikbaar over de uitval uit trajecten.
  • De kanttekening die we maken, is dat dit aansluit bij het landelijke beeld: in veel gemeenten zijn de resultaten en effecten van schuldhulpverlening niet goed in beeld. Door onvergelijkbaarheid van de lokale cijfers is het landelijke beeld van de resultaten en effecten van schuldhulpverlening bovendien diffuus.

Efficiëntie schuldhulpverlening

-

Súdwest-Fryslân (2017)

Wet- en regelgeving

  • Het beleid voldoet weliswaar aan de wet, maar het is de vraag of de beleidsdoelstellingen wel de meest effectieve zijn. Gedragsverandering en zelfredzaamheid komen juist in geval van problematische schulden ernstig onder druk te staan.

Beleid(sdoelen)

  • Het vorige beleidsplan is niet geëvalueerd. Maatschappelijke effecten van de inspanningen en dus de effectiviteit van het beleid zijn niet vastgesteld. Toch gaat het nieuwe beleidsplan door in de lijn van het vorige. Men weet niet of het probleem afneemt, toeneemt of gelijk blijft.
  • Het nieuwe beleidsplan is ingebed in een geheel van beleidsnotities, waardoor sprake is van samenhang.
  • Het beleid voldoet weliswaar aan de wet, maar het is de vraag of de beleidsdoelstellingen wel de meest effectieve zijn. Gedragsverandering en zelfredzaamheid komen juist in geval van problematische schulden ernstig onder druk te staan.
  • Er is in zowel het oude als het nieuwe beleidsplan aandacht voor preventie en vroegsignalering. Er worden veel mogelijkheden voor hulp aangeboden, gericht op zoveel mogelijk opvang zonder bewindvoering.
  • Er zijn in de beleidsplannen geen criteria voor de kwaliteit van de schulddienstverlening geformuleerd. Het steunpunt (UGS) ervaart dat terugbelbeloftes niet worden nagekomen. Het is moeilijk om erdoorheen te komen voor cliënten.
  • Er is niet vastgesteld dat in de praktijk speciale aandacht is voor de in het beleidsplan genoemde bijzondere doelgroepen: laaggeletterden, verstandelijk beperkten en statushouders.

Budget

-

Begroting/Jaarverslag

-

Uitgaven

  • De kosten voor Beschermingsbewind stijgen nog steeds, ondanks de doelstelling om deze omlaag te brengen. De kosten voor de Kredietbank zijn gedaald. Hoeveel kosten in de plaats daarvan aan de gebiedsteams moeten worden toegekend is niet inzichtelijk. Er is geen zicht op eventuele baten door de aanpak schuldhulpverlening.

Sturende rol college

-

Kaderstellende rol

-

Controlerende rol

-

Monitoring

  • Cijfers over het totaal aantal inwoners of gezinnen met problematische schulden zijn niet voorhanden. Er zijn wel gegevens bij de gebiedsteams en de Kredietbank, maar deze geven onvoldoende tot geen inzicht in de effectiviteit van het beleid.
  • Ondernemers met schulden moeten een andere weg bewandelen; zij worden direct doorverwezen naar een externe partij (Zuidweg&Partners). Zij zijn verder niet in beeld. Het risico bestaat dat deze groep niet wordt gevolgd en dat zij als privé-persoon met problematische schulden buiten beeld blijven.

Evaluatie/onderzoek

  • Het vorige beleidsplan is niet geëvalueerd. Maatschappelijke effecten van de inspanningen en dus de effectiviteit van het beleid zijn niet vastgesteld. Toch gaat het nieuwe beleidsplan door in de lijn van het vorige. Men weet niet of het probleem afneemt, toeneemt of gelijk blijft.

Informatievoorziening sturing

'- Cijfers over het totaal aantal inwoners of gezinnen met problematische schulden zijn niet voorhanden. Er zijn wel gegevens bij de gebiedsteams en de Kredietbank, maar deze geven onvoldoende tot geen inzicht in de effectiviteit van het beleid.

Informatievoorziening kaderstelling

-

Informatievoorziening controle

'- Cijfers over het totaal aantal inwoners of gezinnen met problematische schulden zijn niet voorhanden. Er zijn wel gegevens bij de gebiedsteams en de Kredietbank, maar deze geven onvoldoende tot geen inzicht in de effectiviteit van het beleid.

Organisatie uitvoering schuldhulpverlening

  • Er is een integrale aanpak, door de inzet van gebiedsteams en het T-shaped-model met circa 80 generalisten met globale kennis van schuldhulp en vijf gecertificeerde specialisten voor de schuldhulpverlening.
  • Er zijn in de beleidsplannen geen criteria voor de kwaliteit van de schulddienstverlening geformuleerd. Het steunpunt (UGS) ervaart dat terugbelbeloftes niet worden nagekomen. Het is moeilijk om erdoorheen te komen voor cliënten.

Uitvoering schuldhulpverlening

  • Er zijn in de beleidsplannen geen criteria voor de kwaliteit van de schulddienstverlening geformuleerd. Het steunpunt (UGS) ervaart dat terugbelbeloftes niet worden nagekomen. Het is moeilijk om erdoorheen te komen voor cliënten.
  • Ondernemers met schulden moeten een andere weg bewandelen; zij worden direct doorverwezen naar een externe partij (Zuidweg & Partners). Zij zijn verder niet in beeld. Het risico bestaat dat deze groep niet wordt gevolgd en dat zij als privé-persoon met problematische schulden buiten beeld blijven.
  • Gebiedsteammedewerkers moeten veel gegevens invullen in meerdere systemen. Zij ervaren dat als niet efficiënt en bureaucratisch.
  • Door de grote individuele vrijheid van gebiedsteammedewerkers is er een risico op ongelijke behandeling van cliënten. Ook al doordat het vier-ogen-principe lang niet altijd wordt toegepast

Betrokken partijen

-

Samenwerking

-

Gegevens- en informatieuitwisseling

-

Toegang tot/bereik schuldhulpverlening

  • Toegang wordt laagdrempelig genoemd, het beleid is dat niemand wordt afgewezen bij de gebiedsteams. In de praktijk wordt wel degelijk een drempel ervaren; het vroegere Ping-loket vond men laagdrempeliger. Regelmatig worden inwoners in eerste instantie afgewezen en na tussenkomst van het Steunpunt alsnog toegelaten.
  • Ondernemers met schulden moeten een andere weg bewandelen; zij worden direct doorverwezen naar een externe partij (Zuidweg & Partners). Zij zijn verder niet in beeld. Het risico bestaat dat deze groep niet wordt gevolgd en dat zij als privé-persoon met problematische schulden buiten beeld blijven.

Aansluiting vraag en aanbod

  • Ondernemers met schulden moeten een andere weg bewandelen; zij worden direct doorverwezen naar een externe partij (Zuidweg & Partners). Zij zijn verder niet in beeld. Het risico bestaat dat deze groep niet wordt gevolgd en dat zij als privé-persoon met problematische schulden buiten beeld blijven.

Doelgroepen

  • Er is niet vastgesteld dat in de praktijk speciale aandacht is voor de in het beleidsplan genoemde bijzondere doelgroepen: laaggeletterden, verstandelijk beperkten en statushouders.

Informatievoorziening inwoners/doelgroepen

-

Communicatie met cliënten

-

Specifieke hulpprogramma's

-

Preventie

  • Er is in zowel het oude als het nieuwe beleidsplan aandacht voor preventie en vroegsignalering. Er worden veel mogelijkheden voor hulp aangeboden, gericht op zoveel mogelijk opvang zonder bewindvoering.

(Vroeg)signalering

  • Er is in zowel het oude als het nieuwe beleidsplan aandacht voor preventie en vroegsignalering. Er worden veel mogelijkheden voor hulp aangeboden, gericht op zoveel mogelijk opvang zonder bewindvoering.

Nazorg

-

Prestaties schuldhulpverlening

-

Resultaat schuldhulpverlening

-

Effectiviteit schuldhulpverlening

  • Het vorige beleidsplan is niet geëvalueerd. Maatschappelijke effecten van de inspanningen en dus de effectiviteit van het beleid zijn niet vastgesteld. Toch gaat het nieuwe beleidsplan door in de lijn van het vorige. Men weet niet of het probleem afneemt, toeneemt of gelijk blijft.
  • Het beleid voldoet weliswaar aan de wet, maar het is de vraag of de beleidsdoelstellingen wel de meest effectieve zijn. Gedragsverandering en zelfredzaamheid komen juist in geval van problematische schulden ernstig onder druk te staan.
  • Cijfers over het totaal aantal inwoners of gezinnen met problematische schulden zijn niet voorhanden. Er zijn wel gegevens bij de gebiedsteams en de Kredietbank, maar deze geven onvoldoende tot geen inzicht in de effectiviteit van het beleid.

Efficiëntie schuldhulpverlening

  • Gebiedsteammedewerkers moeten veel gegevens invullen in meerdere systemen. Zij ervaren dat als niet efficiënt en bureaucratisch.
  • De kosten voor Beschermingsbewind stijgen nog steeds, ondanks de doelstelling om deze omlaag te brengen. De kosten voor de Kredietbank zijn gedaald. Hoeveel kosten in de plaats daarvan aan de gebiedsteams moeten worden toegekend is niet inzichtelijk. Er is geen zicht op eventuele baten door de aanpak schuldhulpverlening.

Tiel (2018)

Wet- en regelgeving

Het beleidsplan 2018-2021 is zorgvuldig opgesteld naar aanleiding van een gedegen evaluatie van het vorige beleidsplan en voldoet aan de eisen van de Wgs.

  • In het beleidsplan zijn vijf beleidsdoelen opgenomen die samen de vijf voorwaarden voor een doeltreffende schuldhulpverlening vormen: schuldhulpverlening is breed toegankelijk, integraal, maatwerk, afgestemd op de leefwereld van de schuldenaar en preventief. Deze vijf voorwaarden sluiten aan op de uitgangspunten van de Wgs, de gedragscode van de NVVK en de meest recente kennis over schuldhulpverlening.
  • Het beleidsplan voldoet aan de wettelijke eisen van de Wgs.
  • Het project vroegsignalering voldoet aan de eisen van de AVG.

Beleid(sdoelen)

Het beleidsplan 2018-2021 is zorgvuldig opgesteld naar aanleiding van een gedegen evaluatie van het vorige beleidsplan en voldoet aan de eisen van de Wgs.

  • De beleidsdoelen zijn helder geformuleerd.
  • Met de uitvoering van schuldhulpverlening wil de raad twee dingen bereiken: voorkómen dat mensen in de schulden raken en schulden oplossen waar mogelijk (output), zodat positieve maatschappelijke effecten kunnen worden bereikt (outcome). Aan deze gewenste resultaten zijn concrete en meetbare kpi’s gekoppeld.
  • De beleidsdoelen zijn echter geformuleerd op de te hanteren werkwijze (throughput). De beleidsdoelen zijn niet direct toetsbaar.
  • Het beleidsplan voldoet aan de wettelijke eisen van de Wgs.
  • Het uitvoeringsplan 2018 is een goede vertaling van het beleidsplan: per beleidsdoel worden activiteiten genoemd waarmee aan de beleidsdoelen gewerkt wordt en er zijn duidelijk prioriteiten aangebracht. Het uitvoeringsplan beperkt zich echter tot één jaar, waardoor niet duidelijk is welke activiteiten in de resterende jaren (voorlopig) gepland zijn.

Budget

-

Begroting/Jaarverslag

-

Uitgaven

-

Sturende rol college

  • Het uitvoeringsplan is niet vastgesteld door het college, waardoor de beleidslijnen niet geborgd zijn.

Kaderstellende rol

-

Controlerende rol

-

Monitoring

  • Voor de monitoring van de te hanteren werkwijze zijn ook kpi’s geformuleerd, maar deze zijn onvolledig en nog niet voldoende geconcretiseerd, terwijl deze informatie vooral in de eerste jaren van het beleidsplan essentieel is. Er zijn geen afspraken over een andere manier van verantwoording over de beleidsdoelen.
  • De kpi’s kunnen op dit moment niet allemaal in kaart worden gebracht, omdat de klantstromen niet inzichtelijk zijn, er geen methode is om klanttevredenheid te meten en omdat afspraken met externe uitvoerders over monitoring nog niet volledig zijn.

Evaluatie/onderzoek

  • Met de uitvoering van schuldhulpverlening wil de raad twee dingen bereiken: voorkómen dat mensen in de schulden raken en schulden oplossen waar mogelijk (output), zodat positieve maatschappelijke effecten kunnen worden bereikt (outcome). Aan deze gewenste resultaten zijn concrete en meetbare kpi’s gekoppeld.
  • De beleidsdoelen zijn echter geformuleerd op de te hanteren werkwijze (throughput). De beleidsdoelen zijn niet direct toetsbaar.
  • De kpi’s kunnen op dit moment niet allemaal in kaart worden gebracht, omdat de klantstromen niet inzichtelijk zijn, er geen methode is om klanttevredenheid te meten en omdat afspraken met externe uitvoerders over monitoring nog niet volledig zijn.

Informatievoorziening sturing

  • Met de uitvoering van schuldhulpverlening wil de raad twee dingen bereiken: voorkómen dat mensen in de schulden raken en schulden oplossen waar mogelijk (output), zodat positieve maatschappelijke effecten kunnen worden bereikt (outcome). Aan deze gewenste resultaten zijn concrete en meetbare kpi’s gekoppeld.
  • De beleidsdoelen zijn echter geformuleerd op de te hanteren werkwijze (throughput). De beleidsdoelen zijn niet direct toetsbaar.
  • Voor de monitoring van de te hanteren werkwijze zijn ook kpi’s geformuleerd, maar deze zijn onvolledig en nog niet voldoende geconcretiseerd, terwijl deze informatie vooral in de eerste jaren van het beleidsplan essentieel is. Er zijn geen afspraken over een andere manier van verantwoording over de beleidsdoelen.

Informatievoorziening kaderstelling

-

Informatievoorziening controle

  • Met de uitvoering van schuldhulpverlening wil de raad twee dingen bereiken: voorkómen dat mensen in de schulden raken en schulden oplossen waar mogelijk (output), zodat positieve maatschappelijke effecten kunnen worden bereikt (outcome). Aan deze gewenste resultaten zijn concrete en meetbare kpi’s gekoppeld.
  • De beleidsdoelen zijn echter geformuleerd op de te hanteren werkwijze (throughput). De beleidsdoelen zijn niet direct toetsbaar.
  • Voor de monitoring van de te hanteren werkwijze zijn ook kpi’s geformuleerd, maar deze zijn onvolledig en nog niet voldoende geconcretiseerd, terwijl deze informatie vooral in de eerste jaren van het beleidsplan essentieel is. Er zijn geen afspraken over een andere manier van verantwoording over de beleidsdoelen.

Organisatie uitvoering schuldhulpverlening

  • Het uitvoeringsplan 2018 is een goede vertaling van het beleidsplan: per beleidsdoel worden activiteiten genoemd waarmee aan de beleidsdoelen gewerkt wordt en er zijn duidelijk prioriteiten aangebracht. Het uitvoeringsplan beperkt zich echter tot één jaar, waardoor niet duidelijk is welke activiteiten in de resterende jaren (voorlopig) gepland zijn.
  • Maatschappelijke partners zijn niet betrokken geweest bij het vaststellen van de activiteiten in het uitvoeringsplan van 2018, waardoor afstemming niet is geborgd.
  • Het uitvoeringsplan is niet vastgesteld door het college, waardoor de beleidslijnen niet geborgd zijn.

Uitvoering schuldhulpverlening

-

Betrokken partijen

-

Samenwerking

  • Maatschappelijke partners zijn niet betrokken geweest bij het vaststellen van de activiteiten in het uitvoeringsplan van 2018, waardoor afstemming niet is geborgd.

Gegevens- en informatieuitwisseling

  • De kpi’s kunnen op dit moment niet allemaal in kaart worden gebracht, omdat de klantstromen niet inzichtelijk zijn, er geen methode is om klanttevredenheid te meten en omdat afspraken met externe uitvoerders over monitoring nog niet volledig zijn.

Toegang tot/bereik schuldhulpverlening

-

Aansluiting vraag en aanbod

-

Doelgroepen

-

Informatievoorziening inwoners/doelgroepen

-

Communicatie met cliënten

-

Specifieke hulpprogramma's

-

Preventie

-

(Vroeg)signalering

  • Het project vroegsignalering voldoet aan de eisen van de AVG.

Nazorg

-

Prestaties schuldhulpverlening

-

Resultaat schuldhulpverlening

-

Effectiviteit schuldhulpverlening

  • Met de uitvoering van schuldhulpverlening wil de raad twee dingen bereiken: voorkómen dat mensen in de schulden raken en schulden oplossen waar mogelijk (output), zodat positieve maatschappelijke effecten kunnen worden bereikt (outcome). Aan deze gewenste resultaten zijn concrete en meetbare kpi’s gekoppeld.
  • De beleidsdoelen zijn echter geformuleerd op de te hanteren werkwijze (throughput). De beleidsdoelen zijn niet direct toetsbaar.

Efficiëntie schuldhulpverlening

-

Venlo (2019)

Wet- en regelgeving

-

Beleid(sdoelen)

  • Omdat de doelen (kaders) niet duidelijk genoeg zijn geformuleerd, en er onvoldoende gegevens bekend zijn over de daadwerkelijke uitvoering en de kosten en baten van de diverse onderdelen van schuldhulpverlening, kunnen geen harde uitspraken over effectiviteit en efficiency worden gedaan.
  • De gemeente heeft eind 2018 het gemeentelijke armoedebeleid en het schuldhulpverleningsbeleid samengevoegd in één beleidsplan, dat is vastgesteld door de raad. Er is daarmee echter nog geen sprake van een integrale aanpak.
  • De eerdere concretisering van het Venlose schuldhulpverleningsbeleid is met dit nieuwe beleidsplan deels ongedaan gemaakt.
  • De beleidsvoornemens en de beoogde doelgroepen voor schuldhulpverlening in het beleidsplan ‘Actief uit armoede en schulden’ zijn weinig concreet geformuleerd.
  • De recente beleidsvoornemens voor schuldhulpverlening zijn niet goed onderbouwd.
    '- De personele inzet voor zowel beleid als uitvoering van schulpverlening heeft de afgelopen jaren een sterke discontinuïteit en onderbezetting gekend.
  • De discontinuïteit en onderbezetting bij beleid en uitvoering hebben hun weerslag gehad op (de totstandkoming van) het huidige beleidsplan voor armoede en schulden.

Budget

-

Begroting/Jaarverslag

  • De begrote kosten van schuldhulpverlening voor de gemeente Venlo (exclusief kosten van bewindvoering) bedroegen in 2018 ruim € 1,1 miljoen.
  • Doordat de P&C-documenten onvoldoende inzicht bieden in de inzet en kosten van de diverse producten en instrumenten van schuldhulpverlening, is onduidelijk waardoor verschillen ontstaan tussen begroting en realisatie. Hierdoor wordt (bij)sturing en goede controle door het bestuur en de raad ernstig belemmerd.

Uitgaven

  • Doordat de P&C-documenten onvoldoende inzicht bieden in de inzet en kosten van de diverse producten en instrumenten van schuldhulpverlening, is onduidelijk waardoor verschillen ontstaan tussen begroting en realisatie. Hierdoor wordt (bij)sturing en goede controle door het bestuur en de raad ernstig belemmerd.
  • De kosten van bewindvoering in Venlo zijn hoog en nemen al jaren toe. De gemeente probeert hier grip op te krijgen door een verhoogde inzet van budgetbeheer in plaats van bewindvoering.

Sturende rol college

  • Er is binnen de gemeente tot op heden weinig afstemming geweest tussen beleidsontwikkeling en beleidsuitvoering op het gebied van schuldhulpverlening; hierop is onvoldoende gestuurd.
  • De gemeente heeft de afgelopen jaren veel minder gebruik gemaakt van PLANgroep voor maatwerktrajecten schuldhulp, maar dit is niet (geheel) een expliciete beslissing van het gemeentebestuur geweest.
  • Doordat de P&C-documenten onvoldoende inzicht bieden in de inzet en kosten van de diverse producten en instrumenten van schuldhulpverlening, is onduidelijk waardoor verschillen ontstaan tussen begroting en realisatie. Hierdoor wordt (bij)sturing en goede controle door het bestuur en de raad ernstig belemmerd.

Kaderstellende rol

-

Controlerende rol

  • Doordat de P&C-documenten onvoldoende inzicht bieden in de inzet en kosten van de diverse producten en instrumenten van schuldhulpverlening, is onduidelijk waardoor verschillen ontstaan tussen begroting en realisatie. Hierdoor wordt (bij)sturing en goede controle door het bestuur en de raad ernstig belemmerd.

Monitoring

  • Omdat de doelen (kaders) niet duidelijk genoeg zijn geformuleerd, en er onvoldoende gegevens bekend zijn over de daadwerkelijke uitvoering en de kosten en baten van de diverse onderdelen van schuldhulpverlening, kunnen geen harde uitspraken over effectiviteit en efficiency worden gedaan.
  • Er wordt geen aanvullende informatie uit onderzoek of analyse gebruikt voor bepaling van (potentiële) doelgroepen voor schuldhulpverlening.
  • De registratie- en administratiesystemen bij de gemeentelijke schuldhulpverlening zijn ontoereikend om zicht te krijgen op de omvang en aard van de schuldhulpvraag bij de gemeente.
  • De registratie- en administratiesystemen zijn ontoereikend om zicht te krijgen op de omvang en aard van de geboden schuldhulpverlening door de gemeente.
  • De administratie van (de opbrengsten van) maatwerktrajecten door de gemeente en PLANgroep vertoont tekortkomingen.
  • Doordat de P&C-documenten onvoldoende inzicht bieden in de inzet en kosten van de diverse producten en instrumenten van schuldhulpverlening, is onduidelijk waardoor verschillen ontstaan tussen begroting en realisatie. Hierdoor wordt (bij)sturing en goede controle door het bestuur en de raad ernstig belemmerd.

Evaluatie/onderzoek

  • Omdat de doelen (kaders) niet duidelijk genoeg zijn geformuleerd, en er onvoldoende gegevens bekend zijn over de daadwerkelijke uitvoering en de kosten en baten van de diverse onderdelen van schuldhulpverlening, kunnen geen harde uitspraken over effectiviteit en efficiency worden gedaan.
  • Er wordt geen aanvullende informatie uit onderzoek of analyse gebruikt voor bepaling van (potentiële) doelgroepen voor schuldhulpverlening.
  • Er is geen zicht op de effecten van de schuldhulpverlening bij college en ambtelijke organisatie, en dus ook niet bij de raad.

Informatievoorziening sturing

  • Er is geen zicht op de effecten van de schuldhulpverlening bij college en ambtelijke organisatie, en dus ook niet bij de raad.
  • De administratie van (de opbrengsten van) maatwerktrajecten door de gemeente en PLANgroep vertoont tekortkomingen.

Informatievoorziening kaderstelling

  • Er is geen zicht op de effecten van de schuldhulpverlening bij college en ambtelijke organisatie, en dus ook niet bij de raad.
  • De administratie van (de opbrengsten van) maatwerktrajecten door de gemeente en PLANgroep vertoont tekortkomingen.

Informatievoorziening controle

  • Er is geen zicht op de effecten van de schuldhulpverlening bij college en ambtelijke organisatie, en dus ook niet bij de raad.
  • De administratie van (de opbrengsten van) maatwerktrajecten door de gemeente en PLANgroep vertoont tekortkomingen.

Organisatie uitvoering schuldhulpverlening

  • De personele inzet voor zowel beleid als uitvoering van schulpverlening heeft de afgelopen jaren een sterke discontinuïteit en onderbezetting gekend.
  • De discontinuïteit en onderbezetting bij beleid en uitvoering hebben hun weerslag gehad op (de totstandkoming van) het huidige beleidsplan voor armoede en schulden.
  • Er is geen vaste systematiek in het signaleren van schulden bij het team Rechtmatigheid.
  • Er zijn geen structurele afspraken over afstemming en samenwerking tussen cluster schuldhulpverlening en team Rechtmatigheid.
  • Er is veel afstand en nauwelijks afstemming tussen het cluster Schuldhulpverlening van de gemeente enerzijds en sociaal wijkteams anderzijds, ondanks het beleidsvoornemen om de aansluiting en samenwerking te verbeteren.
  • De sociaal wijkteams zijn op dit moment onvoldoende toegerust voor het bieden van of doorgeleiden naar hulp aan inwoners met schulden.
  • Er is veel afstand en nauwelijks overleg en afstemming tussen de gemeentelijke schuldhulpverlening en de vrijwilligersorganisaties; hun rol bij de toegang tot de schuldhulpverlening is daarmee minder ontwikkeld dan wenselijk zou zijn.
  • De rekenkamer kan op basis van de beschikbare gegevens niet vaststellen of er een goed alternatief is voor de uitbestede werkzaamheden aan PLANgroep. We zien geen aanleiding om de schuldregelingen eventueel zelf te gaan doen, zoals het voornemen is van de gemeente.

Uitvoering schuldhulpverlening

  • De rekenkamer kan niet met zekerheid vaststellen of inwoners met schulden goed (genoeg) worden geholpen door de gemeente.
  • De uitvoering door het cluster Schuldhulpverlening heeft de afgelopen jaren, maar ook sinds het nieuwe beleidsplan in 2019, geleden onder de discontinuïteit en onderbezetting.
  • De gemeente heeft de afgelopen jaren veel minder gebruik gemaakt van PLANgroep voor maatwerktrajecten schuldhulp, maar dit is niet (geheel) een expliciete beslissing van het gemeentebestuur geweest.
  • De administratie van (de opbrengsten van) maatwerktrajecten door de gemeente en PLANgroep vertoont tekortkomingen.

Betrokken partijen

-

Samenwerking

  • Er is binnen de gemeente tot op heden weinig afstemming geweest tussen beleidsontwikkeling en beleidsuitvoering op het gebied van schuldhulpverlening; hierop is onvoldoende gestuurd.
  • Er zijn geen structurele afspraken over afstemming en samenwerking tussen cluster schuldhulpverlening en team Rechtmatigheid.
  • Er is veel afstand en nauwelijks afstemming tussen het cluster Schuldhulpverlening van de gemeente enerzijds en sociaal wijkteams anderzijds, ondanks het beleidsvoornemen om de aansluiting en samenwerking te verbeteren.
  • Er is veel afstand en nauwelijks overleg en afstemming tussen de gemeentelijke schuldhulpverlening en de vrijwilligersorganisaties; hun rol bij de toegang tot de schuldhulpverlening is daarmee minder ontwikkeld dan wenselijk zou zijn.
  • De samenwerking tussen gemeente en PLANgroep is de afgelopen jaren moeizaam en onvoldoende geweest; recentelijk is de samenwerking echter verbeterd.
  • In het kader van vroegsignalering heeft de gemeente afspraken met enkele externe partijen in de stad om tijdig signalen van een mogelijk schuldenprobleem door te geven. Onduidelijk is of deze afspraken worden nageleefd, wat de gemeente met deze meldingen doet en welk effect dit heeft gehad.

Gegevens- en informatieuitwisseling

-

Toegang tot/bereik schuldhulpverlening

  • De sociaal wijkteams zijn op dit moment onvoldoende toegerust voor het bieden van of doorgeleiden naar hulp aan inwoners met schulden.
  • De doelstelling om de toegankelijkheid van de schuldhulpverlening via de sociale wijkteams te vergroten, wordt niet gerealiseerd.
  • Er is veel afstand en nauwelijks overleg en afstemming tussen de gemeentelijke schuldhulpverlening en de vrijwilligersorganisaties; hun rol bij de toegang tot de schuldhulpverlening is daarmee minder ontwikkeld dan wenselijk zou zijn.
  • De gemeente Venlo heeft voor het preventieve beleid drie doelgroepen geselecteerd. Niet duidelijk is hoeveel leden van de doelgroepen met de projectmatige aanpak worden bereikt, en wat er daadwerkelijk van terechtkomt.

Aansluiting vraag en aanbod

-

Doelgroepen

  • De beleidsvoornemens en de beoogde doelgroepen voor schuldhulpverlening in het beleidsplan ‘Actief uit armoede en schulden’ zijn weinig concreet geformuleerd.
  • Er wordt geen aanvullende informatie uit onderzoek of analyse gebruikt voor bepaling van (potentiële) doelgroepen voor schuldhulpverlening.
  • De gemeente Venlo heeft voor het preventieve beleid drie doelgroepen geselecteerd. Niet duidelijk is hoeveel leden van de doelgroepen met de projectmatige aanpak worden bereikt, en wat er daadwerkelijk van terechtkomt.

Informatievoorziening inwoners/doelgroepen

-

Communicatie met cliënten

-

Specifieke hulpprogramma's

-

Preventie

  • De gemeente Venlo heeft voor het preventieve beleid drie doelgroepen geselecteerd. Niet duidelijk is hoeveel leden van de doelgroepen met de projectmatige aanpak worden bereikt, en wat er daadwerkelijk van terechtkomt.

(Vroeg)signalering

  • Er is geen vaste systematiek in het signaleren van schulden bij het team Rechtmatigheid.
  • In het kader van vroegsignalering heeft de gemeente afspraken met enkele externe partijen in de stad om tijdig signalen van een mogelijk schuldenprobleem door te geven. Onduidelijk is of deze afspraken worden nageleefd, wat de gemeente met deze meldingen doet en welk effect dit heeft gehad.

Nazorg

-

Prestaties schuldhulpverlening

-

Resultaat schuldhulpverlening

  • De rekenkamer kan niet met zekerheid vaststellen of inwoners met schulden goed (genoeg) worden geholpen door de gemeente.
  • De doelstelling om de toegankelijkheid van de schuldhulpverlening via de sociale wijkteams te vergroten, wordt niet gerealiseerd.

Effectiviteit schuldhulpverlening

  • De rekenkamer kan niet met zekerheid vaststellen of de uitvoering van de schuldhulpverlening effectief en efficiënt is.
  • Omdat de doelen (kaders) niet duidelijk genoeg zijn geformuleerd, en er onvoldoende gegevens bekend zijn over de daadwerkelijke uitvoering en de kosten en baten van de diverse onderdelen van schuldhulpverlening, kunnen geen harde uitspraken over effectiviteit en efficiency worden gedaan.
  • Er is geen zicht op de effecten van de schuldhulpverlening bij college en ambtelijke organisatie, en dus ook niet bij de raad.
  • Het percentage klanten uit Venlo dat door de inzet van PLANgroep hun schuldenprobleem weet op te lossen, is in landelijk perspectief hoog.
  • De gemeente Venlo heeft voor het preventieve beleid drie doelgroepen geselecteerd. Niet duidelijk is hoeveel leden van de doelgroepen met de projectmatige aanpak worden bereikt, en wat er daadwerkelijk van terechtkomt.
  • In het kader van vroegsignalering heeft de gemeente afspraken met enkele externe partijen in de stad om tijdig signalen van een mogelijk schuldenprobleem door te geven. Onduidelijk is of deze afspraken worden nageleefd, wat de gemeente met deze meldingen doet en welk effect dit heeft gehad.

Efficiëntie schuldhulpverlening

  • De rekenkamer kan niet met zekerheid vaststellen of de uitvoering van de schuldhulpverlening effectief en efficiënt is.
  • Omdat de doelen (kaders) niet duidelijk genoeg zijn geformuleerd, en er onvoldoende gegevens bekend zijn over de daadwerkelijke uitvoering en de kosten en baten van de diverse onderdelen van schuldhulpverlening, kunnen geen harde uitspraken over effectiviteit en efficiency worden gedaan.
  • De rekenkamer kan op basis van de beschikbare gegevens niet vaststellen of er een goed alternatief is voor de uitbestede werkzaamheden aan PLANgroep. We zien geen aanleiding om de schuldregelingen eventueel zelf te gaan doen, zoals het voornemen is van de gemeente.
  • De kosten van bewindvoering in Venlo zijn hoog en nemen al jaren toe. De gemeente probeert hier grip op te krijgen door een verhoogde inzet van budgetbeheer in plaats van bewindvoering.

Voorst (2018)

Wet- en regelgeving

  • De in maart 2018 vastgestelde kadernota voldoet niet aan de wettelijke eisen.

Beleid(sdoelen)

  • De in maart 2018 vastgestelde kadernota voldoet niet aan de wettelijke eisen.
  • Daarnaast is nu – in elk geval op papier – niet duidelijk welke groepen mensen nu wel of niet door de gemeente Voorst in het kader van de schuldhulpverlening worden geholpen.
  • De kadernota schuldhulpverlening is niet eenduidig over de termen, begrippen en groepen mensen die wel en niet door de hulpverlening van de gemeente bereikt worden en wie wel en niet door de Stadsbank geholpen worden.
  • Uit de kadernota wordt niet duidelijk wat de gemeente Voorst doet voor de groepen die niet door de Stadsbank geholpen willen of kunnen worden. Mensen kunnen bijvoorbeeld behoefte hebben aan specialistische administratieve hulp vóórdat de schulden problematisch worden. Dit is een belangrijk onderdeel van de preventie.
  • Een belangrijk moment is de beschikking: met deze beschikking vertelt de gemeente de verzoeker dat hij/zij schuldhulpverlening krijgt en wat dit zal zijn. Uit de nota wordt niet duidelijk wanneer en door wie die beschikking wordt gegeven.
  • In de kadernota worden de volgende onderwerpen niet specifiek behandeld: de verwachte resultaten, de weigeringsgronden, de verplichting tot een basisbankrekening en het beleid ten aanzien van gezinnen met inwonende kinderen.
  • Het project Voorst onder de Loep zou nadere informatie kunnen opleveren over de omstandigheden die tot (problematische) schuldenproblematiek leiden wat de basis kan zijn voor een meer gericht preventiebeleid.
  • In de kadernota ontbreekt of en hoe de gemeente inwoners met een bewindvoerder ondersteunt.

Budget

-

Begroting/Jaarverslag

-

Uitgaven

-

Sturende rol college

-

Kaderstellende rol

-

Controlerende rol

-

Monitoring

-

Evaluatie/onderzoek

  • Het project Voorst onder de Loep zou nadere informatie kunnen opleveren over de omstandigheden die tot (problematische) schuldenproblematiek leiden wat de basis kan zijn voor een meer gericht preventiebeleid.

Informatievoorziening sturing

-

Informatievoorziening kaderstelling

  • Het project Voorst onder de Loep zou nadere informatie kunnen opleveren over de omstandigheden die tot (problematische) schuldenproblematiek leiden wat de basis kan zijn voor een meer gericht preventiebeleid.

Informatievoorziening controle

-

Organisatie uitvoering schuldhulpverlening

  • Een belangrijk moment is de beschikking: met deze beschikking vertelt de gemeente de verzoeker dat hij/zij schuldhulpverlening krijgt en wat dit zal zijn. Uit de nota wordt niet duidelijk wanneer en door wie die beschikking wordt gegeven.
  • In de kadernota worden de volgende onderwerpen niet specifiek behandeld: de verwachte resultaten, de weigeringsgronden, de verplichting tot een basisbankrekening en het beleid ten aanzien van gezinnen met inwonende kinderen.
  • Uit de evaluatienota blijkt dat het aantal minnelijke regelingen dat is afgerond bij de Stadsbank veel kleiner is dan het aantal intakegesprekken. Het is van belang om inzicht te hebben in welke afspraken er nu voor welke groepen met de Stadsbank zijn gemaakt.
  • De kadernota zal gevolgd worden door een uitvoeringsnota. Het is onduidelijk wanneer deze beschikbaar zal zijn. Ook is de vraag hoe de afspraken met de Stadsbank nu vastgelegd zijn.
  • In de kadernota ontbreekt of en hoe de gemeente inwoners met een bewindvoerder ondersteunt.

Uitvoering schuldhulpverlening

  • Uit de evaluatienota blijkt dat het aantal minnelijke regelingen dat is afgerond bij de Stadsbank veel kleiner is dan het aantal intakegesprekken. Het is van belang om inzicht te hebben in welke afspraken er nu voor welke groepen met de Stadsbank zijn gemaakt.

Betrokken partijen

-

Samenwerking

-

Gegevens- en informatieuitwisseling

-

Toegang tot/bereik schuldhulpverlening

-

Aansluiting vraag en aanbod

-

Doelgroepen

-

Informatievoorziening inwoners/doelgroepen

-

Communicatie met cliënten

-

Specifieke hulpprogramma's

-

Preventie

  • Uit de kadernota wordt niet duidelijk wat de gemeente Voorst doet voor de groepen die niet door de Stadsbank geholpen willen of kunnen worden. Mensen kunnen bijvoorbeeld behoefte hebben aan specialistische administratieve hulp vóórdat de schulden problematisch worden. Dit is een belangrijk onderdeel van de preventie.

(Vroeg)signalering

-

Nazorg

-

Prestaties schuldhulpverlening

  • Uit de evaluatienota blijkt dat het aantal minnelijke regelingen dat is afgerond bij de Stadsbank veel kleiner is dan het aantal intakegesprekken. Het is van belang om inzicht te hebben in welke afspraken er nu voor welke groepen met de Stadsbank zijn gemaakt.

Resultaat schuldhulpverlening

-In de kadernota worden de volgende onderwerpen niet specifiek behandeld: de verwachte resultaten, de weigeringsgronden, de verplichting tot een basisbankrekening en het beleid ten aanzien van gezinnen met inwonende kinderen.

Effectiviteit schuldhulpverlening

-

Efficiëntie schuldhulpverlening

-

Zaltbommel (2021)

Wet- en regelgeving

-

Beleid(sdoelen)

  • Twee hoofddoelen in de gemeentelijke schuldhulpverlening zijn preventief optreden bij dreigende schulden en daarin samenwerken met ketenpartners en het dusdanig faciliteren van mensen met problematische schulden dat zij duurzaam zelf-
    redzaam worden. Deze doelen zijn door de gemeente in een drietal pijlers uitgewerkt, te weten: vroegsignalering en nazorg; verbeterde toegang en integraal werken.
  • Een deel van de gestelde beleidsdoelen is concreet geformuleerd en meetbaar, andere doelen zijn niet concreet geformuleerd en niet direct of expliciet in effectiviteit of doelmatigheid te beoordelen.

Budget

-

Begroting/Jaarverslag

  • Van de verantwoording over de uitvoering van de schuldhulpverlening wordt in principe in jaarverslagen van de Centrumregeling Zorgproducten verslag gedaan. Van het jaar 2018 is een jaarverslag beschikbaar; over 2019 is geen jaarverslag verschenen. Het ontbrekende jaarver- slag 2019 is geen agendapunt geweest voor de raad. Jaarverslag 2020 is in september 2021 als informatienota ter kennisname aan de raad verstuurd. De rekenkamercommissie constateert dat documenten vaak ter kennisname zijn aangeboden en dat de raad hierop geen actieve houding bij dit beleidsonderwerp heeft getoond.

Uitgaven

-

Sturende rol college

-

Kaderstellende rol

-

Controlerende rol

-

Monitoring

-

Evaluatie/onderzoek

  • Er is geen scherpe probleemanalyse van de aard en omvang van de problematische schuldenproblematiek in Zaltbommel.
  • De rekenkamer constateert dat de gemeente tot recentelijk geen actueel beeld had van het cliëntenperspectief, in de zin van klanttevredenheid over de geboden schuldhulpverlening.

Informatievoorziening sturing

-

Informatievoorziening kaderstelling

  • De raad heeft in de aflopende beleidsperiode verscheidene documenten van het college ontvangen met betrekking tot schuldhulpverlening.

Informatievoorziening controle

  • De raad heeft in de aflopende beleidsperiode verscheidene documenten van het college ontvangen met betrekking tot schuldhulpverlening.
  • Van de verantwoording over de uitvoering van de schuldhulpverlening wordt in principe in jaarverslagen van de Centrumregeling Zorgproducten verslag gedaan. Van het jaar 2018 is een jaarverslag beschikbaar; over 2019 is geen jaarverslag verschenen. Het ontbrekende jaarver- slag 2019 is geen agendapunt geweest voor de raad. Jaarverslag 2020 is in september 2021 als informatienota ter kennisname aan de raad verstuurd. De rekenkamercommissie constateert dat documenten vaak ter kennisname zijn aangeboden en dat de raad hierop geen actieve houding bij dit beleidsonderwerp heeft getoond.

Organisatie uitvoering schuldhulpverlening

  • Het doel om (meer) gebruik te maken van instrumenten van ketenpartners en hulpverleners, en inkomensbeheerders en hulpverleningsorganisaties in te zetten in voortrajecten, is nog niet expliciet herkenbaar.

Uitvoering schuldhulpverlening

  • De methode van vroegsignalering is in Zaltbommel al in een vroeg stadium tot ontwikkeling gekomen en leidt tot heldere afstemming over de signalering en ‘matching’. De vervolgstap voor de opvolging, in feitelijke acties, verdient nadere aandacht.
  • Het is voor de rekenkamercommissie niet helder geworden in hoeverre in de eerste screening van de hulpvraag aandacht is voor de schuldenvraag en samenhangende problemen op meerdere leefgebieden.

Betrokken partijen

-

Samenwerking

  • De aandacht voor preventie kan worden versterkt: afstemming en samenwerking met maatschappelijke organisaties voor de preventieve aanpak zijn in de praktijk nog weinig zichtbaar.
  • Het doel om (meer) gebruik te maken van instrumenten van ketenpartners en hulpverleners, en inkomensbeheerders en hulpverleningsorganisaties in te zetten in voortrajecten, is nog niet expliciet herkenbaar.

Gegevens- en informatieuitwisseling

-

Toegang tot/bereik schuldhulpverlening

  • De rekenkamercommissie vraagt zich af of de schuldhulpverlening voldoende bereikbaar en laagdrempelig is voor potentiële aanmelders voor schuldhulpverlening uit Zaltbommel en dorpskernen.
  • De actieve communicatie over minimabeleid en schuldhulpverlening verdient een aanvullende vertaalslag. Een van de onderdelen voor verbetering van de toegang is ook het geven van passende en begrijpelijke voorlichting over procedures en regelingen binnen de schuldhulpverlening. Het onderzoek wijst uit dat de vindbaarheid, leesbaarheid en begrijpelijkheid van informa- tie over schuldhulphulpverlening verbetering behoeven.
  • De mogelijke signalerings- en doorverwijzingsfunctie van maatschappelijke organisaties wordt weinig benut.

Aansluiting vraag en aanbod

-

Doelgroepen

-

Informatievoorziening inwoners/doelgroepen

  • De actieve communicatie over minimabeleid en schuldhulpverlening verdient een aanvullende vertaalslag. Een van de onderdelen voor verbetering van de toegang is ook het geven van passende en begrijpelijke voorlichting over procedures en regelingen binnen de schuldhulpverlening. Het onderzoek wijst uit dat de vindbaarheid, leesbaarheid en begrijpelijkheid van informa- tie over schuldhulphulpverlening verbetering behoeven.

Communicatie met cliënten

-

Specifieke hulpprogramma's

-

Preventie

  • De aandacht voor preventie kan worden versterkt: afstemming en samenwerking met maatschappelijke organisaties voor de preventieve aanpak zijn in de praktijk nog weinig zichtbaar.

(Vroeg)signalering

  • De methode van vroegsignalering is in Zaltbommel al in een vroeg stadium tot ontwikke- ling gekomen en leidt tot heldere afstemming over de signalering en ‘matching’. De vervolgstap voor de opvolging, in feitelijke acties, verdient nadere aandacht.
  • De mogelijke signalerings- en doorverwijzingsfunctie van maatschappelijke organisaties wordt weinig benut.

Nazorg

  • De nazorg voor cliënten in de schuldhulpverlening wordt niet herkenbaar toegepast.

Prestaties schuldhulpverlening

  • De gemeente slaagt er in de schuldhulpverlening zoveel mogelijk via minnelijke trajecten succesvol te laten zijn. De gemeente heeft het integraal werken binnen de schuldhulpverlening onder meer vertaald naar de realisatie van 70% geslaagde minnelijke trajecten (i.c. schuldregelingen). Dit doel wordt volgens de opgevraagde cijfers van de gemeente behaald.

Resultaat schuldhulpverlening

  • De gemeente slaagt er in de schuldhulpverlening zoveel mogelijk via minnelijke trajecten succesvol te laten zijn. De gemeente heeft het integraal werken binnen de schuldhulpverlening onder meer vertaald naar de realisatie van 70% geslaagde minnelijke trajecten (i.c. schuldregelingen). Dit doel wordt volgens de opgevraagde cijfers van de gemeente behaald.

Effectiviteit schuldhulpverlening

  • Een deel van de gestelde beleidsdoelen is concreet geformuleerd en meetbaar, andere doelen zijn niet concreet geformuleerd en niet direct of expliciet in effectiviteit of doelmatigheid te beoordelen.

Efficiëntie schuldhulpverlening

  • Een deel van de gestelde beleidsdoelen is concreet geformuleerd en meetbaar, andere doelen zijn niet concreet geformuleerd en niet direct of expliciet in effectiviteit of doelmatigheid te beoordelen.

Zwolle (2016)

Wet- en regelgeving

-

Beleid(sdoelen)

  • De visie en uitgangspunten van de gemeente Zwolle zijn helder en eenduidig. Door over te gaan van schuldhulpverlening naar schulddienstverlening, worden de zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid van de burger aangesproken. De gemeente Zwolle neemt hiermee een ondersteunende rol in. Dit sluit aan bij het bredere doel van de overheid, waarbij participatie en zelfredzaamheid een belangrijke plaats innemen.

Budget

-

Begroting/Jaarverslag

  • De efficiëntie van de gemeentelijke schulddienstverlening is op basis van de cijfers niet volledig vast te stellen, omdat niet exact te bepalen is hoe de begroting onderverdeeld is naar de specifieke diensten, de verschillende kosten die daarvoor gemaakt worden en de daarop behaalde resultaten.

Uitgaven

'- De efficiëntie van de gemeentelijke schulddienstverlening is op basis van de cijfers niet volledig vast te stellen, omdat niet exact te bepalen is hoe de begroting onderverdeeld is naar de specifieke diensten, de verschillende kosten die daarvoor gemaakt worden en de daarop behaalde resultaten.

Sturende rol college

-

Kaderstellende rol

-

Controlerende rol

-

Monitoring

  • De gemeente meet zijn inspanningen op basis van vastgestelde kwaliteitsnormen en – indicatoren.

Evaluatie/onderzoek

-

Informatievoorziening sturing

-

Informatievoorziening kaderstelling

-

Informatievoorziening controle

-

Organisatie uitvoering schuldhulpverlening

  • Het minnelijk traject dat de gemeente aanbiedt lijkt volgens de beschikbare gegevens en op basis van de interviews in theorie goed in elkaar te zitten. Er zijn verschillende diensten die in verschillende mate ondersteuning bieden aan cliënten.
  • Het uitvoeringsproces in Zwolle voor wat betreft stabilisatie, herfinanciering, schuldbemiddeling, saneringskrediet en budgetbeheer is gecertificeerd.
  • De schulddienstverlening is niet als bijzonder innovatief te kenmerken. Er zijn verschillende initiatieven, maar het is de vraag in hoeverre deze werkelijk vernieuwend zijn. De nieuwe initiatieven laten zich meer kenmerken als toevoeging aan het bestaande aanbod van diensten. Enkele pilots richten zich op registratie van schulden en vroegsignalering, en andere bieden ondersteuning aan zelfstandigen met schuldenproblematiek. Het is (nog) niet duidelijk of de initiatieven succesvol zijn en zich vertalen naar een structureel aanbod van effectieve schulddienstverlening.
  • De Schulddienstverleing (SDV) in Zwolle ziet er op toe dat cliënten na het afronden van het minnelijk traject schuldenvrij zijn. In het geval dat het traject wordt afgebroken geeft de gemeente een verklaring voor het wettelijk traject af. In principe waarborgt een succesvolle afronding van het minnelijk en wettelijk traject een schone lei, en kunnen schuldenaren schuldenvrij opnieuw beginnen.

Uitvoering schuldhulpverlening

  • In de uitvoering zijn er problemen, met name in de beginfase (de stabilisatiefase en 120-dagenfase), waarin een lange doorlooptijd met een gebrek aan communicatie en slechte bereikbaarheid leidt tot onrust bij cliënten.
  • De nazorg vindt niet zoals beoogd plaats: op basis van de gesprekken met gemeente en samenwerkingspartners concluderen we dat de toeleiding naar de samenwerkingspartners niet structureel is en daardoor tekortschiet.
  • De schulddienstverlening is niet integraal - niet elke schuldenaar krijgt automatisch op andere vlakken ondersteuning door de gemeente of samenwerkingspartner.
  • De behandeltijd in het voortraject is soms langdurig en zeker niet kort te noemen. Vraag is dan eerder wat er precies bedoeld wordt met ‘minimale wacht- en behandeltijden’.

Betrokken partijen

-

Samenwerking

  • De nazorg vindt niet zoals beoogd plaats: op basis van de gesprekken met gemeente en samenwerkingspartners concluderen we dat de toeleiding naar de samenwerkingspartners niet structureel is en daardoor tekortschiet.
  • De relatie met de samenwerkingspartners wordt als goed omschreven: er is regelmatig contact. De partijen binnen Op Orde geven aan goed op de hoogte te zijn van wat de gemeente wil in de samenwerking. Tegelijkertijd geven de samenwerkingspartners aan dat de toeleiding van personen met schulden naar hun diensten beter kan.

Gegevens- en informatieuitwisseling

-

Toegang tot/bereik schuldhulpverlening

  • Op basis van de gesprekken met cliënten, medewerkers en samenwerkingspartners kan niet gesteld worden dat de voorzieningen makkelijk vindbaar zijn. Profilering van voorzieningen kan beter en de doorverwijzing naar verschillende voorzieningen kan ook verbeterd worden.

Aansluiting vraag en aanbod

-

Doelgroepen

-

Informatievoorziening inwoners/doelgroepen

  • Cliënten weten vaak niet wat voor ondersteuning ze kunnen krijgen, dat Op Orde de cliënten kan helpen bij kleine vragen en bij het houden van het overzicht in het traject waarin ze zich op dat moment bevinden. De cliënten die in een traject bij de gemeente zitten bevestigen dit beeld: zij geven aan een behoefte te hebben aan een goede informatievoorziening en aan laagdrempelige hulp bij vragen.
  • Op basis van de gesprekken met cliënten, medewerkers en samenwerkingspartners kan niet gesteld worden dat de voorzieningen makkelijk vindbaar zijn. Profilering van voorzieningen kan beter en de doorverwijzing naar verschillende voorzieningen kan ook verbeterd worden.

Communicatie met cliënten

  • In de uitvoering zijn er problemen, met name in de beginfase (de stabilisatiefase en 120-dagenfase), waarin een lange doorlooptijd met een gebrek aan communicatie en slechte bereikbaarheid leidt tot onrust bij cliënten.

Specifieke hulpprogramma's

-

Preventie

  • De gemeente voert verschillende activiteiten uit in het kader van preventie. In hoeverre dit voorkomt dat mensen in de schulden raken is niet of nauwelijks vast te stellen.

(Vroeg)signalering

-

Nazorg

  • De nazorg vindt niet zoals beoogd plaats: op basis van de gesprekken met gemeente en samenwerkingspartners concluderen we dat de toeleiding naar de samenwerkingspartners niet structureel is en daardoor tekortschiet.
  • Op basis van de gesprekken met medewerkers van de gemeente en samenwerkingspartners concluderen we dat nazorg niet plaatsvindt zoals in het beleidskader beoogd is. Op Orde heeft een aanbod van diensten in het kader van ondersteuning en nazorg, maar cliënten worden niet structureel doorverwezen.

Prestaties schuldhulpverlening

  • De effectiviteit van de gemeentelijke schulddienstverlening is op basis van de cijfers niet vast te stellen. Er zijn gegevens beschikbaar over de instroom, uitstroom en verschillende doorlooptijden maar op specifieke punten ontbreken gegevens, bijvoorbeeld over het aantal aanvragen dat uitvalt voordat de intake begint. Het maatschappelijk effect is daarmee niet vast te stellen.

Resultaat schuldhulpverlening

-

Effectiviteit schuldhulpverlening

  • De effectiviteit van de gemeentelijke schulddienstverlening is op basis van de cijfers niet vast te stellen. Er zijn gegevens beschikbaar over de instroom, uitstroom en verschillende doorlooptijden maar op specifieke punten ontbreken gegevens, bijvoorbeeld over het aantal aanvragen dat uitvalt voordat de intake begint. Het maatschappelijk effect is daarmee niet vast te stellen.
  • De gemeente voert verschillende activiteiten uit in het kader van preventie. In hoeverre dit voorkomt dat mensen in de schulden raken is niet of nauwelijks vast te stellen.

Efficiëntie schuldhulpverlening

  • De efficiëntie van de gemeentelijke schulddienstverlening is op basis van de cijfers niet volledig vast te stellen, omdat niet exact te bepalen is hoe de begroting onderverdeeld is naar de specifieke diensten, de verschillende kosten die daarvoor gemaakt worden en de daarop behaalde resultaten.

Handleiding

Bovenaan iedere pagina in dit metadossier vind je de hoofdonderwerpen uit de rapporten. Bij de hoofdonderwerpen Onderzoeksopzet en Uitkomsten hebben we (onder de paginatitel) ook de mogelijkheid gemaakt om te switchen tussen onderdelen. In Onderzoeksopzet kun je switchen tussen Hoofdvragen, Normen en Onderzoeksvragen, in Uitkomsten tussen Onderzoeksvragen, Conclusies en Aanbevelingen.

Op iedere pagina kun je met de groene knop Exporteer als CSV de informatie die daar getoond wordt exporteren naar je eigen computer. De blauwe knop Rekenkamers openen zorgt er voor dat alle gemeentes op deze pagina opengeklapt worden.

In de linker kolom van iedere pagina vind je filters. Je kunt de informatie filteren op Onderwerpen en op Rekenkamers (gemeentes). Het derde filter is Inwonersaantal: hiermee kun je gemeentes selecteren die vergelijkbaar zijn met 'jouw' gemeente.

Het filter Onderwerpen is bij iedere hoofdpagina anders, omdat de onderzochte onderwerpen natuurlijk verschillen per hoofdpagina.

Als je één van de filters onder Rekenkamers of Inwonersaantal hebt geselecteerd, blijft deze aan staan, ook als je naar een andere hoofdpagina gaat. Als je bijvoorbeeld het filter '20.000 tot 50.000' inwoners hebt aangeklikt plus het filter 'Amsterdam' zie je in de resultaten steeds alle gemeentes met een inwonersaantal tussen de 20.000 en 50.000 *plus* Amsterdam.